NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

woensdag 31 december 2008

dinsdag 30 december 2008

JOODS-PALESTIJNSE STAAT ALS OPLOSSING - ARJAN EL FASSED

Israël vierde zijn 60e verjaardag. Op 14 mei herdachten de Palestijnen hun ‘verdrijving’ in 1948. Hoe is verzoening mogelijk? Nog voordat op 14 mei 1948 het Britse mandaat afliep en David Ben-Goerion (foto), de eerste Israëlische premier, de staat Israël uitriep, waren er al driehonderdduizend Palestijnen uit hun dorpen en steden in het toenmalige Palestina verdreven.

Twee maanden later moest mijn overgrootmoeder, Im Naji, met haar familie gedwongen de stad Ramleh verlaten.

Op 14 juli 1948 trokken gewapende joodse groepen onder leiding van onder anderen de latere premier van Israël, Yitzhak Rabin, Ramleh binnen. In een zoektocht van deur tot deur werden drieduizend Palestijnen opgepakt en naar een gevangenkamp gebracht. Op dezelfde dag werd de stad geplunderd.

In de niet-gecensureerde versie van zijn memoires schreef Rabin over deze dag: 'We liepen naar buiten, Ben-Goerion begeleidde ons. Commandant Yigal Allon herhaalde zijn vraag: wat moet er met de Palestijnse bevolking gebeuren? Ben-Goerion wuifde met zijn hand en gebaarde: jaag ze weg!' Duizenden Palestijnen moesten te voet de stad uit. Mijn overgrootmoeder heeft tegen mijn vader verteld hoe het er destijds aan toeging. Huizen werden geplunderd en de inwoners werden opgejaagd. Veel vluchtelingen waren uitgedroogd en honderden overleefden de tocht niet. Van de 17.000 Palestijnen in Ramleh mochten er slechts 400 blijven. Vlakbij Ramleh ligt het dorp Bayt Nabala, waar een oom en tante van mij woonden. Zij ondergingen hetzelfde lot en moesten met hun familie ook huis en haard verlaten. De meeste dorpelingen namen de sleutels mee van hun huizen en hoopten dat ze binnen een week of twee konden terugkeren. Zij wisten toen niet dat Israëlische bulldozers het dorp niet lang daarna met de grond gelijk zouden maken om te voorkomen dat de vluchtelingen zouden terugkeren.

In totaal zijn tussen eind 1947 en de eerste helft van 1949 meer dan 750.000 Palestijnen ontheemd, verdreven of gevlucht. Iets minder dan de helft daarvan was al verdreven voordat de staat Israël werd gesticht. Tijdens en na de oorlog werden meer dan vijfhonderd dorpen verwoest. Namen van gebieden werden veranderd, alsof deze dorpen en hun inwoners nooit hadden bestaan.

Dit Palestijnse verhaal is jarenlang ontkend en nog steeds zijn weinigen bereid te spreken over wat er in 1948 in Palestina is gebeurd. Israël is altijd bevolkt geweest door meerdere etnische en religieuze groepen. Pas na de verdrijving van duizenden Palestijnen werd de Joodse staat uitgeroepen. Er had nooit een Joodse meerderheid in Israël kunnen ontstaan als de Palestijnen niet uit hun huizen waren gejaagd.

Tegenwoordig wonen in Israël, de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever grofweg vijf miljoen Palestijnen en vijf miljoen Israëli's. De vraag is niet hoe die van elkaar gescheiden kunnen worden, maar wat de basis is om te kunnen samenleven. Het is onrealistisch te denken dat een onafhankelijke Palestijnse staat met honderden Israëlische nederzettingen, wegversperringen, aparte wegen en een muur levensvatbaar is.

Het land verdelen werkte wellicht in de jaren veertig, maar de praktijk heeft het verleden ingehaald. Eén staat waarin Israëli's en Palestijnen als gelijke burgers kunnen leven, is zowel de meest praktische als de meest haalbare oplossing. Veiligheid voor Israëlische en Palestijnse burgers kan alleen worden gegarandeerd in een staat die geen onderscheid maakt tussen afkomst, geloof en etniciteit. Eén staat biedt een gezamenlijke toekomst voor zowel Israëli's als voor Palestijnen. Dit biedt een weg naar verzoening in plaats van wraak. Zolang de waarheid wordt ontkend of vermeden, is het lang wachten op verzoening. (de Gelderlander)

Arjan El Fassed is zoon van een Palestijnse vader en Nederlandse moeder en auteur van het onlangs verschenen boek Niet iedereen kan stenen gooien (Uitgeverij Nieuwland, 2008).

Een van de prioriteiten van de nieuwe Amerikaanse president Barack Obama zou volgens mij moeten zijn, het streven naar een oplossing voor het Joods-Palestijns conflict. Het zou een eerste stap kunnen zijn naar rust en 'vrede' in de hele regio. Maar de geschiedenis leert mij dat het bondgenootschap tussen de Verenigde Staten en Israël een definitieve oplossing in de weg staat. Spijtig.

maandag 29 december 2008

ENKELE ANDERE OVERWEGINGEN - RUTGER KOPLAND



Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom
wat wij vinden niet is
wat wij zoeken?

Laten wij de tijd laten gaan
waarheen hij wil,

en zie dan hoe weiden hun vee vinden,
wouden hun wild, luchten hun vogels,
uitzichten onze ogen

en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt.

Zo andersom is alles, misschien.
Ik zal dit uitleggen.

zaterdag 27 december 2008

STERACTEUR STERARTIEST - VERVOLG


Ik heb al eens uitgebreid mijn gal uitgespuwd over dit onnozel programma. Waarom voel ik dan de drang om het nog eens te doen? Ik heb ergens gelezen: 'Als je je gal niet spuwt, word je ziek!' Daarom dus.

De vrijdagavond aperitieven we altijd wat later en dan hebben we graag wat 'beweging' op de achtergrond, iets waar je niet echt geconcentreerd moet naar kijken. Steracteur, sterartiest, ... ideaal.
De opening: vijf 'steracteurs' - neen, ik ga het 'stergehalte' van de acteurs niet betwisten - zongen in koor hetzelfde lied. Ik heb zelden vijf steracteurs valser horen zingen.

Eerst een woordje over de presentatie. Over de outfit van Katja ga ik mij niet uitspreken maar van de stylisten van de VRT heb ik geen hoge dunk. Het hele programma door gaf Katja een geforceerde indruk, niks spontaan. En dan die amaai's, joehoe's en 'zo is dat', je maag krimpt er telkens van in elkaar. Over Thomas kan ik kort zijn: een nieuw 'hertenjong' is geboren. Zijn gespeelde verontwaardiging was kinderachtig en hij lachte constant schaapachtig.

