NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

maandag 31 augustus 2009

DUIZENDSCHOON - JOS ZUIJDERWIJK



zeg mij niet dat water
water is
dat later later is
vaak nooit meer komt
omdat alles stroomt
zelden kabbelt
zonder stapjes terug
om alsnog een wijle
te verblijven

in het destijds
links gelegen droompaleis
op zweeftapijt van liefde
stil geluk arcadisch
ingekleurd waar opsmuk
smelt vervloeit
zacht de geur van hyacint
leeuwenbek duizendschoon
vuurlibel argusvlinder
oh oranje tipje

sta stil
zeg mij niks
ik ben van bijenwas
jij het poetskatoen


zondag 30 augustus 2009

SABELDANS - ARAM KATCHATURIAN




Aram Katchaturian werd in Tiflis (Armenië) geboren op 6 juni 1903 als zoon van een boekbinder. Als musicus moeten we hem een late roeping noemen: eerst op 19-jarige leeftijd ging hij cello studeren in een lokale middelbare school. Dan volgt aan het Conservatorium te Moskou compositiestudie bij Miaskowski en Wasilenko. In 1939 wordt hij aanvaard in het "Comité der Sovjetrussische componistenorganisatie". Hij verwerft drie Stalinprijzen: voor het ballet "Gayaneh" (met de overbekende "Sabeldans") uit 1943, de tweede symfonie uit 1946 en de muziek bij de film "De Slag om Stalingrad" in 1950.

Beroemd is van Katsjatoerian ook zijn pianoconcerto uit 1935. Naast enkele symfonieën schreef hij ook een vioolconcerto en kamermuziek. Tot in 1968 doceerde hij aan het Conservatorium te Moskou compositieleer. Hij stierf in Moskou op 1 mei 1978. (Componisten.net)


zaterdag 29 augustus 2009

EEN EXPLOSIEF MENGSEL - CARL DEVOS


De gevangenisontsnappingen, ooit hét spectaculaire zomernieuws, lijken enkele weken later al wat vervaagd tot een akkefietje dat illustreert wat iedereen al decennia weet: Justitie werkt niet goed. Ook de pijnlijke soap rondt De Tandt, waarvan zowat dagelijkse nog nieuwe, vergezochte scenario’s verschijnen, onderlijnt hoe kaduuk Justitie is.

De verhaallijnen in de affaire-De Tandt worden zo absurd en onwaarschijnlijk dat rechtzoekende burgers alleen maar kunnen hopen dat het allemaal stemmingmakerij en verzinsels zijn. Als het waar is wat de media over deze zaak berichten, dan heeft vrouwe justitia haar blinddoek vooral nodig om de burgers niet in de ogen te moeten kijken.

Over De Tandt en de ontsnapte gevangenen is de voorbije weken in de media terecht heel veel lawaai gemaakt. Er zijn straffe editos en scherpe commentaren over verschenen. Beide zaken zijn een politiek probleem maar nog geen bedreiging voor de politieke stabiliteit. Als Justitie al ergens een probleem voor de politici vormt, dan is dat het onderzoek van onderzoeksrechter Henri Heimans van het Gentse hof van beroep over de lekkage in de affaire-Fortis. Door het ander criminieuws wat naar de achtergrond geduwd, maar wel zeer bedreigend: de directe aanwijzingen dat de regering in deze zaak met betere wapens kon strijden dan vertegenwoordigers van kiezers (aandeelhouders) stapelen zich op.

Nu blijkt dat ook aan het arrest van De Tandt in de Fortis-zaak een reukje zit. Zo komen de affaires De Tandt en Fortis samen in één modderpoel. Ondertussen komt ook Didier Reynders steeds meer in het vizier, de man die de CD&V van voor de verkiezingen van juni 2007 nooit meer op Financiën zou dulden. Er bouwt zich een explosief mengsel op dat, als het in de andere politieke dossiers (begroting, asiel, BHV, enz.) tegenvalt, wel eens tot ontploffing zou kunnen komen.

Eerst moet de begrotingsberg overwonnen worden. In De Morgen herhaalt Kris Peeters dat van de Vlaamse regering geen extra inspanningen verwacht moeten worden om de Belgische put te dichten. Vlaanderen mikt op een evenwicht in 2011, de federale overheid pas in 2015 en Brussel en Wallonië nog later. De inspanningen liggen vast en er wordt niet meer aan geraakt, zegt Peeters.

Maar enkele zinnen verder is er toch een opening: Vlaanderen wil eventueel een groter deel van de pensioenslast dragen als Wallonië en Brussel dat ook doen. Met die laatste voorwaarde is dat gat meteen weer gesloten.

Opmerkelijker is wel dat Peeters zich zo expliciet vragende partij toont voor een staatshervorming. Eerst komen er informele contacten met de Franstaligen om te weten te komen of en hoe ze willen praten. Kwestie van de eigen nederlaag niet te organiseren. "Dan pas" komt er een voorstel in het overlegcomité om de communautaire onderhandelingen te hervatten. Dat staat ver van de strijdleuze "on n’est demandeur de rien".

Het wordt tijd dat de Vlaamse regering wat meer duidelijkheid schept over haar communautaire koers. Hoe assertief wil ze haar eigen bevoegdheden uitputten, met inbegrip van de blokkeringsmogelijkheden waarover ook zij beschikt om andere overheden tot de orde te roepen? Is ze nu zelf vragende partij voor een nieuwe gespreksronde, of niet? Onder welke voorwaarden? In welke omstandigheden? Waarover? Waar? Tegen wanneer? Is de Vlaamse regering unaniem over het antwoord op die vragen?

In een vrije tribune gaf Bart Maddens, inspirator van de befaamde Maddens-doctrine, gisteren aan waaruit die assertieve communautaire houding die de Vlaamse regering zichzelf toeschrijft zou kunnen bestaan. Hij stelt voor dat de Vlaamse regering een belangenconflict indient tegen de federale begroting als die op het terrein van de Vlaamse bevoegdheid zou komen, bijvoorbeeld inzake preventieve gezondheidszorg en grootstedenbeleid. De Franstaligen laten immers graag de federale regering nog wat meebetalen aan regionale bevoegdheden, dan moeten ze die uitgaven niet zelf dragen.

