Midden in een les verlaat de leraar Raimund Gregorius het klaslokaal. Opgeschrikt door het plotselinge besef dat de tijd hem door de vingers glipt, laat hij zijn geordende leven achter zich en vertrekt hij nog diezelfde nacht met de trein van Bern naar Lissabon. De aanleiding voor deze drastische stap is een boek dat hij bij toeval in handen heeft gekregen. Het is van Amadeu de Prado, een Portugese arts die zo indringend schrijft over de diepste ervaringen in het leven van de mens, dat Gregorius er niet meer van loskomt. In Lissabon gaat hij op zoek naar sporen van Prado en komt hij in contact met mensen wier leven vervlochten is geweest met dat van deze raadselachtige man. Stukje bij beetje vormt Gregorius zich een beeld van hem. Hij wil weten wat het is om Prado te zijn en hoopt zo te ontdekken hoe hij zijn eigen leven moet leiden en welke wending hij eraan kan geven om een ander mens te worden.
Herakles op de tweesprong! Ieder mens komt in zijn leven onherroepelijk voor lastige dilemma’s te staan. De dan gemaakte keuzes – het steile pad of de gebaande weg? – zijn principieel en definitief. Maar hoe graag zouden we niet willen teruggaan in de tijd, om te kijken waar de andere richting toe zou hebben geleid?
Alle grote vragen van het menselijk bestaan passeren de revue zonder vertoon van geleerdheid. In zijn contemplaties reflecteert de medicus (Prado) in ragfijne bewoordingen over de condition humaine, van de kenbaarheid van het innerlijk tot de verhouding jegens de medemens, van het verstrijken van de tijd tot de kracht der verbeelding, en van de zinvolheid van religie tot de trefzekerheid van taal.
De grote klasse van het fictieve Portugese – en daarmee van het oorspronkelijk Duitstalige – boek blijkt niet alleen uit Amadeu’s beschouwingen, maar ook uit daadwerkelijk gemaakte keuzes op twee beslissende momenten, of beter: uit zijn analyses van de complexiteit daarvan. Als arts redt Prado ten tijde van de dictatuur van Salazar het leven van Rui Luís Mendes, ‘de slager van Lissabon’, die op sterven na dood zijn praktijk was binnengedragen, maar verwijt zichzelf nadien dat hij zich door trouw te blijven aan de Eed van Hippokrates niet heeft gerealiseerd dat het leven van deze ene beul de dood van vele medeburgers betekent.
De titel Nachttrein naar Lissabon symboliseert niet alleen de reis terug in de tijd, maar verwijst ook naar een magistrale, visionaire allegorie van het ondermaanse leven in een sleutelpassage aan het eind van het (boek in het) boek. Ieder van ons reist in een afgesloten coupé met vieze ramen, haperende verlichting en defecte verwarming, in een trein van onbekende lengte en twijfelachtige makelij, zonder duidelijke bestemming of dienstregeling, maar met een geheimzinnige conducteur en een grillige machinist, soms razend snel, soms tergend langzaam, via anonieme tussenstations met uit het niets opdoemende perronopzichters door duistere tunnels, totdat het voertuig definitief tot stilstand komt. (Gert-Jan van Dijk – de Volkskrant)
Het was mijn zus die mij het boek aanraadde. Ik ben er enthousiast aan begonnen maar door de kleine druk en de vele filosofische beschouwingen werd mijn enthousiasme al vlug getemperd. Toch heb ik mij verder door het vierhonderd pagina’s tellende boek gezwoegd. Zelden heb ik zolang aan een boek gelezen maar de kwaliteit van de teksten van Prado zijn van zeer hoge kwaliteit. Die fragmenten zijn zo goed geschreven, en inhoudelijk zo sterk, dat ze op zich al voldoende reden vormen om het boek te lezen. Hieronder enkele voorbeelden:
Pagina 72. Als de dictatuur een feit is, is de revolutie een plicht.