Dan de jury: een algemene trend is de opvallende mildheid. Ik kan er enigszins begrip voor opbrengen, want slechts één deelnemer (Margot) zong het hele liedje door toonvast. Stel je voor dat je na twee uitzendingen al vijf mensen naar huis moet sturen.
Bob Savenberg vond het optreden van Mathias - bewoog als een houten Klaas - er zodanig 'over' dat het goed werd. Dan moet je de titel van het programma veranderen in: 'Maak een karikatuur van Barry White'.
Tom Helsen, een fantastische singer-songwriter, gaf groen aan de uitvoering 'When Susanna cries' van Niels. Ik begrijp het niet, vanaf het begin zat Niels ernaast. Mijn vrouw zingt het nummer stukken beter!

De conclusie zou moeten zijn: afvoeren die handel, maar dat zou dan weer spijtig zijn voor de 'goede doelen'. Volgens mij halen de deelnemers, buiten Margot, het niveau van de voorrondes van Idool. Ik voorspel dat Margot De Ridder de nieuwe 'sterartiest' wordt. Wedden?

donderdag 25 december 2008

EN VREDE OP AARDE - JEAN-PAUL MULDERS


Een lezer, ik zal hem gemakshalve niet van een naam voorzien, schrijft dat hij hoopt dat ik mijn job verlies. Dat is iets minder haatdragend dan 'val dood' of 'krijg de pokkentering', maar in de ranking van narigheden die een mens kunnen overkomen, scoort het toch vrij hoog.

Waarom is die man zo kwaad op mij ? Volgens hem heb ik smalend over de Fortis-aandeelhouder geschreven. Nu staat de Fortis-aandeelhouder niet in het centrum van mijn belangstelling. Ik moet dan ook zoeken naar de 'smalende' zinnen die ik blijkbaar op papier heb gezet, en die deze man zo boos hebben gekregen dat hij mij beroofd wil zien van mijn Mega Mindy-boterham.

Na wat geblader in vervlogen nummers vind ik de gewraakte passage terug. Dat ik hardwerkende Vlaming, goede huisvader en gedupeerde Fortis-aandeelhouder lelijke uitdrukkingen vind, had ik geschreven. En verder : "nog een geluk dat ik niet één, nee geen enkel aandeel bezit, wat op dit moment een onvoorstelbare luxe mag heten. Mijn fortuin zit vooral in mijn hoofd, waar het zoniet helemaal dan toch betrekkelijk veilig is."

This it is, and nothing more, dat mijnheer X zo in de gordijnen doet klimmen. Hij hoopt dat mijn broodheer zal moeten snoeien, in navolging van andere mediagroepen, en dat ik als emo-schrijver tot de eerste slachtoffers zal behoren. Als hij geld heeft verloren, dan moeten maar meteen de media naar de verdoemenis zodat journalisten zonder aandelen toch ook van de lepel krijgen en niet meer kunnen publiceren. Dat wenst X mij toe, handenwrijvend. En vrede op aarde voor mensen van goede wil. De anekdote toont aan hoe diep het Fortis-debacle in het vlees van veel Vlamingen moet hebben gesneden.

Dat nietsvermoedende mannen en vrouwen in de tijd om een reep chocolade te eten een aanzienlijk deel van hun vermogen zagen verschrompelen, is natuurlijk pijnlijk. Ik zal de laatste zijn om daar leedvermaak mee te hebben, maar me dunkt dat we hier toch een beetje de pedalen aan het verliezen zijn. Beleggen in aandelen blijft nu eenmaal een vorm van gokken en gokken kan, zoals bekend, ook tegenvallen. Niemand is verplicht om aandelen te kopen. Wie het doet, koestert toch de stille hoop om slapend rijk te worden.

Deze cultuur van de gulzigheid is de laatste jaren aangewakkerd door de medewerkers van banken en spaarkassen, die je aandelen en beleggingsfondsen in de maag probeerden te splitsen onder het mom dat een spaarboekje "toch niets meer opbracht". Eén keer ben ik in de val getrapt, tien jaar geleden. De dotcomcrisis zorgde ervoor dat ik luttele tijd later dertig procent van mijn centen kwijt was. Toen heb ik besloten mij nooit meer te laten vangen. Ik hoef de megawinsten niet, maar bespaar mij ook de ziekmakende verliezen. Laat mijn geld maar lekker slapen, zonder gesnurk of tandengeknars. Ik bedank voor de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van vis en brood.

Om terug te komen op mijn vertoornde lezer : ik betreur het, mijnheer X, dat uw portefeuille is geplunderd. Maar om daarom zo wild om u heen te gaan schoppen ? Het is waar, ik zal altijd meer respect hebben voor geld dat met arbeid, creativiteit en ondernemingszin is verdiend dan voor geld dat virtueel werd gewonnen. Voor mij blijft de beurs een soort Keno, een gelegaliseerde vorm van hanengevecht. Ik doe er niet aan mee, wat u mij blijkbaar kwalijk neemt. Toen u royale dividenden en meerwaardes boekte en ik het met een armzalige twee procent interest plus - de lulligheid van dat woord alleen al - getrouwheidspremie moest stellen, heb ik u niet gehoord.

Natuurlijk moeten de schuldigen bij Fortis, als er gesjoemeld is, worden gestraft. Toch denk ik dat er méér aan de hand is. Ik denk dat het tijd is dat in onze dolgedraaide wereld het evenwicht tussen prestaties en verdiensten wordt hersteld. Dat we in plaats van de hebzucht iets anders herontdekken, namelijk hoe blij het een mens kan maken om te geven en zich in te zetten. De échte helden van deze samenleving, geachte heer X, zijn voor mij niet de beursgoeroes of aandeelhouders, maar de onderwijzers en de buschauffeurs, de verplegers en de facteurs. En ook de kinderboekenschrijvers.

U mag mij dat kwalijk nemen, als het u helpt uw verlies te verteren.


woensdag 24 december 2008

dinsdag 23 december 2008

TIJD VOOR BEZINNING?


Dokter Marcel Van Beeck (47) werd zondag dood aangetroffen in de de tuin van zijn villa in Kapellen. Hij had zich van het leven beroofd. Dit drama volgt vier maanden nadat zijn zwaar depressieve vrouw Chantal Ligot (43) hun kindjes Marcel Junior (2) en Julie (4) er had verstikt.
Chantal Ligot vermoordde op 25 augustus twee van haar vijf kinderen met een hoofdkussen in de Kapelse villa. Daarna sprong ze uit het raam. Ze raakte zwaargewond, maar overleefde de zelfmoordpoging. Echtelijke en psychologische problemen lagen aan de basis van het gezinsdrama.