De Vlaamse regering, met voorop de N-VA, zal in de komende maanden communautaire kleur moeten bekennen. Het is niet ondenkbeeldig dat de N-VA de "Vlaamse" CD&V onder druk zet om de "federale" CD&V tot de juiste beslissingen aan te zetten. Jarenlang heeft de N-VA zo binnen het kartel op CD&V gewogen, "de staart die met de hond kwispelde" zoals een commentator dat ooit omschreef.

Dat worden dus ook lastige tijden voor CD&V, die beide regeringen met niet gelijklopende belangen en zeer uiteenlopende coalitiepartners moet besturen. Op dinsdag 22 september komt CD&V-voorzitter Marianne Thyssen in het openingscollege politicologie aan de Universiteit Gent uitleggen hoe je in zo’n situatie een partij kunt samenhouden. Iedereen welkom. (deredactie.be)



donderdag 27 augustus 2009

GODIN MET KLINK - JEAN-PAUL MULDERS

Als kind was ik doodsbang voor de Lokketisse en voor winkels tegen sluitingstijd. Mijn grootste schrik was dat het traliewerk zou worden neergelaten en de lichten uitgedraaid, en dat ik de nacht zou moeten doorbrengen bij de ontharingscrèmes van Veet. Men moest nog maar omroepen dat de klanten zich naar de kassa dienden te begeven of ik werd al bleek om de neus, begon onrustig aan de mouw van mijn moeder te trekken en wou naar buiten, eruit, als was het shopping center een sarcofaag waarin we levend zouden worden ondergeschoffeld.

Dat alles is nu lang geleden en van de angst voor winkels tegen sluitingstijd ben ik geheel bevrijd, alsook van schrik voor de Lokketisse, al durf ik bij het douchen nog wel eens te denken dat er uit het afvoerrooster smalle tentakels tevoorschijn zullen komen, meestal donker en zeer lang, die zwiepend naar mijn enkels tasten. Men weet maar nooit wat daar leeft onder het bad. Maar dit uitgezonderd ben ik goed op weg geheel angstvrij te worden, al is het pad lang en bochtig en werken de tijden mij tegen. De schrik voor winkels tegen sluitingstijd heeft van de hele samenleving bezit genomen. Eerst de crisis en daarbovenop de Mexicaanse griep, die wel niet helemaal doorbreekt maar toch onheilspellend sluimert. Ik wou dat ik mij tot de patiënten mocht rekenen van het eerste uur, zodat ik nu immuun de schouders kon ophalen en zeggen : "De Mexicaanse griep ? Waar jij nog over spreekt."

Intussen heerst in de straten een typisch zomers sfeertje. Bij het water zijn witte tenten opgeslagen. Het is de vloek van dit jaargetij dat er altijd wel ergens een idioot staat te brullen. Niets kan mij zo troosteloos in de oren klinken als het galmen van een verre megafoon. Ik verschuil mij in de Limerick, waar je zinnen van Lorca en Heine kunt drinken, maar ook brouwsels met namen als writer's delight en writer's deblock.

Op weg naar huis, onder de platanen, kom ik voorbij een rommelmarkt. Soms hou ik daarvan maar vandaag kan ik de aanblik van uitgestalde stoffigheid niet goed verdragen. Er zijn roestige Matchboxen en een Dokter Bibber die het nog doet, en talrijke heiligenbeelden, waarvan ik de gebruiksaanwijzing niet ken. Ik koop een oud scheermes met een lemmet waarin woorden zijn gestanst die tot mijn verbeelding spreken. Ik koop ook een muntstuk van vijf frank, uit het jaar 1970, en begroet de beeltenis als een oude vriend. Als kind zag ik er een rare pipo in met aan zijn achterhoofd een klink zoals we die thuis aan onze ramen hadden. Nu pas kom ik erachter dat de kop Ceres voorstelt, godin van het graan, en dat mijn vermeende klink een hoorn des overvloeds is.

Ik weeg het muntstuk op mijn hand. Welke reis heeft het gemaakt, daar in die verre jaren zeventig ? Door hoeveel handen is het gegaan voor het alsnog bij mij geraakte ? In welke krochten zijn er pinten mee betaald en welke gesprekken werden daarbij gevoerd, bij hevige sneeuwval en in de volle zon ? Misschien heeft het een tijdlang in de portemonnee van Ann Christy gezeten, of in de broekzak van Boontje. Mijn vader toonde een dergelijk muntstuk tussen duim en wijsvinger, toverde het via een behendige handgreep weg en haalde het vanachter mijn oor weer tevoorschijn.

Komaan Mulders, genoeg gefantaseerd over een stukje oud nikkel dat allang is ontwaard. Naar alle waarschijnlijkheid heeft deze godin-met-klink niet half zo'n spannend parcours afgelegd als je denkt. Hoog tijd om wat nuchterder te worden en met beide voeten op de grond te staan. Om je met quotiteiten en aftrekbare bedrijfslasten bezig te houden in plaats van met de lotgevallen van een uit de circulatie genomen stuk van vijf frang.

In afwachting koop ik nog vlug een beauty van een hemelsblauwe paternoster. Thuis pas zal ik vaststellen dat hij maar 49 kralen telt, in plaats van de vereiste 50. Gebrekkig dus. Weer opgelicht. Maar toch geschikt om, in geval van hoge nood, de Lokketisse terug in haar spelonk te drijven.

Reacties : jp.mulders@skynet.be


zondag 23 augustus 2009

TROOSTVOGEL - DRS. P.



