NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

donderdag 29 januari 2009

SLAAP ZACHT SIMBA - JEAN-PAUL MULDERS


Woensdag is het en ik loop door een ijskoude stad, mij bewust van de raarheid van het woord woensdag. De dag dat er gewoenst wordt. Jaren gebruik je het, zonder erbij stil te staan, en opeens zeg je het honderd keer na elkaar, tot het geen woensdag meer is maar dagwoens wordt, op zich niet eens zoveel eigenaardiger. De woensdag is nog altijd een beetje mijn lievelingsdag, een voorkeur die waarschijnlijk teruggaat tot de lagere school, toen we op woensdagmiddag naar huis mochten. Zo'n halve vrije dag was prettiger dan een hele, al was het maar omdat je er in de voormiddag naar kon zitten verlangen. Het verlangen is, zoals bekend, vaak aangenamer dan de vervulling ervan.

Op deze woensdag ga ik een kerk binnen, wat ik wel vaker doe, om er stilte te vinden en gekuch dat opklautert tegen gewelven. Vandaag is er iets speciaals aan de hand. Tientallen schoolmeisjes repeteren voor het altaar, een koor dat hemels klinkt. " You're my only hope", zingen zij als sijsjes. De magie wordt verstoord door de opmerkingen van een leraar. "Allez komaan, actie", hoor ik hem krassen. "Ik zie hier en daar nog herkauwers. Wil je wel eens zorgen dat die kauwgum gauw verdwijnt ?"

Herkauwers. Some things will never change. Krek hetzelfde flauwe grapje maakten ze al in mijn eigen schooltijd. Geplaagd door de overtollige aanwezigheid van mensen wijk ik uit naar een zijbeuk, waar Maria smartelijk de ogen ten hemel slaat, met een hart dat door liefst zeven zwaarden is doorboord. In een kapel die oosters aandoet, ligt een plaasteren christus levensgroot uitgestrekt. Bloed vloeit uit de wonde in zijn zijde, uit zijn handen en zijn voeten en zelfs uit zijn ogen, terwijl hij gewassen wordt door vier figuren die ik niet kan plaatsen. Een andere christusfiguur zit, naakt op een lendendoek na, de handen samengebonden en met zijn blote voet op een doodshoofd steunend als was het een voetbal, peinzend voor zich uit te staren. Links en rechts geflankeerd door sanseveria's.

Een vrouw knielt bij de christus en slaat devoot een kruis. Ik ben niet zo devoot, maar als ik tussen devoot en goddeloos moet kiezen dan ga ik voor devoot. Dat komt wellicht door Oswald, de protestantse voorganger die vroeger bij ons over de vloer kwam en die een dochter had die engelachtig was - vooral met dat geloof erbij, dat haar iets lijdends en ook onbereikbaars gaf.

Ik werp een blik in het boek waarin mensen verzuchtingen en weeklachten schrijven. Epistels in het West-Vlaams en in het Frans, in oude en jonge handschriften, soms beverig, soms kinderlijk versierd met bloemetjes en krullen, een enkele zelfs in het cyrillisch.

"Heer, laat de kinderen in de wereld geen honger lijden." "Om op een deftige manier van een vriendin af te geraken." "Bid voor Patricia, opdat ze die nare ziekte overwint." "Slaap zacht Simba, dierbare kat." "Van de Joris aan zijn Jezus."

"O God, laat ons iets horen van ons lief Anneke."

Ondanks de verwensingen en de beproevingen, ondanks de obstakels op mijn pad, kan ik maar één woord bedenken om in dat boek te zetten :

Dank.

Het is niet gericht aan iets of aan iemand, niet aan een oerkracht of energie. En toch. De behoefte dat te schrijven.

Geroezemoes en geschuifel. Stoelen die kriepen op vloeren van marmer. Tot mijn ongenoegen stroomt de kerk nu razendsnel vol kolkende zestienjarigen. Ze krijgen iets bedreigends als je ze in zulke industriële hoeveelheden samen ziet. Ik word een vage geur gewaar van voeten.

Als een vampier bij dageraad vlucht ik naar buiten, knipperend tegen het onverwacht felle winterlicht. In een stille straat koop ik een kilo peren, waar ik de laatste tijd zo gek op ben dat ik er wel vijf per dag van kan eten.

Onderweg plast een man tegen een muurtje. Hij draagt een Incamuts.

Het is nog steeds woensdag, nu vijftien uur zevenenveertig.