Vanmorgen hoorde ik op Radio 1, bij het overzicht van de krantenkoppen, dit bericht. Ik moest eventjes gaan zitten, ik werd er zo triest van.

Het nieuws wordt overheerst door de huidige politieke en financiële crisis. De oprijlaan van het koninklijk paleis lijdt aan 'spoorvorming' door overmatig verkeer tijdens het laatste anderhalf jaar.
Het wantrouwen tussen de verschillende politieke families is nooit groter geweest. De VLD voelt zich gepasseerd de laatste tweeënzeventig uur. De SP-A stelt een aantal voorwaarden om mee te doen. De woorden 'constructief' en 'sereen' worden te pas en te onpas gebruikt. Ik hoor om de haverklap: 'Het moet gedaan zijn met de politieke spelletjes.' Yves Leterme haakt af tot zijn persoon in eer is hersteld. Jo Van Deurzen belt wenend naar zijn moeder en schreeuwt zijn onschuld uit. Gelukkig staat zijn hele familie achter hem en ook ... Bart Dewever. Het zijn gouden tijden voor de media.

Wel, ik haak af. Ik heb, excuseert u mij, 'schijt' aan al dat 'politieke gezever' en ook aan het kerstgedoe van 'Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil'. Mijn gedachten zijn nu bij Marcel Van Beeck en andere eenzame mensen, want geloof me vrij er zijn er een pak.

Het is tijd voor echte solidariteit en menselijke warmte. Laat ons wat minder met ons zelf bezig zijn. Ligt het grootste geluk niet in het helpen andere mensen gelukkig te maken. Ik weet het, ik ben waarschijnlijk de meest naïeve zevenenvijftigjarige man die er bestaat.

maandag 22 december 2008

HET LEVEN VAN ALLEDAG - JOSEPHINE BANENS


Kerst in Irak is als iedere dag
patrouilles, mortieren, handgranaten,
geen water, geen elektriciteit,
tanks en geweren in de straten.

Kerst stelt er niet veel voor dit jaar
liederen bij een bomaanslag
slingers bij zelfmoordcommando’s
nee - kerst wordt dit jaar een gewone dag.

Kerst wordt een dag zoals iedere dag,
niemand kent immers vrede, want
gevaar en de vijand slapen nooit,
weten de kinderen van dit land.

Prinsenkinderen met sterrenogen
prachtige ogen en een stralende lach
die je het laatste jaar weinig hoorde,
kerst wordt voor hen een gewone dag.

zondag 21 december 2008

MUSIC FOR LIFE




STEUNEN DIE HANDEL, EN EEN BEETJE RAP!!!


zaterdag 20 december 2008

MET OF ZONDER LETERME? - CARL DEVOS


Er is zoveel te vertellen. Maar het voornaamste is wat er nu kan gebeuren. De koning houdt het ontslag in beraad om de kernspelers te consulteren. Als de koning na die raadplegingen hopelijk vandaag of morgen beslist om een (in)formateur, verkenner, onderhandelaar of bemiddelaar aan te stellen, staat de ervaren man voor een grote opdracht. Ondanks het feit dat alle huidige meerderheidspartijen het er over eens zijn dat er snel een nieuwe regering moet komen, dat verkiezingen vermeden moeten worden.

Verkiezingen zijn niet uit te sluiten, mocht blijken dat het zonder niet mogelijk is om een regering te vormen. Maar ze lossen niet veel op, nog in het minst door het probleem BHV. Als er begin februari verkiezingen komen zal het onmogelijk zijn om vóór de regionale verkiezingen van juni een regering te vormen. Geen enkele partij doet tijdens die federale regeringsvorming toegevingen waarvoor ze in juni de prijs moet betalen. Als we tot verkiezingen komen betekent dat een regering van lopende zaken tot diep in de zomer van volgend jaar. Want ook na de Vlaamse verkiezingen zal het nog een eind duren vooraleer er een Vlaamse en dus ook federale regering gevormd kan worden. Als er federale verkiezingen komen pakweg begin februari, dan duurt het tot de herfst van volgend jaar voor er een volwaardige federale regering is.

Wat dan zonder verkiezingen? Mooi zou een nieuwe, tijdelijke overgangsregering zijn tot juni 2009. Een sociaal-economisch noodkabinet, met een beperkte levensduurte en opdracht. Bij voorkeur een klassieke tripartite, die aan de ontgoochelde bevolking kan laten zien dat goed bestuur wel mogelijk is, dat de politiek er wel in slaagt om problemen op te lossen. Maar de vorming van zo’n crisiskabinet is niet evident. De SP.A heeft er alvast weinig zin in, alhoewel er voor die partij een unieke kans in zit om haar relevantie te bewijzen. Zo’n tijdelijke noodregering is de best mogelijke optie. Maar niet de meest eenvoudige.

De meeste eenvoudige uitweg is een nieuwe regering maken vanuit de bestaande. Probleem daarbij is dat de indruk moet gewekt worden dat het niet zomaar om een remake van Leterme I gaat. Waarom was het ontslag en al dat gedoe anders nodig? Het vervangen van enkele ministers kan alvast het beeld oproepen dat de regering vernieuwd is. Maar enkele ‘poppetjes’ vervangen is verre van eenvoudig. Wie moet weg? En wie moet in de plaats komen?

Open VLD wil verder met een nieuwe premier. Als CD&V vasthoudt aan Leterme is er dus een groot probleem. Bij CD&V kunnen ze het lot van Leterme aan dat van Dewael koppelen: als de ontslagnemend premier niet mag terugkeren, dan moet ook Dewael uit de regering weg blijven. Bovendien wordt ook Reynders in de Fortis-zaak genoemd. Als Leterme moet verdwijnen, dan ook Dewael en Reynders. Kortom, als CD&V erop staat dat Leterme aan boord blijft, is er een groot probleem, want ze kan zijn lot koppelen aan dat van Dewael en Reynders. De PS zal alvast proberen te vermijden dat Reynders het premierschap opneemt. Dan nog liever Leterme dan Reynders.

En daarmee zitten we weer helemaal in de discussie die tijdens de zomer van 2007 werd gevoerd: met of zonder Leterme? Alle spelletjes die toen werden gespeeld zijn er vandaag nog steeds. Ze zorgden ervoor dat de formatie naar Leterme I lang duurde en moeilijk verliep. Vandaag is die tijd er niet. Er moet een begroting 2009 komen, de afspraken van het sociaal overleg moeten worden uitgevoerd, de banken moeten gered worden … Tijd is er dus niet.