Pagina 208. Het leven is niet het leven dat we leven; het is het leven dat we ons voorstellen te leven, luidde een aantekening in Prado’s boek
Pagina 250. Ik geloof dat een zaak onder woorden brengen betekent dat de kracht ervan wordt bewaard en de verschrikking ervan wordt weggenomen, schrijft Pessoa
Pagina 317. Kitsch is de meest verraderlijke van alle gevangenissen. De tralies zijn met het goud van simpele, onechte gevoelens bekleed zodat je ze voor de zuilen van een paleis houdt.
Pagina 383. ‘Dus is het woord het licht der mensen’, zei hij.’ En de dingen bestaan dus pas echt als ze met woorden worden uitgedrukt’.
Herakles op de tweesprong! Ieder mens komt in zijn leven onherroepelijk voor lastige dilemma’s te staan. De dan gemaakte keuzes – het steile pad of de gebaande weg? – zijn principieel en definitief. Maar hoe graag zouden we niet willen teruggaan in de tijd, om te kijken waar de andere richting toe zou hebben geleid?
Alle grote vragen van het menselijk bestaan passeren de revue zonder vertoon van geleerdheid. In zijn contemplaties reflecteert de medicus (Prado) in ragfijne bewoordingen over de condition humaine, van de kenbaarheid van het innerlijk tot de verhouding jegens de medemens, van het verstrijken van de tijd tot de kracht der verbeelding, en van de zinvolheid van religie tot de trefzekerheid van taal.
De grote klasse van het fictieve Portugese – en daarmee van het oorspronkelijk Duitstalige – boek blijkt niet alleen uit Amadeu’s beschouwingen, maar ook uit daadwerkelijk gemaakte keuzes op twee beslissende momenten, of beter: uit zijn analyses van de complexiteit daarvan. Als arts redt Prado ten tijde van de dictatuur van Salazar het leven van Rui Luís Mendes, ‘de slager van Lissabon’, die op sterven na dood zijn praktijk was binnengedragen, maar verwijt zichzelf nadien dat hij zich door trouw te blijven aan de Eed van Hippokrates niet heeft gerealiseerd dat het leven van deze ene beul de dood van vele medeburgers betekent.
De titel Nachttrein naar Lissabon symboliseert niet alleen de reis terug in de tijd, maar verwijst ook naar een magistrale, visionaire allegorie van het ondermaanse leven in een sleutelpassage aan het eind van het (boek in het) boek. Ieder van ons reist in een afgesloten coupé met vieze ramen, haperende verlichting en defecte verwarming, in een trein van onbekende lengte en twijfelachtige makelij, zonder duidelijke bestemming of dienstregeling, maar met een geheimzinnige conducteur en een grillige machinist, soms razend snel, soms tergend langzaam, via anonieme tussenstations met uit het niets opdoemende perronopzichters door duistere tunnels, totdat het voertuig definitief tot stilstand komt. (Gert-Jan van Dijk – de Volkskrant)
Het was mijn zus die mij het boek aanraadde. Ik ben er enthousiast aan begonnen maar door de kleine druk en de vele filosofische beschouwingen werd mijn enthousiasme al vlug getemperd. Toch heb ik mij verder door het vierhonderd pagina’s tellende boek gezwoegd. Zelden heb ik zolang aan een boek gelezen maar de kwaliteit van de teksten van Prado zijn van zeer hoge kwaliteit. Die fragmenten zijn zo goed geschreven, en inhoudelijk zo sterk, dat ze op zich al voldoende reden vormen om het boek te lezen. Hieronder enkele voorbeelden:
Pagina 72. Als de dictatuur een feit is, is de revolutie een plicht.
Pagina 208. Het leven is niet het leven dat we leven; het is het leven dat we ons voorstellen te leven, luidde een aantekening in Prado’s boek
Pagina 250. Ik geloof dat een zaak onder woorden brengen betekent dat de kracht ervan wordt bewaard en de verschrikking ervan wordt weggenomen, schrijft Pessoa
Pagina 317. Kitsch is de meest verraderlijke van alle gevangenissen. De tralies zijn met het goud van simpele, onechte gevoelens bekleed zodat je ze voor de zuilen van een paleis houdt.
Pagina 383. ‘Dus is het woord het licht der mensen’, zei hij.’ En de dingen bestaan dus pas echt als ze met woorden worden uitgedrukt’.
1 opmerking:
Ik vind 't een prachtig boek!
Een reactie posten