Ik vraag mij af wat er met Anneke zou zijn gebeurd.

woensdag 28 januari 2009

dinsdag 27 januari 2009

CNN'S RICK SANCHEZ VS. "JOE THE PLUMBER"



Met dank aan Erwin Vanmol

maandag 26 januari 2009

KLEINTJE ONTDEKT DE WERELD - RINA VAN DIJK


Je legt je koortsige vingertje
op de geribbelde bladzij
en leest
een olifant
een pluizige papegaai
een tijger met papieren strepen

Hoe je met je éénjarig vingertje
de koe laat loeien
het schaap laat mekkeren
het paard laat hinniken

De wereld laat zich omslaan
in paarsblauw glanspapier

Vandaag schep je de dieren
en de dingen

En als het monster
met zijn lange snuit
en kringelstaart
lawaaiig
zuigt en blaast

slaat de grote tafelkloek
haar vier sterke poten
beschermend
om je heen

Je bent niet alleen

Je bent

zaterdag 24 januari 2009

TIJD VOOR BEZINNING

Er gaat geen dag voorbij dat je niet geconfronteerd wordt met gruwel en ellende in de wereld. Een kinderarmpje dat boven het puin uitsteekt in Gaza. Bomaanslagen, hongersnood, natuurrampen, verkrachtingen, het houdt nooit op.

Nu de verschrikkelijke gebeurtenissen in Dendermonde. Je zal maar zo'n gek op je weg tegenkomen. Ik word er stil van en mijn gedachten gaan naar de slachtoffers en hun familie. Veel is het niet!

Vanmorgen op Radio 1, bij het overzicht van de kranten, hoorde ik hoe een aantal kranten het trieste nieuws breed uitsmeren over tientallen pagina's met foto's en getuigenissen en de identiteit van de slachtoffers en hun familie. Bij mij voelt het aan als 'lijkenpikkerij'. De feiten spreken voor zich en ik heb absoluut geen behoefte aan nog meer details.

vrijdag 23 januari 2009

HET HUIS VAN DE MOSKEE - KADER ABDOLAH - ROMAN

Op 11 maart 2007 eindigde Het huis van de moskee van Kader Abdolah op de tweede plaats bij de verkiezing van de beste Nederlandstalige roman aller tijden.

Door de geschiedenis van een belangrijke familie te vertellen, laat Kader Abdolah in Het huis van de moskee zien hoe de Iraanse samenleving verandert als de radicale islam op gewelddadige wijze de macht grijpt. Het hoofd van de familie, de koopman Aga Djan, heeft de leiding over de bazaar van de stad Senedjan. Hij is een wijs en rechtvaardig man die leeft naar een ‘zachte’ interpretatie van de islam. Hij geeft ieder het zijne. Het huis brengt ook al eeuwenlang de imam voort van de moskee die in directe verbinding staat met het huis. Op die manier concentreren het maatschappelijke en het geestelijke gezag zich op een harmonieuze manier in het huis van de moskee. Het is een weerspiegeling van het samengaan van religie en economisch leven. De bewoners van het huis ontwikkelen zich onder invloed van de omstandigheden. Aga Djan houdt zo lang mogelijk vast aan de oude waarden. Hij vecht als een leeuw, maar verliest zijn invloed en staat machteloos tegenover het nieuwe regime. Sommigen gaan mee in de fundamentalistische leer, anderen sluiten zich aan bij de ondergrondse linkse oppositie. Weer anderen proberen neutraal te blijven. Als de rook is opgetrokken, wordt de rekening opgemaakt. Velen hebben hun leven gegeven voor hun idealen of hebben zich aangepast aan het onderdrukkende regime.Het huis van de moskee bevat veel autobiografische elementen, maar werkelijkheid en fictie lopen door elkaar. En zo hoort het ook in een roman.

Zelf zegt Kader Abdolah over zijn roman: ‘Het huis van de moskee gaat over de islam. De westerse wereld krijgt de laatste jaren een eenzijdig beeld van de islam. Maar het agressieve gezicht van de islam is slechts één kant, een gevaarlijke kant weliswaar, maar een beperkte. Met deze roman wil ik de zachte islam laten zien. Het is een samenleving waarin religie en maatschappelijk leven met elkaar verbonden zijn. Ik gebruik daarvoor de metafoor van een groot huis waarin enkele families wonen. Het huis brengt zowel de economische leider van de stad voort, als de imam van de belangrijkste moskee. Ik laat het dagelijks leven zien. Hoe mensen ondanks verschillen altijd het evenwicht blijven zoeken en vinden. En hoe de veranderende omstandigheden die harmonie aantasten.’
Geert Mak las Het huis van de moskee en liet ons enthousiast weten: ‘Het huis van de moskee is honderd jaar eenzaamheid in Senedjan. Het is een bijenkorf vol grootmoeders, kinderen, kooplieden en halve heiligen, een gebouw van vijfendertig kamers waar de flonkerende verhalen voortdurend in- en uitvliegen. Het is zo’n boek dat je niet meer loslaat. Met Het huis van de moskee schreef Kader Abdolah een adembenemende familiegeschiedenis, maar dat niet alleen. Hij beschreef ook, van binnenuit, het drama van Iran, van de traditionele islam, van de moderniteit, van het beginnend fundamentalisme, van de verwarring, van de moed en de integriteit daartegenover. Kader Abdolah vertelt over één enkel huis in den vreemde, en tegelijk gaat het over onze hele wereld.’ (Uitgeverij De Geus)