Als CD&V bereid is om zonder Leterme de leiding te nemen van de nieuwe regering, stelt zich de vraag wie het dan wel kan en wil. Maar minstens even belangrijk is: voor hoe lang? Zal CD&V aanvaarden dat de nieuwe regering een overgangskabinet is tot juni 2009? Of staat ze erop dat de volgende regering verder gaat tot 2011? Die keuze is belangrijk voor de vraag wie die volgende regering moet en kan leiden.

De partij likt haar wonden en heeft daarvoor tijd nodig. Ook om het probleem Leterme op te lossen. Het is begrijpelijk dat ze bij CD&V liever niet snel over postjes beginnen te praten. Maar als ze een snelle oplossing willen vinden, is er helaas geen andere keuze. CD&V is de leidende Vlaamse partij, ze is straks weer aan zet. Als Leterme enkele maanden naar Ieper verdwijnt, zou hij in juni misschien weer langs de grote poort kunnen terugkeren.

Deze crisis bulkt van de mogelijkheden en opportuniteiten. Deze crisis draagt in zich de kans op het herstel van de politiek en het vertrouwen. Maar bevat helaas ook de verleiding om te vervallen in de spuuglelijke spelletjes van het voorbije jaar. De politici hebben hun lot en geloofwaardigheid meer dan ooit in eigen handen.

Carl Devos

Naar mijn bescheiden mening wordt Herman Van Rompuy de nieuwe premier.

vrijdag 19 december 2008

KRONIEK VAN EEN AANGEKONDIGD AFSCHEID

Gedaan met goed bestuur, gedaan met de staatshervorming, gedaan met een begroting in evenwicht. Dit lied draag ik op aan de ontslagnemende regering.


donderdag 18 december 2008

COOL NIETS TE WETEN - JEAN-PAUL MULDERS


Meneer, zeggen ze tegen mij. Het heeft iets volgzaams maar ook iets uitdagends. Het is het gemeneer dat je gebruikt tegenover iemand van wie je iets gedaan moet krijgen. Ik bezit namelijk iets dat zij willen hebben, te weten : punten. Cijfers.

Met ze bedoel ik mijn studenten. 21 zijn de meesten, laatstejaars in de richting journalistiek. Het voelt raar om voor hen te staan als degene die het Weet, terwijl ik van nature niet vlug het gevoel heb de wijsheid in pacht te hebben. Maar zij overtuigen mij daar wel van, met achteloos rondgestrooide dt-fouten, pijlen die peilen moeten zijn en dooreen gehaspelde betrekkelijke voornaamwoorden. Het paard die daar staat. Het stond daar echt, dat paard. Het was een schimmel en allerminst onzijdig.

"Ik ben soms nogal slordig meneer. Soms ben ik te rap content." Hij zegt het met een eerlijkheid die sympathie opwekt. Goed werkje gemaakt, daar niet van. Fijn idee, knappe sfeerschepping maar topzwaar van de slordigheden. Daar sta ik dan, de laatste man in Europa die wakker ligt van correcte spelling en het juiste taalregister. "Je zult er toch nog eens in moeten wieden", hoor ik mezelf preken. "Voor een goede eindredacteur zijn drie dingen van belang : nauwkeurigheid, nauwkeurigheid en nauwkeurigheid."

Een flauw lachje kan eraf, voor de rest ligt hij er duidelijk niet wakker van. Niet dat zo'n nonchalante instelling per definitie slecht is. Zelf ben ik van het perfectionistische type, het soort dat geen tekst kan afleveren zonder hem een dozijn keer te hebben nagelezen. Je krijgt daar pijnlijke monnikskapspieren van en slapeloze nachten waarin je wakker wordt gemarineerd in je zweet. Bang dat er toch nog een onvergefelijke kemel is blijven staan. Dan liever schouderophalend.

Een van mijn prerogatieven ( wablieftru, meneer ?) is dat ik nu de docentenkamer mag betreden, die geheimzinnige ruimte die ik altijd met gefluisterde gesprekken en verschaalde sigarenrook heb geassocieerd. In werkelijkheid is ze minder spannend. We praten over films en over de studenten. Over hoe ze tegenwoordig zijn en over hoe wij vroeger waren. Geëngageerder, natuurlijk. IJveriger en meer gedreven.

Ik heb altijd een instinctieve afkeer gehad van het 'jeugd van tegenwoordig'-discours, van het idee dat vroeger alles beter, mooier, spannender en eleganter was. Verzuchtingen van vergrijzende mannen en vrouwen die de teloorgang van hun eigen jeugd betreuren en die dan maar idealiseren, uit schrik dat anderen nú wel eens die fantastische tijd konden beleven.

En toch. Toch betrap ik mezelf er soms op iets te missen bij de jonge garde. Een soort bevlogenheid, een opstandigheid die verder gaat dan het eigen belang. Het vermogen om buiten de bestaande structuren te denken. Het woord rebels is blijkbaar uit de mode, want toen ik het onlangs gebruikte in de aanwezigheid van een jonge vrouw, schamperde die dat dat wel "iets uit mijn tijd" zou zijn. Het lijkt erop dat jongeren pragmatischer geworden zijn. Ze willen de wereld niet veranderen, ze willen slagen voor het examen. "De punten, meneer. Kunt u al iets zeggen over de punten ?"

Terwijl ik juist zo hou van romantiek en idealisme, van vechten tegen beter weten in en desnoods met je kop tegen de muur lopen. Van alles te willen weten, al was het maar om het kritisch te kunnen bekijken.

Het is natuurlijk maar een liedje. Toch krijg ik elke keer een gevoel van onbehagen als ik die hit van Kaiser Chiefs hoor, die dezer dagen de radio teistert:

What did you learn today ?

I learned nothing

What did you do today ?

I did nothing

Why didn't you go to school ?

I don't know.

En dan het refrein : It's coooool to know nothing.

Is het cool niets te weten ? Ik geloof het niet. Het maakt je zwak en weerloos. Het maakt je een gewillig slachtoffer van marketeers en politici en andere lieden die zelf wél iets weten - al was het maar hoe ze je moeten manipuleren.