Wanneer je soms iets naars beleeft
Je niet mag uitgaan door de regen
Of slaande ruzie hebt gekregen
Met iemand waar je veel om geeft

Als speelgoed door een mankement
Niet meer zo leuk is als tevoren
Je kwartje ergens is verloren
Kortom, als je verdrietig bent

Dan komt de vogel met een lied
Je hoort het, maar je ziet hem niet
En als hij voor je heeft gezongen
Dan vliegt hij weg met jouw verdriet

Zolang er kinderen bestaan
Is hij ze altijd komen troosten
In Doesburg of in 't Verre Oosten
Of waar hij ook naar toe moest gaan

De vogel is in al die tijd
Nog nooit beschreven of geschilderd
Is hij beeldschoon of erg verwilderd?
Daarover heerst onzekerheid

In elk geval, hij meent het goed
Hoewel door alles wat hij doet
Je kans hebt dat je noodgedwongen
Een tijdje op hem wachten moet

Dan komt de vogel met een lied
Je hoort hem, maar je ziet hem niet
En als hij voor je heeft gezongen
Dan vliegt hij weg met jouw verdriet


Uit: Tante Constance en Tante Mathilde, 1999


zaterdag 22 augustus 2009

ABSYNTHE MINDED - ENVOI




For the recording of their fourth self-titled album, Absynthe Minded moves to Paris for about a month. In the legendary "Studio Ferber" they work on new material, together with producer Jean Lamoot (Noir Désir, Alain Bashung, Salif Keita) and record 18 songs. Twelve of these songs will be released as "Absynthe Minded" (2009) at the end of the summer. See ya!!

in the beginning...

...In 2002, songwriter Bert Ostyn and violinplayer Renaud Ghilbert make plans to start an acoustic swingband together. Already in a band with Jan Duthoy called "Tao Tse Tse" at the time, Bert asks Jan to join in. Renaud invites Sergej Van Bouwel and it is at his house that they record a demo called "Sweet Oblivion" by the 'Absynthe Minded Quartet'.

With this quartet they play almost every bar in the country and do their first tour of many; in Norway with "The Real Ones" and "Tippy Agogo". After that musical journey the band meets drummer Jakob Nachtergaele, who makes his first appearance on the recording of the "History Makes Science Fiction EP" in 2003. From that moment the band instrumentarium expands with electric guitars, organs and all that.

The debut album "Acquired Taste" (2004) receives great acclaim from the public and critics. Absynthe Minded is becoming what it always intended to be; a brand new sound for the people. Absynthe Minded is here to stay!

New Day (2005), the follow-up to Acquired Taste was produced by legendary producer Jean-Marie Aerts (TC Matic, Arno, Urban Dance Squad). With the succes of hit-single "My Heroics, Part One" Absynthe Minded starts touring like madmen (they also support belgian heroes dEUS on their European tour) and don't hesitate to record their third album "There is Nothing" (2007) In France, "Abeille Musique" releases a compilation of previous Absynthe Minded songs on a disk called "Introducing" (2008).



Het nieuwe titelloze album van Absynthe Minded zit sinds dinsdag constant in mijn cd-speler. De Gentse groep mag mij al langer tot zijn fans rekenen, maar hun jongste worp is van begin tot eind grote klasse. Ik was dan ook erg benieuwd of het nieuwe materiaal zou aanslaan op de Pukkelpopweide.

De groep speelde een gevarieerde set. Oudere nummers, zoals “Plane song” en “My heroics, part one”, werden afgewisseld met nieuw materiaal (”Weekend in Bombay”, “Heaven knows” en de bewerking van een Claus-gedicht “Envoi”). Wat eens te meer opvalt, is wat voor een geweldige muzikanten Bert Ostyn en zijn bandleden zijn. In het ene nummer klinken ze als een klezmerband en meteen daarna lijkt het alsof je je in een jazzclub bevindt. Absynthe Minded is dan ook onmogelijk in één muzikaal hokje te plaatsen. Gewaagde keuze ook om voor zoveel subtiliteit te gaan op het hoofdpodium, maar de uitgeslapen luisteraars konden de set zeker smaken. Tom Barman en co zijn fans van het eerste uur, zien we vanavond zanger Bert Ostyn opduiken in de Marquee? (Ellen Maerevoet - deredactie.be)


vrijdag 21 augustus 2009

TOMMY COOPER - SIMPLY THE BEST




Het was 15 april 1984, op het podium van Her Majesty’s Theatre in Londen, toen Tommy Cooper, voor het oog van miljoenen televisiekijkers, tijdens zijn act ineenzeeg – een acute hartaanval. Hij stierf kort daarna, om precies te zijn tien minuten later in een ambulance, een voldoende scherpe tijdsboog om te kunnen spreken van ‘sterven in het harnas’. Cooper was immers een podiumbeest, een komiek. Dat het in de zaal aanwezige publiek in eerste instantie om het neerstorten moest lachen, kan als bewijs gelden van Coopers vakmanschap. Ietwat hees lachte hij zelf overigens steevast het hardst, zij het eenmalig dus niet als laatste. (Kregtingarchief)

donderdag 20 augustus 2009

SUIKERBONEN - JEAN-PAUL MULDERS



Soms vraag ik mij af : hoe zou zij het stellen, daar aan de achterkant van de wolken ? Natuurlijk zit zij niet écht achter de wolken, dat weet ik wel, zoals zij ook niet onder die rare steen zit waar haar naam toevallig op staat. Zij is weg, doodeenvoudig verdwenen, nu al langer dan een jaar. Eerst zoveel bezorgdheid, dan helemaal niet thuis. Haar stilzwijgen blijft mij verbazen.

Soms googel ik haar, in een zwakke poging om contact te leggen, een online versie van het oui-jabord zeg maar. Maar op tinternet is helemaal niets over haar te vinden. Alleen een Hollandse Suzanne Van Herp tref ik daar aan, een naamgenote die bij een prijsvraag een stel flipflops heeft gewonnen. In Bergschenhoek woont ze, die Suzanne, die wel niets met de-vrouw-die-mij-opgevoed-heeft gemeen zal hebben dan de toevalligheid van hun naam.