Wat heb ik geleerd door het lezen van dit boek? Dat de Islam geen bedreiging is maar wel 'het fundamentalisme' tout court. Het boek heeft me op bepaalde momenten erg ontroerd. Het gaat over verraad, machtsmisbruik, onrechtvaardigheid maar ook over vriendschap, liefde en hoop.

donderdag 22 januari 2009

CULINAIR GOUD - JEAN-PAUL MULDERS


Soms zijn het kleine dingen die je van je vertrouwen in de mensch beroven. De krant bijvoorbeeld, die uit je brievenbus wordt gestolen in de tijd die je nodig hebt om honderd gram krabsla te gaan kopen. Zou ik ze veilig binnen leggen, had je nog gedacht, toen je haar wellustig uit de bus zag bungelen. Toen besliste je de medemensch te vertrouwen. Ten onrechte dus.

Wat je ook tegenkomt : dat je een kilo mandarijnen koopt en dat de winkelierster vriendelijk lacht, en dat dan achteraf blijkt dat ze vriendelijk lachend een mandarijn in het zakje heeft gedaan die al halfrot was - alsof zij dat niet had gezien. De doffe droefenis die je voelt, als je thuisgekomen het zakje ledigt en in die beurse vrucht tast. De wetenschap opgelicht te zijn, een onnozelaar die weer niet genoeg uit zijn doppen heeft gekeken. Maar je kijkt al zo erg uit je doppen, elke dag. Je moet al voortdurend oppassend zijn. Elke sleutel die je omdraait in een slot, en dat zijn er nogal wat als je ze telt : het zijn evenzoveel gebaren van wantrouwen naar de medemensch. Noodzakelijk, maar toch. Soms droom ik nog van een betere wereld, een wereld waarin ik mijn huis onbewaakt en ongesloten mag achterlaten, in de zekerheid dat bij terugkeer alles daar onaangeroerd zal staan.

Steeds minder hoop ik daarop, het wantrouwen went. Homo homini lupus, heeft iemand met zin voor dramatiek gezegd, hoewel de medemensch vaker iets van een schuwe gestreepte jakhals heeft, lakei van grotere roofdieren, verraderlijk en laf. Je krijgt er iets grimmigs van over je kaken. Je hoort jezelf de cynische quote herhalen die je bij een beroemde historicus gelezen hebt : "Zoals wel vaker, is de meest platvloerse verklaring waarschijnlijk de enige juiste." Dat zeg je, als je roddels hoort. Als men je vraagt naar de drijfveren van bijvoorbeeld politici. Een enkele keer denk je, in een ogenblik van idealistische verdwazing, dat je zélf nog wel in de politiek zou willen stappen, om aan een draaglijker wereld te werken. Mensen die dat horen, zeggen : "Ben je gek geworden Mulders ? Jij, in de politiek ? Dat is zo'n haaienpoel zo'n slangenkuil zo'n krabbenmand. Jij zou daarin ten onder gaan."

Dus doe je maar verder zoals je bezig was en je komt buiten, met je diesel & je klantenkaarten & je kortingsbons. Je ziet met lede ogen de stormloop op de solden en je ziet jezelf warempel kopen, je weerzin voor de volkstoeloop verbijtend, want het zou toch wel ondraaglijk zijn mocht jij de volle pot betalen terwijl je buurman met zeventig procent afslag gaat lopen. Als een met merknamen bestikte muilezel trek je naar huis, met in je hart iets dat het midden houdt tussen blijdschap en schaamte. Terwijl je de buit wegbergt in de dressing, hoor je het nieuws over de aanval op een VN-schooltje in Gaza. Het is een merkwaardig contrast. Je zou je bijna schuldig voelen, als vadsige Vlaming. Maar je troost jezelf met de gedachte dat die doden uit Gaza ook wel naar de solden zouden gaan mochten ze het geluk hebben gehad hier te leven. En met Nieuwjaar heb je je geliefde toch nog negen schoolbanken voor kindertjes in Cambodja cadeau gedaan. (*)