Coca-Cola was oorspronkelijk groen. Het is onmogelijk te niezen met je ogen open. De Eiffeltoren krimpt een meter als het vriest. Voor iemand als ik, liefhebber van zelfs de meest nutteloze weetjes, is het onbegrijpelijk het ook maar één seconde cool te vinden niets te weten.

woensdag 17 december 2008

dinsdag 16 december 2008

FANTOOMPIJN - ARNON GRUNBERG - ROMAN

Het is weinigen gegeven: een boek schrijven dat in wezen intriest is, en je toch doet grinniken van begin tot einde. Arnon Grunberg bewees eerder al, met Blauwe maandagen en Figuranten, dat hij gevoel voor tragikomedie had, maar nog nooit kwam dat zo mooi uit de verf als in zijn roman, Fantoompijn. Arnon Grunberg heeft zijn voorliefde voor ratés in zijn proza nooit verborgen. In zijn debuutroman Blauwe maandagen doolde de ik-figuur van hoer naar hoer op zoek naar liefde; in zijn tweede roman Figuranten waren de acteerambities van de hoofdfiguren veeleer aandoenlijk dan hoopvol. Met Robert G. Mehlman zet Grunberg in zijn roman Fantoompijn zijn aanstekelijkste tragikomische held totnogtoe neer. De basisingrediënten van Mehlmans leven zijn weinig verbluffend: hij kende ooit groot succes met zijn debuutroman 268 op de wereldranglijst, waarin hij met zijn vader, Aron Mehlman, afrekende. Aron ging er prat op dat hij een beroemde tennisspeler was, maar in werkelijkheid was hij levenslang geschorst omdat hij een tegenstrever in de kuit gebeten had. De ambitieuze romancyclus die volgt op het debuut, flopt en wordt verramsjt. Mehlman heeft geldproblemen, heeft hooglopende ruzies met zijn vrouw, houdt er een paar minnaressen op na en maakt zijn vrouw tegen zijn zin zwanger. Niet onbelangrijk detail: hij is een Nederlander, maar woont in New York, net als Grunberg zelf. Deze loser onderscheidt zich van een doorsnee antiheld door de overtuiging en de glamour waarmee hij ten onder gaat. Niets is hem te gek; alles wat hij doet, is over the top. Zijn vrouw en hij leven op zes creditcards, maar dat weerhoudt hem er niet van een potentiële, niet eens interessante minnares mee te tronen naar Atlantic City om te gokken. In een gehuurde limousine nog wel, met waterbed, al had Mehlman daar niet op gerekend toen hij zijn "secretaris" om een limousine vroeg. Hij trekt een paar weken met Rebecca rond; waarom weet hij zelf niet. "Op de vraag waarom was maar één antwoord mogelijk: 'Omstandigheden, en geen verzachtende.'" Hij geniet ervan als hij een limousine kan laten voorrijden, zogezegd door zijn privéchauffeur; hij vermeit zich niet in het vooruitzicht het bed te delen met de verblufte vrouw; maar wel in het toneelstukje dat hij naar eigen aanvoelen weer eens perfect geregisseerd heeft. Mehlman is niet zozeer een schrijver als wel "een producent van waanvoorstellingen". Hij is een megalomaan, die zichzelf bij elke gelegenheid opnieuw uitvindt. Daarin verschilt hij dus niet van de vader, met wie hij afrekende in zijn debuutroman. Sociale conventies en maat zijn aan hem niet besteed. Mehlman heeft ook zijn volstrekt eigen manier om verveling te doden: "Ik had het kraslot een maand of vier geleden ontdekt, er ging weinig boven het kraslot had ik al besloten, als het om bezigheidstherapie ging. Soms moet ik met collega's van mijn vrouw uit eten, dan kocht ik voor iedereen een stuk of tien krasloten. Die gaf ik ze na het hoofdgerecht. Ik vind het altijd weer mooi te zien wat het kraslot in mensen wakker maakt. Bovendien spaart het conversatie; mensen die krassen spreken niet." Hij is creatief, maar een slappeling; zijn persoonlijkheid schikt zich naar de omstandigheden. Je kan hem onmogelijk ernstig nemen; elke overtuiging of stelregel die hij poneert, krijgt iets komisch. Grunberg kan hem daardoor onbeschroomd met onzinnigheden en clichés laten gooien, zonder dat dat ergernis wekt. Grunbers gevoel voor ironie wil dat Mehlmans vrouw in een psychiatrische kliniek werkt. "Prinses Sprookje" noemt Mehlman haar, zelfs als het sprookje allang in een nachtmerrie ontaard is. Ze gaat haar man hoe langer hoe meer als een psychiatrisch geval beschouwen. Erger nog, stelt hun zoon, Harpo Saul vast: 'Volgens mijn moeder stond de psychiatrie machteloos als het om Robert G. Mehlman ging. Ieder mens zou dit waarschijnlijk als een belediging hebben opgevat, maar mijn vader dacht dat het een compliment was. 'De eerste therapeut die mij kan genezen, neem ik op in mijn testament,' heb ik hem horen zeggen." Harpo Saul leidt Mehlmans laatste boek, Het Lege Vat en andere parels, in en uit. Harpo lijkt een tamelijk evenwichtige jongeman, maar in het licht van zijn vaders manuscript is dat bijna ondenkbaar. (Eva Berghmans - De Standaard)

zondag 14 december 2008

HET HUWELIJK - WILLEM ELSSCHOT


Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

zaterdag 13 december 2008

BEETHOVEN - PIANOCONCERTO 3 - BRENDEL - ABBADO




Onthaasten met Beethoven

donderdag 11 december 2008

OM BROODT - JEAN-PAUL MULDERS


Young chicks in the wok heet het gerecht, en ik ben altijd beschroomd het te bestellen. Toch eet ik het geregeld, zelfs met stokjes, en vandaag smaakt het nog lekkerder dan gewoonlijk. Er is zonlicht en blijheid die zacht ontdooit. Ik voel mij verbonden met alles. Zelfs het oor van mijn koffiekopje krijgt iets geniaals, als was het rechtstreeks door het opperwezen ontworpen op een van zijn betere dagen. Zo moet het zijn als je xtc hebt geslikt en overloopt van liefde. Maar ik krijg de gewaarwording gratis want ik héb geen xtc geslikt. Ik slik nooit iets, als het op drugs aankomt, ben ik zo zuiver als een versgebakken melkbrood. Zelfs geen joint heb ik in mijn leven al gerookt. Saai, zult u zeggen. Misschien. Maar ik vind het bestaan al hallucinant genoeg zonder scheikundige dromen.

Soms, als ik aan zo'n terrastafel zit in november, vang ik een glimp op van waar het in dat leven om gaat. Ik wou dat mijn grootmoeder een limonade kwam drinken en mij zei wat zij vindt van Barack Obama. Dat zal ik nooit weten. George W. Bush vond zij een valsaard, maar over zijn opvolger hebben wij nooit gesproken, zoals trouwens ook niet over de wereldwijde crisis, die pas losbrak toen zij al niet meer onder de levenden was. Graag had ik haar priemende mening over die dingen gekend.