De dood van 'mijn' Suzanne is inmiddels bestoft met as van talrijke andere doden. Yasmine bijvoorbeeld, die het slachtoffer werd van de liefde en die ik één keer mocht ontmoeten, verbluft door de zeggingskracht van haar ogen. Dan is er L., die met mij op het advocatenkantoor werkte en die deze vakantie op een flauwe zaterdagmorgen uit het leven is gerukt door een jonge bokser die één auto te veel wou inhalen. Ze was 42. Hoewel ik haar tien jaar niet meer had gezien, was ik er het hart van in toen ik het hoorde. Ook het verscheiden van Michaël Zeeman deed mij iets, omdat hij te jong was - zoals zoveel onbekenden van wie ik de naam zie in de kranten, vergezeld van een geboortejaar dat steeds vaker recenter is dan het mijne.

Waarom toch, weledelgestrenge, altijd weer die vreselijkheden ? Mexicaanse griepdoden en mensen die door een trein worden gegrepen omdat zij verblind zijn door de laagstaande zon ? Stakkerds uit Afrika, bevroren aangetroffen tussen het landingsgestel met in hun broekzak een briefje, gericht aan 'de verantwoordelijken van Europa' ? Macabere grappen en ironische noodlottigheden. Terwijl alles wat wij willen op de dijk wandelen is, hand in hand met onze geliefde, een kind horen lachen en 's avonds op een zwoel terras babbelen met vrienden.

Ik krijg de neiging dingen te doen die de-vrouw-die-mij-opgevoed-heeft deed, om haar op die manier te gedenken. Ik moet de aandrang bevechten om de melkjes en de suikerklontjes mee te pakken in cafés en restaurants, in een rare poging haar te eren. Zo worden zelfs die handelingen die ik belachelijk vond, bijna teder. "Hoe es 't nog met de katte ?" Waarom is dat, van alles wat zij gezegd heeft, het ene zinnetje dat ik blijf horen ? Kat en mens zijn nu dood.

Gelukkig zag ik onlangs - het is maar een letter verschil - ook een doop. Deze doop had iets voyeuristisch doordat ik hem van zo dichtbij, vanachter een zwart traliewerkje, kon bekijken terwijl ik geen van de opgedaagde mensen kende. Ze zagen er blij uit en iedereen lachte. Ze hadden zo'n verzaligde uitdrukking op hun gezichten dat het deed denken aan een sekte, waar je op commando gelukkig moet zijn. Volgelingen van Bhagwan of anders wel van de voormalige motorsportjournalist Raël, die naar het genetische paradijs streven en zich op clitorisreconstructies werpen. Maar dit was geen sekte. Het was zuiver en oprecht en nog wat van die onbespoten eigenschappen die je in deze anabole steroïde wereld zelden ziet. Een hechte familie. De mensen keken ernaar, verbaasd en eerbiedig, geroerd kon je bijkans zeggen. Gefilterd licht viel in de juiste glooiingshoek door de glasramen naar binnen. Er was zelfs geen kuch om op te klimmen tegen de kruisgewelven.

De zondagse pakken, de te glad geschoren wangen. De aanblik van die mensen die met dat kind het allerbeste voorhadden. Het was zo schoon dat ik zin kreeg iets lelijks te zeggen. Toen ik weer buitenstond, had ik het gevoel iets bijzonders te hebben meegemaakt. Ik dacht aan suikerbonen en voelde mij bevrijd. Ik was, tenminste voor twee of drie uren, weer opgewassen tegen de gedachte dat elke seconde alles kan vernietigen wat aan die seconde vooraf is gegaan.

Reacties : jp.mulders@skynet.be


woensdag 19 augustus 2009

dinsdag 18 augustus 2009

DE VROUW DIE MET VUUR SPEELDE - STIEG LARSSON - THRILLER

'De vergelijking wordt benoemd naar de hoogste macht (de waarde van de exponent) van de onbekende grootheden. Als deze één is, is het een vergelijking van de eerste graad. Als de macht twee is, is het een vergelijking van de tweede graad, enzovoort. Vergelijkingen van een hogere graad dan de eerste kunnen meerdere waarden voor de onbekende grootheden geven. Deze waarden worden oplossingen genoemd. De vergelijking van de eerste graad (de lineaire vergelijking): 3x-9=0 (oplossing: x=3).’

Deel 1 – kop: Irreguliere vergelijkingen – zou de lezer op het verkeerde been kunnen zetten als de proloog er al niet meteen spannend was ingesmeten. ‘Ze’ ligt op haar rug met leren riemen vastgegespt op een smalle brits met een stalen frame.

Na x=3 wordt Lisbeth Salander geïntroduceerd, die – weinig spectaculair – op een terras bij het zwembad van een hotel aan de Caribische zee haar zonnebril op het puntje van haar neus schuift. Maar het vuurwerk wacht geduldig zijn beurt af, want in de thriller De vrouw die met vuur speelde van de Zweedse auteur Stieg Larsson beweegt het verhaal zich, soms via schijnbaar oppervlakkige waarnemingen, van dieptepunt naar hoogtepunt. Met een vlammende protagonist die nog moet wennen aan het feit dat ze borsten heeft. De verandering is voorzichtig uitgevoerd, het zijn geen ballonnen, maar ronde borsten van gemiddeld formaat. In de kliniek heeft ze ook een van haar negen tatoeages laten verwijderen, een twee centimeter lange wesp aan de rechterkant van haar hals. Lisbeth wil niet herkenbaar en niet te identificeren zijn.
Sinds ze Dimensions in Mathematics, een 1200 pagina’s dikke pil over de geschiedenis van de wiskunde heeft gelezen, is deze computerhacker van wereldniveau nog wijzer geworden dan ze al was. Er mist emotioneel ook een flinke hoek aan haar, door bijzonder schrijnende jeugdervaringen die haar blijven achtervolgen. (NRC boeken)

Twee tegenpolen, Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander. Hij is een charmante man en een kritische journalist van middelbare leeftijd, uitgever van het beroemde en beruchte tijdschrift Millennium. Zij is een jonge, gecompliceerde, uiterst intelligente vrouw met zwartgeverfd haar, piercings en tattoos én ze is een computerhacker van wereldklasse.