Zou het aangeboren zijn of heeft het met je opvoeding te maken, dat hinderlijke verschijnsel je soms af te vragen of je wel een goed persoon bent ? De wereld is ondoorzichtig geworden, bevolkt door te veel mensen en beheerst door mechanismen die even onwrikbaar zijn als pervers. Het wordt steeds moeilijker om 'goed' te zijn, of zelfs maar aan goedheid te denken zonder je halfzacht te voelen. Wie is dáár nu nog mee bezig zeg, in deze tijden van Luxemburgse nummerplaten en culinair goud ? Dat laatste schijnt een belangrijk ingrediënt te zijn van de Golden Opulence, 's werelds duurste dessert, te bestellen bij Serendipity 3 in New York voor 800 euro. De prijs van een waterpomp voor een school in Togo. (*)

Soms zijn het kleine dingen die je vertrouwen in de mensch herstellen.

woensdag 21 januari 2009

dinsdag 20 januari 2009

TELEURGESTELD IN MENSEN?

Ben je teleurgesteld in mensen, neem dan een huisdier. Informeer je goed vóór de aankoop en je zult het je nooit beklagen.


Ook als je niet teleurgesteld bent is het een enorme aanwinst.




maandag 19 januari 2009

DEK ME TOE - PAUL BOGAERT



Zeg me dat het tijd is, zeg me dat ik moe
ben, geef niet toe aan verzet,
geef me een washand, de beer die ik ken,
wijs me mijn bed, dek me toe,

ruik naar zeep, vertel mij hoe
prinsessen slapen als bij wonder
en verdwijn maar, ga niet te
ver, stop mij onder, dek me toe,

laat mij alleen, strooi in mijn ogen
geen zand, breng geen lied ten
gehore, verzoen mij niet met de nacht,
doe wat ik doe, dek me toe.


uit: 'Welcome hygiene', 1996.

zondag 18 januari 2009

FINLANDIA - JEAN SIBELIUS




Sibelius' leven is niet bepaald voer voor biografen: 92 jaar lang (van 8 december 1865 tot 20 september 1957) verliep zijn leven rimpelloos en zonder sensatie, op het platteland met tussendoor internationale concertreizen, als gastdirigent. Hij was rustig en gelukkig getrouwd, en had geen vetes met collega's uit te vechten of slagen van het noodlot te overwinnen.

Aanvankelijk studeerde Sibelius rechten, om over te schakelen naar muziek. Hij studeerde in Helsinki, Berlijn en Wenen, en in 1897 werd hem een staatssalaris toegekend dat hem toeliet zich op zijn landgoed terug te trekken om al zijn tijd aan het componeren te wijden. Tussen zijn studies en dat staatsambt in gaf hij les in theorie en viool.

Tot het einde van zijn leven bleef hij muzikaal actief, maar de laatste 28 jaar componeerde hij niets meer, het gevolg van een overgevoeligheid en een overdreven neiging tot zelfkritiek.

Vooral in de Scandinavische en Angelsaksische landen wordt Sibelius als componist erg gewaardeerd. De meeste van zijn werken zijn Fins-nationaal geïnspireerd, wat tot uiting komt in heel wat titels: 7 symfonieën, een vioolconcerto, de symfonische gedichten "Kuolema" (= de dood), "Finlandia" en "Karelia". De beroemde "Valse Triste" is een deel van "Kuolema", naar een drama van Arvid Järnefelt, zwager van Sibelius. (Componisten.net)

zaterdag 17 januari 2009

TEVREDEN

Hoe komt het dat ik iedere dag besef dat ik blij (gelukkig) mag zijn met alles wat ik heb en dat er zoveel mensen rondom mij ontevredenheid uitstralen? Het lijkt soms alsof ze jaloers zijn op het feit dat je goed in je vel zit. Het valt me ook op dat veel mensen de oorzaken van hun ontevredenheid en ergernissen bij 'de anderen' zoeken en nooit bij zichzelf. Ik ga geen moeite doen om die 'kronkel' te begrijpen, maar mij beperken tot het opsommen van een aantal redenen om tevreden en dankbaar te zijn. Voor alle duidelijkheid, ik ben niet gelovig maar toch overkomt me regelmatig een gevoel van dankbaarheid. Tegenover wie of wat kan ik niet zeggen.

Blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb, dat de verwarming het niet laat afweten, dat mijn vrouw en ik een job hebben, dat er eten in de frigo ligt, dat ik ieder jaar een reis kan maken.

Gelukkig met de liefde die mijn vrouw me elke dag geeft, met het lekker eten dat ze kookt, met mijn goede gezondheid, met de genegenheid van mijn hond, met het feit dat ik hier geboren ben en niet in Gaza of Goma of Darfur, met de vaststelling dat het spook van de eenzaamheid me nog niet te pakken heeft.

Tevreden met mezelf, dat ik geen haat of rancune ken, dat ik bewust ben van mijn fouten en kleine kantjes, dat ik iedere dag bijleer, dat ik mij niet erger omdat het een week regent, dat ik mij niet laat leiden door de angst dat straks het hele Westen zal overspoeld en gedomineerd worden door de Islam of dat de 'vreemden' mijn werk zullen afpakken.