Als zij hier aanschuift, hoe zou zij dan zijn ? Zou zij verschijnen in haar rolstoel, zoals de laatste jaren, of als de giechelende bakvis die zij ooit moet zijn geweest ? Geen van beide, zullen religieus geschoolde lieden zeggen. Zij is nu een geest, onstoffelijk en zonder leeftijd, bevrijd van de slommering van de materie. Maar dat is niet wat ik wil. Ik wil haar stem. Haar door artrose vervormde polsen. De vlekken op haar vlezige schouder, gevolg van de inenting tegen pokken. Het wratje op haar bovenlip, waar enige haartjes op stonden.

Soms, bij mooi weer, hangt haar geur nog in de auto. De geur van oude mens, op zich nogal afstotelijk, maar mij in dit geval dierbaar. Het zal mij spijten die auto te moeten inruilen voor een exemplaar waar zij nooit heeft ingezeten. Zij stond sowieso achterdochtig tegenover al dat heen en weer gerij van mij. "Als ik zo'n schrick-lyk ongeval zie in het nieuws," vertelde zij, "dan kijk ik altijd met een bang hart of jouw nummerplaat er niet bij is."

Dat vond ik griezelig, en schoon. Wie zal er via de verrekijk over mij waken nu ik verslaafd ben geraakt aan gemberbonbons, die ik in industriële hoeveelheden bij de speciaalzaak betrek ? Top Quality, Good Taste, staat op het witte doosje te lezen. De snoepjes zijn geïmporteerd uit Indonesië. Het heeft een hele tijd geduurd voor ik erachter kwam dat je het hostieachtige blaadje waarin ze zijn gewikkeld, gewoon mee op mag eten. Ook laat ik dagelijks een velletje opsmeulen van het fameuze Papier d'Arménie. Een ritueeltje dat mij in staat stelt even te ontsnappen uit dit kale bestaan zonder verzoenings- en reinigingsrites.

Op zondag ga ik op stap met mijn dochter, die "jaaaaaa !" roept telkens er een foto van haar wordt gemaakt. Niet voor niets noemden de verpleegsters haar in het moederhuis al "het fotomodel". Zij is nu twintig maanden en spreekt al zeer wel, al zegt zij heel vaak "petje" zonder dat ik vermag te achterhalen wat zij daarmee bedoelt. Ook zoekt zij steun door haar armpjes om mijn benen te slaan, wat mij sprakeloos doet staan.

Ik ben nu degene die Volwassen moet zijn, die verondersteld wordt te Weten en Richting te geven. Ik mag niet versagen zelfs al word ik al eens sentimenteel, bijvoorbeeld als mijn moeder mij een papiertje toestopt waarop mijn grootvader lang geleden met potlood vier woorden heeft geschreven, in dat fragiele handschrift van hem. Ik ben om broodt, staat daar te lezen. Hij moet het in de late jaren zeventig hebben neergekrabbeld, niet erg lang voor zijn doodt. De dt-fout is van aard mij weekmoedig te maken, terwijl ik denk aan de busritten naar huis op woensdagmiddag. Aan de lucht die blauwer was. Aan de paarse vlekken op zijn handen, die het nakende afscheid aankondigden. Aan deeg dat met echte gist in een gebarsten kom stond te rijzen, beschermd door een geruite handdoek waar je vooral niet onder mocht kijken omdat anders de wereld had kunnen vergaan.

woensdag 10 december 2008

dinsdag 9 december 2008

DE ZAAK GENEVIEVE LHERMITTE

Het journaal op één om zeven uur is een vaste waarde, iedere dag. Gisteren opende het journaal met een close-up van mevrouw Geneviève Lhermitte. Ondertussen weet iedereen waarvoor ze terecht staat. Toen ik haar gezicht over het volledige scherm zag verschijnen bekroop me een heel raar gevoel. Niet de aanblik van de vrouw zelf bezorgde mij het ongemak wel de manier waarop ze in beeld werd gebracht bij het begin van het journaal.

Ik vond het 'erover' en had liever een discretere aanpak gezien. Ik begrijp dat de media hun werk moeten doen en dat 'duiding', misschien nog meer dan bij andere zaken, noodzakelijk is. Maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het mediacircus op volle toeren draait. De hele zaak zal de komende dagen in alle media breed uitgesmeerd worden. Teveel,naar mijn goesting, onder het mom dat de kijker of de lezer het recht heeft 'de waarheid' rond het hele gebeuren te kennen.

Voor mij is het niet te vatten dat een moeder haar vijf kinderen doodt. Toch weiger ik haar te zien als een monster en voel een zeker mededogen. Het is verschrikkelijk wat ze heeft gedaan en het is niet met een pen te beschrijven wat die kinderen moeten hebben meegemaakt op het einde van hun jonge leven.

Ik vraag me af hoe iemand die aan de basis ligt van zo'n tragische gebeurtenis nog verder kan leven. Je nu en dan gelukkig voelen is op heden al een moeilijke opgave, laat staan te moeten verder leven met de gedachte dat je eigenhandig je kinderen hun toekomst hebt ontnomen.
Omdat het leed zo onnoemelijk is en de feiten zo uitzonderlijk zou ik pleiten voor een meer serene aanpak.

maandag 8 december 2008

IK WERD GEBOREN - TOON TELLEGEN



Ik werd geboren
en iemand kwam aansjokken, zette een ladder
tegen mij aan en klom naar boven
met op zijn rug mijn ziel en mijn gedachten.

Het begon te regenen
en hij sprong naar beneden, holde weg
om te schuilen, riep nog over zijn schouder:
'Wees gelukkig! Wees maar gelukkig!'

De zon verscheen,
maar er klom niemand meer naar boven.
Niemand legde uit hoe ik mijn gedachten
moest gebruiken,
niemand bracht schaduw,
niemand haalde de ladder weg,
niemand zei dat er niemand meer zou komen.


Uit: 'Daar zijn woorden voor', 2005.

zaterdag 6 december 2008

ELEGY **** - DRAMA

Regisseuse Isabel Coixet gooide al hoge ogen met films als ‘My Life Without Me' en ‘The Secret Life of Words' waarvoor ze zelf het scenario schreef. ‘Elegy' daarentegen is een verfilming van Philip Roths boek ‘The Dying Animal'. Zijn werk is al eerder met succes verfilmd met ‘The Human Stain' (2003). 'Elegy' doet het ook erg goed, de film ontving een nominatie voor een Gouden Beer op het filmfestival van Berlijn.