Drie moorden, één avond. De slachtoffers zijn twee journalisten die voor Millennium werkten aan een publicatie over mensensmokkel, en Nils Bjurman, de voogd van Lisbeth Salander. Op het moordwapen worden de vingerafdrukken aangetroffen van Lisbeth. Het hele politieapparaat komt in beweging, maar Lisbeth is onvindbaar. Blomkvist, overtuigd van Lisbeths onschuld, gaat langzamerhand een verband zien tussen de drievoudige moord en het artikel in wording over vrouwenhandel.

Dan wordt een vriendin van Lisbeth ontvoerd door een motorbende. Salander laat het aankomen op een bloedige confrontatie met de onzichtbare bendeleider, Zala, een bekende uit haar verleden …

Het verwerken van maatschappelijke thema’s is, zeker in Scandinavische thrillers, bijna verplicht, maar de personages van Larsson ontstijgen alle typeringen in het rollenspel tussen daders en slachtoffers. De auteur schrijnt en schuurt zijn sociale aanklachten er, via beschadigde, afwijkende personages, in bij de lezers. Misbruik, strijd en overleving zijn terugkerende thema’s in de trilogie, waarvan De vrouw die met vuur speelde (afzonderlijk te lezen) het tweede deel is. De publicatie van zijn eerste boek, Mannen die vrouwen haten, heeft Stieg Larsson niet meegemaakt. Hij overleed in 2004 op misdadig jonge leeftijd. Hij krijgt vijf sterren: vier voor zijn waardevolle nalatenschap, de Millennium-trilogie, en een om aan de hemel te schitteren.

Ook dit tweede deel in de Millennium-trilogie is verpletterend goed geconstrueerd en ongelooflijk overtuigend. Stieg Larsson staat met zijn literaire thrillers op eenzame hoogte! (Uitgeverij Signatuur)

Op naar het derde en spijtig genoeg laatste deel van de trilogie: 'Gerechtigheid'.


maandag 17 augustus 2009

PROFIELSCHETS: DICHTER - SIMON VINKENOOG



JE est un autre - Arthur Rimbaud
Ik ben
dichter
experimenteel dichter
gelegenheidsdichter
laatnaarjekijkendichter
je mag gezien worden, dichter
stadse kijkmijnoudichter
fratsendichter
margedichter
worshopdichter
mystiekdichteretceteradichter

Dichter van het eerste
en het laatste woord
dichter van de afscheidsgroet
dichter van de levende adem
uitje voor scholieren
gesprekspartner voor
verslaafden en gedetineerden

parkdichter
festivaldichter
gebrokendromendichter
paradedichter
straathoekdichter
droomdansdichter
jazzdichter

dag dichter nacht dichter
vrijetijdsdichter
arbeidstrijddichter
ladenlichter &
schielijke oplichter
standwerkdichter
feestdisdichter

In het spoor van
Adam dichter
naamgeefdichter
aangeefdichter
aanmaakdichter
toegewijd dichter
gedreven, vervoerd,
geleid, eigengereid
en bevlogen
dichter

Buitennissig
buitensporig
buitenzinnig dichter

Altijd onderweg dichter
overwegdichter
omwegdichter tunneldichter
viaductdichter
stoplichtdichter
te fiets te voet in bed
bijrijddichter

Nou is het wel genoeg, dichter
nu ben je luisterdichter
inkijkdichter
voorbijganger dichter
zwijgdichter

Kijk, dichter
mensen om je heen, dichter
MindMirrorPaintboxdichter
supergeleiderdichter
krachtmetingsbegeleidingsdichter

Niets is weg dichter
niets gaat verloren dichter
levenslang meekijkdichter
benaderdichter verwijderdichter
kleurrijk dichter regenboogdichter
zelfgezegddichter
gelukkig dichter!


uit: 'De ware Adam', 2000.


vrijdag 14 augustus 2009

THE PIANO CAT - CATCERTO



The CATcerto is the current project of the lithuanian conductor, composer and artist Mindaugas Piečaitis. The world premiere was performed by Klaipėda Chamber Orchestra in the Klaipėda Concert Hall in Klaipėda (Lithuania) on 5th June, 2009. It gained recognition in the international media, a.o. the BBC, Lithuanian TV, Baltic TV and the First Baltic Chanel (russian).

Mindaugas Piečaitis composed and directed the Catcerto for Nora The Piano Cat™ and orchestra, where Nora, the soloist, was brought in via video.

On this site you will find interviews with Mindaugas Piečaitis and Nora The Piano Cat. We also present a selection of videos from the rehearsal and the premiere and links to the actors.



donderdag 13 augustus 2009

DE KIP OF HET EI - JEAN-PAUL MULDERS


Het is windstil, in het midden van wat sinds de dieren nog spraken de Grote Vakantie wordt genoemd. Iedereen is het land uit gevlucht, van mijn kapster tot de man die zo goed virussen van mijn peesee kan jagen en zelfs mijn kleermaker - die heb ik niet, maar mocht ik er een hebben, dan was hij het nu zeker ook allang afgebold.

Ik daarentegen zit gewoon thuis, te midden van vertrouwde dingen, en ik luister naar een cd met 'zestien adembenemende voorbeelden van klankschalen, Aziatische gongs en tempelbellen'. Tepelbellen, had ik eerst gelezen en ik probeerde mij daar al iets bij voor te stellen toen ik zag dat er een letter méér stond en het dus tempelbellen waren, wat als woord minder tot de verbeelding spreekt, maar toch.

Denk niet dat ik met klankschalen of tempelbellen lach. Voornoemde cd is sinds kort zelfs een van mijn favorieten omdat hij mij een kostbaarheid verschaft, een zeldzaam goed in mijn opgejaagde bestaan, belangrijker dan roze champagne of waterkranen van klaterend goud. Ik bedoel : rust. Het diepe gebrom en ijle gezinder, door sommigen helend genoemd, maakt dat gevoel van tevredenheid in mij los dat zo gegeerd is in de wereld en waarvoor sommigen de zotste dingen zouden doen. IJlings het land ontvluchten bijvoorbeeld, zodra de Grote Vakantie is uitgebroken, alsof zij een heel jaar tegen hun zin opgesloten hebben gezeten in dit gefrituurde kikkerland en nu eindelijk worden gelucht.