Ik zou nog duizend redenen kunnen opnoemen waarom ik mij gelukkig mag achten. Het lijkt wel een reclamespot voor een of ander geloof maar het is niet zo. Het gevaar schuilt gewoon in het feit dat veel mensen al het bovengenoemde als 'vanzelfsprekend' beschouwen, maar niets in minder waar.

donderdag 15 januari 2009

WONDERJAAR - JEAN-PAUL MULDERS


Zo is ook het jaar 2008 opgevouwen en netjes in de kast teruggelegd, terwijl ik het gevoel blijf hebben dat 2008 nog verre toekomstmuziek is, zoals trouwens ook 2005 of 2003. Een deel van mij is blijven hangen in de jaren 1980, toen mijn vader over 2000 sprak als over het jaar waarin de marsmannen op aarde zouden landen. Op zijn minst zou onze toast op bed geserveerd worden door een robot die vroeg of hij en passant ook onze rug moest krabben. Magisch leek het, dat jaar. Winkels en wassalons werden ernaar genoemd, zoals de Priba 2000, waar wij onze leeftocht gingen halen. Later kreeg je hetzelfde verschijnsel met 'Euro-' : Euroclean, Eurocars, Eurofriet, handig voor wie wel een zaak uit de grond wil stampen maar niet over de fantasie beschikt om daar ook nog een frisse naam voor te bedenken. Mister Minit en Mister Floor. Er zouden boetes op moeten staan, die het gebrek aan originaliteit en esthetiek bestraffen. Maar we leven in de echte wereld, waarin grijsheid wordt beloond.

2008 zal te boek staan als een annus horribilis, waarin de toekomst plots onzeker werd en de regering in het kielzog van Fortis naar de kabeljauwkelder ging. Het was ook het jaar waarin mijn grootmoeder is gestorven. 2009, 2010, 2040, 2168, 3444, 17.493, 198.256 : al die jaren kunnen nu voor haar onopgemerkt verglijden, zij zal geen kaartjes meer schrijven. Zal iemand ooit in het jaar 198.256 leven ? Soms, gelukkig niet regelmatig, probeer ik mij een beeld te vormen van de eeuwigheid. Ik geraak niet verder dan de beknellende voorstelling eindeloos veel jaren naar dezelfde scharnier in een kleedhokje van het zwembad te moeten zitten kijken. Of te moeten aanschuiven in de supermarkt, in een rij die na 100.000 jaren nog niet korter wordt. Prettiger dingen kan ik bij eeuwigheid amper bedenken. Zelfs de meest exquise gerechten worden braakwekkend als ze blijven komen.

"Heb je al gegeten ?" vroeg ze mij vaak aan de telefoon, terwijl ik weer eens kriskras door het land reed op weg naar een of andere o zo belangrijke bestemming. "Natuurlijk heb ik al gegeten", antwoordde ik dan. Soms voegde ik daar bot aan toe dat ik niet lang zou rondlopen mocht ik niet eten. Terwijl ik vooral gepikeerd was omdat ze de vinger op de zere plek legde en mij erop wees dat ik slordig leefde. Dat manifesteerde zich bijvoorbeeld in het om drie uur 's middags, als eerste maaltijd, openscheuren van zo'n zakje voorgestoomde rijst van Uncle Ben's (op Mexicaanse wijze). Daar voegde ik dan een blikje makreel aan toe om een feestmaal samen te stellen dat het knorren van mijn maag moest bezweren. En het gevoel te krijgen dat ik vis at, wat gezond is volgens zij die het kunnen weten. En intussen maar deadlines halen. O heerlijk modern leven, zo verschillend van het hare, dat bestond uit kloek eten op gezette tijden.

Zelfs in het mortuarium was ze nog struis, een struisheid die droef was omdat ze geen enkel voordeel meer had. Nog dagelijks denk ik aan haar, hoewel dat weinig zin schijnt te hebben. Dood zal ze blijven, voor de rest van mijn leven en waarschijnlijk nog langer. Op een nacht omhelsde ik haar spookachtige verschijning, ergens in ziekenhuisgangen. Ze keek mij aan, onzeker, en vroeg meisjesachtig : "Is dit wel echt ?" Ik werd wakker, beroofd van mijn laatste illusie dat we elkaar nog terug zullen zien.

Er hangen meeuwen voor het venster, die broodkruimels vangen in de vlucht. Ik kan minutenlang staan kijken hoe bedreven ze zweven op de ijskoude lucht. "Vedior heet nu Tempo-Team", zegt een stem in de radio. Ik kan die naamsveranderingen slecht verdragen. Je zegt toch ook niet : Jean-Paul heet nu Piet ?