‘Elegy' draait om het leven van David Kepesh (Ben Kingsley), die door bindingsangst zijn vrouw en zoon verlaten heeft. Sindsdien heeft hij regelmatig relaties, zonder dat hij iemand te dicht bij laat komen. Zijn inmiddels volwassen geworden zoon Kenny (Peter Sarsgaard) heeft het zijn vader nooit kunnen vergeven dat hij hen verlaten heeft. De enige constante factor in Davids leven is zijn beste vriend George (Dennis Hopper) en Carolyn (Patricia Clarkson), een oud-studente van David met wie hij al ruim twintig jaar een open seksrelatie heeft. Tijdens één van zijn colleges raakt David smoorverliefd op de ruim dertig jaar jongere studente Consuela (Penelope Cruz). In eerste instantie gaat het hem alleen om de seks maar langzaamaan raakt hij steeds meer in de ban van haar. Uiteindelijk blijft het leeftijdsverschil hem parten spelen. Hij wordt jaloers en vreest dat Consuela weggenomen zal worden door een jongere man. George adviseert hem om de relatie te beëindigen voor het te laat is maar David kiest er voor om deze door te zetten. Gaandeweg komt het onvermijdelijke en wordt de relatie verbroken. Het verhaal neemt een ontroerende wending, wanneer Consuela David een aantal jaren later belt omdat zij hem dringend iets moet vertellen.

Coixet vertelt het verhaal op een rustig tempo met de nodige stiltes, waardoor de film misschien niet voor iedereen is weggelegd. Het zorgt er wel voor dat de hele cast de tijd krijgt om hun personages goed te ontwikkelen. Alle acteurs zijn goed gecast en zijn uitstekend op elkaar ingespeeld. De personages zijn echte mensen van vlees en bloed wat de geloofwaardigheid ten goede komt. Het zijn de acteurs die de film naar een hoger plan tillen. Ben Kingsley speelt een goede rol als de fragiele David. Ook de bijrollen van Dennis Hopper, Patricia Clarkson en Peter Sarsgaard zijn uitstekend neergezet. Vooral Penélope Cruz laat zien wat zij in huis heeft, niet alleen in haar naaktscènes. Haar acteerwerk is bewonderenswaardig. Ze speelt een sterke vrouw die precies weet wat zij wil in het leven. Haar personage is sterker dan David.

‘Elegy' is een prachtige, oprechte film over liefde, dood, ouderdom en de twijfels die bij relaties kunnen ontstaan. Coixet heeft met een ware sterrencast een ontroerende en fascinerende film gemaakt die vanaf de eerste scène boeit en je niet meer loslaat. Marvin Heineman

vrijdag 5 december 2008

SPIJKERSCHRIFT - KADER ABDOLAH - ROMAN

De in Nederland wonende, van oorsprong Iraanse, schrijver Kader Abdolah (°1954) nam de naam over van een vriend die in Iran tegen de islamitische dictatuur vocht en daarbij de dood vond. Hij kwam in 1988 naar Nederland, nadat hij drie jaar eerder om politieke redenen zijn geboorteland was ontvlucht. In het voetspoor van al die ballingen, dichters, schrijvers die hun vaderland en moedertaal achter zich lieten, hun wortels afsneden en elders helemaal opnieuw moesten beginnen. Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Farahani, zoals zijn echte naam luidt, was al schrijver in het Perzisch en schreef twee (ongepubliceerde) boeken in zijn vaderland. Inmiddels heeft hij verschillende boeken op zijn naam staan en werden zijn columns voor de Volkskrant gebundeld. Al die werken zijn geschreven in zijn nieuwe moedertaal: het Nederlands.

Een grote roman over liefde, verraad, dood en religie in een even sprookjesachtig als woelig Perzië. Aga Akbar, de doofstomme vader van Ismaiel, heeft in de loop van zijn leven een boek geschreven. In een eigen ontworpen spijkerschrift. Na zijn dood in de Perzische bergen wordt het boek bij zijn naar Nederland gevluchte zoon bezorgd. Ismaiel probeert het leesbaar te maken, net zoals hij zijn vader vroeger verstaanbaar moest maken. Zo tovert Kader Abdolah het leven van Aga Akbar en zijn zoon Ismaiel tevoorschijn.‘Als ik geen doofstomme vader had, had ik dit boek niet kunnen schrijven’, zegt Kader Abdolah. ‘Met Spijkerschrift wil ik over het leven vertellen. Over de liefde, de dood, het verraad en de religie. En dan op mijn eigen manier. In het boek verwijs ik met een citaat uit de Max Havelaar naar de overeenkomst tussen het pak van Sjaalman en Spijkerschrift. Alles leugens, schrijft Multatuli. En zo is het in Spijkerschrift ook. Alles leugens.’ (Uitgeverij De Geus)

Tekstfragment

Jaren later, toen Ismaiel, de zoon van Aga Akbar, een jaar of zestien was en in de stad woonde, bezocht hij zijn oudoom in de bergen. ‘Maar oom Kazem Gan, waarom leerde u mijn vader niet normaal schrijven, of normaal lezen, net als alle anderen?’ vroeg Ismaiel ‘s avonds bij het eten. (…)‘Voor zulke dingen moet je een bekwame vader hebben en een sterke moeder. Nee, ik wilde hem helemaal niet leren schrijven. Maar ik voelde, ik merkte dat het hoofd van Aga Akbar zinnetjes maakte, verhalen schiep, begrijp je wat ik bedoel? Dat talent, die zinnetjes in zijn hoofd konden hem kapotmaken. Hij had altijd hoofdpijn, en ik was de enige die wist waar die hoofdpijn vandaan kwam. Daarom leerde ik hem in spijkerschrift te schrijven.’

Hoewel hij de notities van zijn vader zichtbaar wil maken, vertelt hij zijn eigen levensverhaal. Als Ismaiel in Teheran gaat studeren wordt hij actief in een ondergrondse beweging. Gaandeweg wordt de toon grimmiger en minder sprookjesachtig. Inmiddels komen de geestelijken in opstand en wordt er een revolutie ontketend. Als Khomeini de macht overneemt, kiest Ismaiels partij voor een half legaal bestaan. Ismaiel zit in de redactie van de partijkrant. Een van de aangrijpendste passages uit het boek is hoe hij zich vlak voor zijn definitieve vlucht probeert te ontdoen van de stencilmachine die op zijn kamer stond. Het verhaal eindigt opnieuw op een sprookjestoon, in de grot waar Aga Akbar ooit het spijkerschrift overschreef. Abdolah heeft de cirkel rond willen maken, het onuitsprekelijke willen vertellen.