Het moet lastig zijn, zo te leven, in een routine waar je uit weg wilt zodra je kunt. Zelf ben ik tevredener, met Dreamland en de Blaarmeersen en de oprit van de E40, en af en toe een indrukwekkend boek. Ik haal opgelucht adem als ik iedereen zie vertrekken en overal lege parkeerplaatsen aantref, tot zelfs voor het kantoor van de Post. Het toont mij op aanschouwelijke wijze hoe fijn het hier zou zijn, mochten er niet altijd overal mensen komen uitgekropen. Thuisblijven in de vakantie : misschien is het wel een symptoom van tevredenheid met je lot en je dagelijks leven. Het bewijs dat je niet genoeg sleur kent om eraan te willen ontsnappen.

Af en toe kom ik natuurlijk wel eens buiten. Als de maan bij volle daglicht aan de hemel staat, ga ik met het weergaloze meisje wandelen in het park. Ik pluk dan van die aren, of zijn het halmen, waarvan ik de naam niet ken, maar die haast zeker bij het onkruid worden ingedeeld. Als je ermee gooit, blijven ze in haren en kledingstukken plakken. Wat is het lang geleden dat ik dát nog had gedaan. Het meisje gooit terug en ik hoor het verre kind in mij lachen.

We hebben brood meegebracht voor de eendjes, maar dat is buiten de onzichtbare hand gerekend die alles in dit land op soms tergend gedetailleerde wijze regelt. Bij het vijvertje, waarin een reusachtig bronzen paard woest klauwt naar de hemel, staat een bordje met de mededeling dat het verboden is de eendjes te voeren. "Het voer dat mensen meebrengen is onnatuurlijk, eenzijdig en dus ongezond", lees ik. "De eenden hoeven geen moeite meer te doen om aan voedsel te geraken en worden lui, dik en ziek."

Dat laatste heeft iemand met blauwe stift omcirkeld, en er in haastige hanenpoten bijgeschreven : "zoals de politiekers !"

Deze opmerking brengt mij aan het lachen. Niet omdat ik ze zo grappig vind, maar omdat iemand de moeite heeft genomen dat erbij te krabbelen, met gevaar te worden betrapt. De afkeer van de politiekers moet wel diep zitten.

Op weg naar huis worden het meisje en ik op het zebrapad doorgelaten door een man in een onbeduidende auto. Hij glimlacht zelfs naar ons.

Waarom zijn het meestal de mensen in onbeduidende auto's die vriendelijk blijken ? Zijn zij vriendelijk omdat zij in een onbeduidende auto rijden, of rijden zij in een onbeduidende auto omdat zij vriendelijk zijn ? Daarbij stelt zich, zoals vaker, de moeilijk te beantwoorden vraag van de kip of het ei. Aan dit onderwerp zou ik nog wel een doctoraatsverhandeling durven wijden, alsook aan de entomologische kwestie of bijen weten dat ze zullen sterven als zij steken.

Reacties : jp.mulders@skynet.be


woensdag 12 augustus 2009

dinsdag 11 augustus 2009

HET SPEL VAN DE ENGEL - CARLOS RUIZ ZAFÓN - ROMAN

‘Een schrijver vergeet nooit de eerste keer dat hij een paar munten of een loftuiting accepteert in ruil voor een verhaal. Nooit vergeet hij de eerste keer dat hij het zoete gif van de ijdelheid in zijn bloed voelt en gelooft dat, als hij er nu maar in slaagt zijn gebrek aan talent voor iedereen verborgen te houden, de droom van de literatuur in staat zal zijn hem een dak boven het hoofd te verschaffen, een warme maaltijd aan het einde van de dag en, waar hij het meest naar hunkert: zijn naam gedrukt op een miezerig stuk papier dat ongetwijfeld langer zal leven dan hij. Een schrijver is veroordeeld tot de herinnering aan dat moment, omdat hij dan al verloren is en zijn ziel een prijs heeft.’

In het turbulente Barcelona van de jaren twintig krijgt de jonge broodschrijver David Martín, geobsedeerd door een onmogelijke liefde, het aanbod van een mysterieuze uitgever om een boek te schrijven zoals nog nooit geschreven is, een boek dat de wereld zal veranderen. De tol die David hiervoor moet betalen is echter torenhoog. David, zijn vader bruut vermoord, zijn moeder niet meer dan een schim op afstand, raakt als kind verzeild in het Kerkhof der Vergeten Boeken. Daar stuit hij op het sinistere, religieuze boek Lux Aeterna, verschenen bij de Parijse uitgever Andreas Corelli – Davids opdrachtgever – en geschreven door ene Diego Marlasca. Ooit behoorde Davids huis met de toren toe aan deze onfortuinlijke advocaat, die zich geheel op het schrijven toelegde, tot hij onder duistere omstandigheden thuis om het leven kwam. Spoedig blijken er tussen hemzelf en Marlasca meer parallellen te bestaan dan David kon vermoeden ...