's Avonds zit ik soms aan beertje Colargol te denken. Of gaap ik naar Slisse en Cesar. De kneuterigheid daarvan stelt mij gerust. Naar het schijnt bestaat er ook zoiets als een annus mirabilis, wat je veel minder vaak hoort dan het sombere tegengestelde. Een wonderjaar. Laten we hopen dat er daarvan ook nog enkele in onze richting komen.


Reacties : jp.mulders@skynet.be


woensdag 14 januari 2009

BOMMEN, DREIGEMENTEN EN ONNOEMELIJK LEED.

Palestijns meisje

De volgende uitspraak van Shimon Perez (te vinden in de 'Zapservice' van 'Pauw & Witteman' van 6 januari) is wat mij betreft nu al de meest cynische en meest perverse van 2009: "Er worden veel Palestijnse kinderen gedood. Er worden bijna geen Israëlische kinderen gedood. Hoe komt dat? Omdat wij goed op onze kinderen passen."(Lezersbrief in Humo, deze week van Marleen De Maesschalck, Leuven)

Zo' n uitspraak zou moeten strafbaar zijn. Ze is het zoveelste bewijs van de arrogantie van de Israëlische regering.

KIM & LECTRR


www.kimkrampen.be


www.lectrr.be

maandag 12 januari 2009

BERICHT AAN DE GENERAAL - CATHARINA VISSER


Drie jaar, meneer de generaal
luister goed - geen drie dagen of maanden
nee, generaal, drie jaar is het nu
dat ik wacht, met mijn verscheurde hart
in mijn leeggeroofde huis
met mijn schuw geworden kinderen
- wacht, drie jaar, op mijn man.

Heeft u, generaal van daarginds,
hem gezien door uw dodelijk vizier?
Hij was het lied op mijn erf
het brood op mijn tafel
de vader van mijn kleinen
hij was de was op mijn huid
de warmte in mijn bed
de vogel in mijn borst.

Op een dag trok hij uit naar de bergen
om zijn land te verdedigen tegen de horden
om zijn kinderen te redden van de vernedering.
Maar toen, generaal van daarginds
met uw harde kaken en uw blik van ijs
schoot uw leger zonder eer
duizend goede kerels neer
om de redding van uw trots
om de zuiverheid van uw ras
- was hij, in dat bloedbad, erbij?

Drie jaar hangt de dood in mijn huis
wacht ik op een stap die niet komt
kruipen ratten door mijn bed.
Waar is de vrouw die ik was?
Haat en wraak zal ik baren
schreeuwende leegte
as.

uit: 'Door schemering en dageraad', 1997.

vrijdag 9 januari 2009

... WAAR IS TOCH DAT ZEBRAHONDJE VOOR ...




Een radiozender in "Holland" is op zoek gegaan naar liedjes met een andere taal dan het Nederlands. Ze zoeken in die liedjes verborgen Nederlandse teksten! De geluidsclip bij read more maakt alles duidelijk en is echt super grappig!

Met dank aan Ivo

donderdag 8 januari 2009

HET WALHALLA VAN SEBASTIAAN - JEAN-PAUL MULDERS


Ik kan mij niet herinneren wanneer ik het woord passie voor het eerst heb gehoord - terwijl ik dat wel nog weet van pakweg de woorden heksenketel en pyromaan. Blijkbaar heeft passie als kind niet zoveel indruk op mij gemaakt, zoals ook die rare passievrucht mij tegenviel toen ik ze voor het eerst at. Die naam is immers voor élke vrucht te hoog gegrepen.

Wat ik wel nog precies weet, is met wie ik passie heb beleefd. Die vrouwen zijn te tellen op de vingers die een bouwvakker gebruikt om te fluiten. Passionele liefde is een schaars en kostbaar goed, maar helaas ook een ontwrichtende verslaving. Ze zet er mensen toe aan hun werk en vrienden te verwaarlozen. Ze doet ze vermageren en belet ze te slapen. Ze maakt er dolende koortslijders van. Het vreemde is dat dat door de medemens op begrip wordt onthaald en zelfs op ontzag, wat niet gezegd kan worden van de gemiddelde drugsverslaving. Passie is nochtans erger omdat je, eens eraan ten prooi gevallen, op de hele wereld maar één dealer hebt.

Dat we er begrip voor kunnen opbrengen, komt waarschijnlijk doordat we die staat van verblinding allemaal wel eens meegemaakt hebben. Het betreft het Grote-Ding-Tussen-Mannen-En-Vrouwen, waaraan nakomelingen ontspruiten, de toekomst dus. In die zin onderscheidt passie zich positief van andere verslavingen. Zij dient het voortbestaan van het menselijke ras.