Wat deze 'Notities' boeiend maakt is de meerstemmigheid ervan. In de roman staan soera's uit de Koran, een gedicht van P.N. van Eyck, poëzie van meerdere middeleeuwse Perzische dichters, een fragment van Multatuli, of reflecties over de verhouding tussen kroonprins Willem-Alexander en zijn moeder. Abdolah schrijft over legendes in het Saffraandorp, Ismaiels dichtende oom Kazam Gan die te paard door de streek trok, maar ook over een vriendschap tussen een Iraanse balling en een Nederlander die samen een duin beklimmen. 'Spijkerschrift' is het meest overtuigende boek van een schrijver die zich een unieke plaats in de Nederlandstalige literatuur heeft verworven. (Trouw Boekrecensies)

donderdag 4 december 2008

HET VERDRIET VAN VOGELS - JEAN-PAUL MULDERS



Opeens zag ik ze, toen ik de redactie buitenkwam en per uitzondering naar de lucht keek, om te zien of daar geen neerslag uit druppelde : een zwerm trekvogels. Als een langgerekte, dubbele W kliefden ze door de lucht. Hoog boven hen de sterren en hun buikjes verlicht door de gloed van de stad. De vrijheid die daarvan uitging ! Hun absolute onafhankelijkheid van de mens, die sinds 1970 meer soorten heeft uitgeroeid dan er in de driehonderd jaar daarvoor zijn verdwenen. Hun soevereiniteit ten opzichte van ziekenkassen en pensioenverzekeringen, van de Nasdaq en de Aldi. De trots waarmee zij van dat alles wegvliegen of daar tenminste de schijn van geven, want waar zij naartoe gaan zullen natuurlijk ook mensen zijn. Mensen zijn helaas overal.

Het spektakel in de lucht was van aard mij stil te maken. Ik wenste dat ik zelf kon opstijgen om met wiekende vleugels door het zwerk te klieven. Ik sloeg enkele keren met mijn ellebogen, à la façon van de Vogeltjesdans, maar dat zette weinig zoden aan de dijk. Een voorbijkomende collega gaapte mij aan. Ik mompelde iets van reuma in mijn schouders en nam plaats in mijn wagen, om mij in de avondspits te storten. Weinig avontuurlijk allemaal.

Naar huis kruipend, met Eels op de radio, bedacht ik hoezeer wij het vogelrijk onderschatten, meer nog misschien zelfs dan het Rijk der Vrouw. Neem nu de ekster, die stoutmoedige kraaiachtige met zijn blauwwitzwarte veren. Niet zo lang geleden zag ik er een koppel van langs de snelweg. Het mannetje had zich te ver geriskeerd en lag daar morsdood, terwijl het vrouwtje nerveus rondtrippelde en telkens weer naar het vogellijk ging kijken, alsof zij hem nog wou wekken. Er sprak radeloosheid uit haar kraalogen, een niet te schatten verdriet. Kunnen vogels verdriet lijden ? Terwijl ik mij dit afvroeg, besefte ik hoe arrogant het was je die vraag te stellen. Natúúrlijk kunnen vogels diepbedroefd zijn. Alles aan dit ekstervrouwtje wees erop dat zij wanhopig was, haast op dezelfde manier als mensenvrouwtjes wanhoop zouden voelen bij de aanblik van hun levenspartner, die plotseling geveld was en niet meer bewoog.

Ik trompte, zoals toeteren hier te lande wordt genoemd, om tenminste te vermijden dat ook dit eksterwijfje het slachtoffer zou worden van gretige autobanden. Verschrikt vloog zij op. Ik had met haar te doen.

"Het verdriet van vogels", zei ik hardop. Het zou nog een goede titel zijn voor een boek. Onlangs heb ik er nog een bedacht, Duitsers gaan ook dood, maar de bijbehorende roman moet nog worden geschreven. Het is zo'n klus, nietwaar ? En hoe ouder ik word, hoe meer ik het gevoel heb dat ik mijn tijd nuttig moet besteden, bijvoorbeeld door op dun ijs te schaatsen of te dansen in de zon. Niet door letters in een toetsenbord te zitten kloppen.

Intussen zetten de auto's zich weer in beweging. Het stapvoets verkeer ging over in een trekzakfile, de ergste van allemaal, omdat ze het valse gevoel verschaft dat je gas kunt geven, terwijl je luttele tellen later bijna de kofferbak van je voorligger ramt. Ik vroeg mij af wat ik die avond eens zou uitvreten. Ik kon naar de haven rijden om naar zeewaardige schepen te kijken. Daar hou ik nogal van. Ik kon ook naar het café gaan om over Babeuf te praten. Als we genoeg gedronken hebben, praten mijn vrienden en ik graag over Babeuf. Of over Justus Lipsius of Jules Destrée, niet te verwarren met Jules Destrooper. Zelfs Fernand Koekelberg durft al eens over onze tong-rug te passeren, bah.

Maar ik was moe, doodmoe. Om onder de mensen te komen, ontbrak mij de energie. Misschien moest ik maar wat naar de televisie kijken, er zou vast wel iets doms worden vertoond. Er wordt altijd wel iets doms vertoond, dat is waar de mensen het liefst naar kijken. Ook kon ik een berg zakdoeken strijken. De eentonigheid van dat karweitje geeft mij rust. Het gevoel iets af te werken, orde te scheppen in een wereld die ondoorgrondelijk is.

Ik hou van échte zakdoeken, geen papieren. Op dezelfde manier ben ik een grote aanhanger van stoffen servetten in restaurants. De weldadigheid daarvan. Het gevoel van duurzaamheid dat zij geven in deze allengs meer door wegwerp belegerde tijden.

Waar zouden mijn trekvogels intussen al zijn ?

woensdag 3 december 2008

maandag 1 december 2008

VOORBIJ - ANNIE SALOMONS



verleden jaar was je nog niet gekomen,
en nu ben je al weer weken weggegaan.
het scheen, je zou je léven van mij dromen,
en nog geen jaar heb je mij na gestaan.

je kwam als stormwind, jong en fris en nukkig,
je mond was zengend in mijn huivrend haar,
en 'k borg mijn hoofd zo wonderlijk gelukkig
weg aan je borst, als kenden wij elkaar.

ik had je lief; maar op je onstuimig vragen
zei wijsheid "neen," voordat mijn hart het wist.
en strak-verborgen heb 'k mijn heil gedragen,
door lichte nachten en door drukke dagen,
mijn droom-van-liefde nooit door jou gegist.

ik had je lief, maar zware, stukke woorden
kerfden een scheiding tussen jou en mij,
neen, 't kon niet zijn, dat ik je ooit behoorde,
dat mijn verbleekte jeugd jouw opgang stoorde...
ik had je lief, maar zei slechts wijze woorden.
zo dreef de laatste, lieve waan voorbij.