Het spel van de engel is een labyrintisch verhaal vol intriges, verraad, vriendschap en tragedie, maar ook een verhaal over de gevaarlijke kunst van het schrijven en de macht van woorden. (Uitgeverij Signatuur)

De Pers:

'Carlos Ruiz Zafón presenteert de lezer in Het spel van de engel opnieuw een keur aan karakters waarmee hij een magistraal web weeft van liefde, passie, mysterie, verraad en dood. (...) Hij hanteert de vertellijnen met precisie en meesterschap.' - New York Daily News

'In alle opzichten een waardige opvolger van Ruiz Zafóns bestseller De schaduw van de wind. Zijn inspiratiebronnen uit de negentiende eeuw, Dickens voorop, vertegenwoordigen literatuur die zowel een massafenomeen is als een tijdloze waarheid. We kunnen ons gelukkig prijzen dat Ruiz Zafón deze traditie voortzet.' - Frankfurter Allgemeine

' In zijn nieuwste boek onderzoekt Zafon wat het betekent schrijver te zijn. En dan word je bij hem als snel meegesleurd in een pikzwart labyrint van jaloezie, intriges, verraad, gedoemde liefdes, hebzucht en ijdelheid. In deze Edgar Allen Poe-achtige atmosfeer delft ook oprechte vriendschap het onderspit.' - HP/de Tijd

‘De roman is een spiegelpaleis met steeds weer nieuwe inzichten. Ook in de personages die je dacht te kennen.’ – De Standaard

Klik hier voor het interview met de auteur in NRC HANDELSBLAD naar aanleiding van het verschijnen van het boek op 28 mei 2009.

maandag 10 augustus 2009

IK SCHRIJF JE NEER - HUGO CLAUS



Mijn vrouw, mijn heidens altaar,
Dat ik met vingers van licht bespeel en streel,
Mijn jonge bos dat ik doorwinter,
Mijn zenuwziek, onkuis en teder teken,
Ik schrijf je adem en je lichaam neer
Op gelijnd muziekpapier.

En tegen je oor beloof ik je splinternieuwe horoscopen
En maak je weer voor wereldreizen klaar
En voor een oponthoud in een of ander Oostenrijk.

Maar bij goden en bij sterrenbeelden
Wordt het eeuwig geluk ook dodelijk vermoeid,
En ik heb geen huis, ik heb geen bed,
Ik heb niet eens verjaardagsbloemen voor je over.
Ik schrijf je neer op papier
Terwijl je als een boomgaard in juli zwelt en bloeit.



Uit: "Gedichten 1948-1993", De Bezige Bij, Amsterdam 1994.

zaterdag 8 augustus 2009

BLOGMOEHEID



Maanden geleden dat ik nog een persoonlijke bijdrage heb geleverd aan deze blog. Mijn herinneringen zijn op ofwel niet voor publicatie vatbaar. Ergernissen aan het papier toevertrouwen is zonde van de tijd. Ik heb een uitgesproken mening over veel zaken maar wie zit erop te wachten . En daarbij, er lopen een hoop mensen rond die het tien keer beter kunnen verwoorden.

Met een zekere regelmaat komt de gedachte om ermee te kappen terug. Het enige wat ik doe is het verzamelen van columns, gedichten, cartoons en muziekfragmenten en die mooi verpakken. Veel is het niet!


Ik geef mezelf nog een paar maanden om een goed verhaal te verzinnen. Het zou zich kunnen afspelen in de onderwijswereld waar ik toch al een tiental jaren ervaring heb of in de medische wereld waar ik bijna dertig jaar in heb vertoefd of een combinatie van de twee. Zou de Mexicaanse griep een rol van betekenis kunnen spelen? Of spectaculaire ontsnappingen? Intriges en afrekeningen in het politieke milieu bieden ook mogelijkheden. Wat zit ik hier te klagen, invalshoeken genoeg!

Er moet in ieder geval plaats zijn voor helden en schurken, liefde en verraad, geluk en verdriet. Het geheel moet overgoten worden met een avontuurlijke saus en een aantal pikante passages.
De held beschikt over een niet te stuiten gedrevenheid om rechtvaardigheid te laten zegevieren, de schurk is de verpersoonlijking van de duivel.

Genoeg gezeverd, aan het werk!

donderdag 6 augustus 2009

DAKOTA BUILDING - JEAN-PAUL MULDERS




McDonald's hebben ze hier ook, zoals thuis, maar alleen in het land waar de hamburger vandaan komt durven ze hem laten pronken met zo'n potsierlijke slogan : Good taste is only 3 blocks away.

Het is juli en ik zit op de trein naar Ronkonkoma. Op de bank voor mij hangt een jonge zwarte met een mond vol gouden tanden. Hij babbelt in zijn gsm als in een walkietalkie en kruipt weg onder zijn jas, terwijl hij niet ophoudt met tateren. Af en toe lacht hij hysterisch, alle lawaai in de wereld ketst op hem af. Ik hou daarvan. Bij mij ketst er niets af, alles vreet zich in, als vitriool (ach vitriool, spul uit detectiveromannetjes en stripverhalen, evenals vlugzout en chloroform. Wie kwam die dingen in het echt al tegen ?)

"Chewing is overrated", luidt de reclameslogan van een smoothiebar. De trein zit vol pendelaars. Bijna iedereen heeft oortjes in de oren, witte en zwarte en ook roze, alsof de mensen een wereld ontvluchten waarin zij eigenlijk niet willen leven, waarvan zij de geluiden niet kunnen verdragen.

Knarsend schuurt de trein Penn Station binnen. Aan de muur van een gebouw grijnst een grote pancarte : 399 dollar om te scheiden - even without signature of spouse. De dingen hier zijn anders dan thuis, al is het maar een beetje. De stopcontacten bijvoorbeeld en ook de toiletten, waar altijd een brede plas water instaat zodat de bolus een zachte landing kan maken.

De zon staat hoog en doet het asfalt van de Avenue zinderen. Ik bevind mij voor de Dakota Building, ongeveer op de plek waar John Lennon vermoord is. Ik herinner mij hoe ik dat nieuws op de radio hoorde, vlak voor ik de donkere decemberochtend instapte om te vertrekken naar school. Ik was twaalf en John Lennon was dood. Uit de heisa op de radio begreep ik dat dat iets groots was, hoewel ik John Lennon met Jack Lemmon verwarde, een acteur uit een B-film die ik op woensdagnamiddag op school had gezien. Het was iets met een vliegtuig dat op het water moest landen.

De Dakota Building is een geheimzinnig pand, met toortsen aan de gevel die dag en nacht branden en een gevoel van herbergzaamheid scheppen. De appartementen zijn naar het schijnt reusachtig. John Lennon moest haast even ver van zijn slaapkamer naar de keuken wandelen als de doorsneeforens naar het station.