Toch kan zij ernstig op de zenuwen werken, zeker als iemand die je graag mag door deze angel van Eros is gestoken. Ik denk hierbij aan mijn kameraad Sebastiaan, die het afgelopen jaar verstrikt is geraakt in een uitzichtloze affaire met een hopeloos getrouwde vrouw. De donkerste droesems heeft zij hem doen drinken, de diepste kelders doen bezichtigen, door hem met haar charmes te betoveren en dan toch niet weg te durven bij haar man. Twee dochtertjes en wat centen, u kent het wel. Bovendien bleek die dame van het tamelijk jaloerse type, zodat zij Sebastiaan controleerde en hem ei zo na opsloot in een kuisheidsgordel. Zij eiste dat hij thuis in een nis zat te wachten, terwijl zij zelf de weekends doorbracht met haar man.

Dat belette Sebastiaan niet om met glazige ogen, de neusgaten wijd van exaltatie, over haar te vertellen. Hoe mooi, hoe zacht en hoe uitzonderlijk zij was. De straling van mobiele telefoons interesseerde hem niet langer, noch het ineenstorten der banken. Het enige dat hem nog bezighield, was zij. Wat zij over verzilverde kerstballen dacht of over auto's die rijden op gas. Vond zij dat maar niks, dan was hij op slag bereid zijn mening daarover te herzien, desnoods over kunstenaars die hij al twintig jaar bewonderde. Vroeg ik hoe het met hem ging, dan begon hij meteen over haar. Zijn geluk werd bepaald door de vraag of zij die dag al gebeld had. Hij was beroofd van zijn persoonlijkheid. Compleet afhankelijk geworden.

Uren-, avonden-, nachtenlang heb ik op Sebastiaan ingepraat over die pijnlijke situatie. Hij knikte daarbij, luisterde aandachtig en leek zich sterk te maken de romance spoedig te zullen beëindigen. Het gaat de goede kant op, dacht ik dan, tot Sebastiaan een domper op de vreugde zette door na uren gepalaver schaapachtig voor zich uit te staren, alsof hij in zijn volle asbak het walhalla ontwaarde. Met beate bewondering mompelde hij : "Het is allemaal waar wat je zegt. Maar ik zie haar zo graag."

Op zo'n moment besefte ik opeens wat de hel was. Sisyphus en Tantalus, met hun terugrollende rotsblokken en hun druiventrossen die altijd net buiten handbereik blijven, zijn als kwelling te ver gezocht. De hel is eeuwig zitten wachten op iemand die je volmaakt toegewijd bent. Dan kun je beter bezig zijn met een puzzel van vijfduizend stukjes, voorstellende een zeeslag tussen driemasters. Met alles wat cerebraal is en niet naar waanzin ruikt.

Gelukkig is de tijd een machtige heelmeester. Over tien of twintig jaar zal Sebastiaan op foto's naar het voorwerp van zijn liefde kunnen kijken zonder de bijbehorende roes. Hij zal dan een vrouw zien met een dubieuze glimlach, te veel tandvlees en een jurkje dat inmiddels hopeloos uit de mode is geraakt. Misschien, ik wens het hem niet toe, zal hij zelfs dan nog een gloeiende breipen voelen priemen in zijn borst.

woensdag 7 januari 2009

maandag 5 januari 2009

VERLIEFD - EDDY VAN VLIET



Zo gaat het, zo ging het en zo zal het altijd gaan.
Afspreken in cafés op de sluitingsdag.
Aan de verkeerde zijde van bruggen staan.
Tussen duim en wijsvinger, als brandende as,
het fout begrepen telefoonnummer.
Parken te nat, hotels te vol, Parijs te ver.
Liefde als een veelvoud van vergissingen.

Onbeholpen woorden als zo-even op zak en
zoveel zin om, los van de wetten
van goede smaak en intellect, te schrijven
dat van de stad waar je elkaar voor het eerst zag,
een plattegrond bestaat, waarop een kus,
die het nauwelijks was, geregistreerd werd.


Uit: 'Gigantische dagen.', 2002.

zondag 4 januari 2009

DE SCHADUW VAN DE WIND - CARLOS RUIZ ZAFÓN - ROMAN

In het oude centrum van Barcelona ligt het Kerkhof der Vergeten Boeken. Hoofdpersoon Daniel Sempere wordt door zijn vader, weduwnaar en boekhandelaar, meegenomen naar deze geheimzinnige, verborgen wereld van verhalen.