De wachter in het wachthuisje sommeert mij achteruit te stappen. Ik mag niet te dicht bij de plek komen waar Lennon destijds lag. Dat hebben er wellicht al duizenden geprobeerd, en begrijpelijkerwijze baalt die wachter daarvan. Ik geneer mij een beetje. Als er één hokje is waar ik niet graag word ingestoken, dan is het wel dat van de opdringerige fan. Ik wandel weg, door het park vol tam gedierte waar Simon & Garfunkel concerteerden voor een half miljoen mensen. Simon & Garfunkel. Zou daar nog wel eens iemand in volle ernst naar luisteren ?

In het restaurant worden porties pasta met zeevruchten geserveerd waarop ik drie dagen kan teren. "Welke taal spreek je, boss ?" wil de kelner weten.

"Welke denk je ?" vraag ik terug.

"Weet niet. Daarom vraag ik het", antwoordt hij niet al te vriendelijk.

" Dutch", zeg ik, met dat woord dat mij aan de Vliegende Hollander doet denken. "Ik was al bang dat je dacht dat het Duits was."

"Waarom zou je daar bang voor moeten zijn ?"

You know. Ze hebben geen al te beste reputatie. De oorlog en zo."

Hij kijkt me aan alsof ik achterlijk ben. "Ik ken niets van geschiedenis", schokschoudert hij dan, en gaat verder met zijn werk.

Het moet fijn zijn, kruimels van tafelkleden te kunnen vegen zonder te weten dat er ooit zoiets geweest is als een oorlog tegen de Duitsers. Ik zou eens een dag in de kop van zo'n kelner willen kunnen kruipen - als in een schuilkelder tegen alle overtollige informatie die je bestaan toch maar onnodig verduistert.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

woensdag 5 augustus 2009

dinsdag 4 augustus 2009

WAAROVER IK PRAAT ALS IK OVER HARDLOPEN PRAAT - HARUKI MURAKAMI - ROMAN

Toen Haruki Murakami (59) zijn derde boek opstuurde naar een gezaghebbend Japans literair tijdschrift, kreeg hij de boodschap terug dat de redactie zocht naar iets wat meer 'mainstream' was. In Nederland is zoiets nauwelijks voorstelbaar, maar in Japan staat schrijven in tradities blijkbaar hoger in aanzien dan vernieuwing.

In de rest van de wereld is Murakami inmiddels uitgegroeid tot een cultschrijver voor de massa. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak; hij is ook de enige zo ongeveer die 'cult' met grote oplages weet te combineren. In willekeurig welke Europese hoofdstad je ook een boekwinkel binnenstapt, overal liggen zijn romans in grote stapels op prominente plaatsen.

Het imago van Murakami als ongenaakbare schrijver met mythische status lijkt subtiel opgebouwd te zijn. Interviews geeft hij zelden tot nooit. Maar nu is een openhartig nieuw boek van hem verschenen: Waarover ik praat als ik over hardlopen praat. 'Ik zie dit boek als een soort memoires,' schrijft hij achterin.

Het zijn de aanstekelijke memoires van een hardlopende schrijver. Zijn boeken lopen hard, maar Murakami zelf ook. Hij heeft inmiddels meer dan 25 marathons gelopen en ook aan triatlons nam hij deel. Uitgebreid gaat hij in op de voorbereidingen en ontberingen, het grote genot versus de pijntjes, en de eenzaamheid van de langeafstandsloper. Dat laatste vooral in een hoofdstuk over zijn deelname aan een loop over honderd kilometer.

Uiteraard gaat hij ook in op de relatie tussen schrijven en hardlopen. Gechargeerd kun je zeggen dat hij het een doet om het ander te kunnen doen, en dat geldt dan over en weer voor lopen en schrijven. De overeenkomst tussen beide bezigheden is de eenzaamheid. Een paar keer benadrukt Murakami dat hij geen talent heeft voor sociaal gedrag. Daar heeft hij zich toe moeten dwingen.

Op dit soort momenten herkent de lezer van deze memoires menig personage uit Murakami's romans, die zich vaak door de wereld van het boek bewegen alsof ze er niet bijhoren.

Prachtig is het moment waarop hij besluit romans te schrijven: toen de eerste slagman van Murakami's favoriete honkbalteam na een honkslag zonder moeite het tweede honk wist te bereiken. 'Echt ambitie om schrijver te worden had ik niet,' voegt hij daaraan toe. Zou het?

Pas dan realiseer je je dat je dit boek, hoe waarheidsgetrouw het waarschijnlijk ook is, gerust als een roman kunt lezen. Voor wie de mythe in stand wil houden. (THEO HAKKERT - HetPAROOL)

Lees hier een interview met Murakami over hardlopen op de website van Der Spiegel (in het Engels).

maandag 3 augustus 2009

BALLADE VAN DE TRAAGHEID - HERMAN DE CONINCK



ik hou van de traagheid van liggen in gras, als een vorst:
ik, uitkijkend over mijn aanhangers,
mijn ledematen, zeggend tot mijn linkerarm:
jij daar, breng mijn hand eens voor
mijn mond, dat ik geeuw, in orde,
ga maar weer liggen, goed zo,
tucht moet ik hier hebben.

ik hou van de traagheid van zijn,
zen, zegt men in het oosten, ik geloof dat het
hetzelfde is.
ik hou van de traagheid van liggen in bed,
jij naast mij, je knieën in mijn knie-
holtes, als twee s-sen, de traagheid waarmee je me
niet gezegd hebt dat je al wakker was,
je uit lippen bestaande ontvankelijkheid,
de traagheid waarmee ik sneller en sneller kom,
de kalmte waarmee ik wilder en wilder word
de traagheid van jouw diplomatisch lichaam
dat geeft en neemt, jouw corps diplomatique,

en de traagheid van een sigaar nadien,
de traagheid van grandeur, de traagheid van wie
zich te pletter rijdt tegen een boom in vertraagde
film, het majestuoso van een ontploffing, plechtig,
plechtig eindigt dit leven.


uit: 'Tirade' nummer 200.
foto: Chris van Houts, Amsterdam