Vanaf dat moment neemt Daniels leven een wending die hij niet had kunnen voorzien. Hij mag een boek uitzoeken en kiest De schaduw van de wind, geschreven door een zekere Julián Carax. Het boek laat hem niet meer los, ook al schudt de wereld tijdens het grauwe Franco-regime om hem heen op zijn grondvesten. Hij wil alles weten over het boek en de schrijver. En merkwaardigerwijs lijken alle mensen die hij ontmoet, ook de vrouwen op wie hij verliefd wordt, deel uit te maken van het grote spel waarvan het boek het middelpunt vormt.


De pers over De schaduw van de wind

‘Prachtig.’ – Vrij Nederland

‘Je laat alles liggen en leest de hele nacht door.’ – Joschka Fischer

‘Het vakmanschap waarmee Ruiz Zafón zijn plot in elkaar heeft gestoken, de vaardigheid van zijn dialogen en de suggestieve stijl […] verdienen bewondering. Een intellectuele puzzel die de lezer aanspreekt. – nrc Handelsblad

‘Verslavende roman over lezen, liefde en leven.’ – Limburgs Dagblad

‘Spannend leesavontuur.’ – De Telegraaf

‘Carlos Ruiz Zafón is een meester in het bedenken van ingenieuze intriges, het maken van zijsprongen en het opvoeren van nevenpersonages.’ – Trouw

‘Het succes van De schaduw van de wind is niet moeilijk te begrijpen. Het is een uiterst zorgvuldig geconstrueerde bildungsroman waarin iedereen zijn gading vindt. De schaduw van de wind is een meeslepende roman met een fascinerend verhaal en een schat van min of meer verwijzingen naar boeken.’ – De Morgen

‘Echt een boek om mee te nemen op vakantie en in één ruk uit te lezen.’ – de Volkskrant

door elkaar heen lopen, waarbij de nadruk ligt op intermenselijke relaties die een beerput van eenzaamheid, onbegrip, haat en natuurlijk ook liefde herbergen, om je vervolgens in stilte achter te laten.’ – Boekenark.nl

‘Een lezer, nota bene uit Engeland, attendeerde ons op dit fenomenale boek.’ – Joie de Vivre

‘Men weze gewaarschuwd: dit is een pageturner zoals je ze nog maar zelden in handen hebt gehad.’ – Genieten

‘Maar sommige gehypete boeken blijken gewoon een plaats in de koffer te verdienen. De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafon is zo'n boek.’ – VPRO Gids

Ik kan daar niets meer aan toevoegen.


zaterdag 3 januari 2009

BRITISH CAMPAIGNERS CONDEMN GAZA RAIDS شخصيات بريطانية تدين مذابح غزة




Het WFP, dat gevestigd is in Rome, heeft een noodprogramma op poten gezet voor de verdeling van brood.

"Om aan de grootste nood te voldoen, is er een broodverdelingsprogramma gestart in Beit Hanun, voor 15.000 mensen", zo meldt Christine van Nieuwenhuyse, die het WFP vertegenwoordigt in de Palestijnse Gebieden. "De huidige voedselsituatie in Gaza is verschrikkelijk en vele basisproducten zijn niet meer beschikbaar".

Volgens Van Nieuwenhuyse is er 6,4 miljoen euro nodig om aan de voedselnoden te voldoen.

Van Nieuwenhuyse is ook verbolgen over de uitspraken van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni, dat er "geen humanitaire crisis" is in de Gazastrook, en over de beweringen van de Israëlische autoriteiten als zouden de opslagplaatsen in Gaza volgestouwd zijn.

Ook de humanitaire coördinator van de VN voor de Palestijnse gebieden spreekt over een "kritieke noodtoestand". Eenzelfde geluid is te horen bij de hulporganisatie Oxfam, die de verklaringen van Livni verwerpt. Volgens Oxfam "wordt de toestand in Gaza met de dag erger. "De ziekenhuizen worden overstelpt met gewonden (..) en de watervoorraden zijn bijna uitgeput. Ook voedsel en stookolie worden steeds zeldzamer".

Zowel de voedselsituatie als de toestand in de gezondheidszorg is erg slecht. Ook is er een gebrek aan brandstof waardoor de elektriciteit vaak uitvalt en de waterpompen ook niet werken. (bron: de redactie.be)

De Amerikaanse president George Bush legt de schuld voor het geweld in de Gazastrook volledig bij Hamas. In zijn wekelijkse radiopraatje gaf hij voor het eerst commentaar op de oorlog.

Bush is de keizer van het simplisme. Dat er honderden onschuldige slachtoffers vallen zal hem worst wezen. Ik heb weinig hoop dat het met Obama beter zal gaan.


donderdag 1 januari 2009

IMAGINE - JOHN LENNON - HAPPY NEW YEAR!



Imagine there's no heaven
It's easy if you try
No hell below us
Above us only sky
Imagine all the people
Living for today...

Imagine there's no countries
It isn't hard to do
Nothing to kill or die for
And no religion too
Imagine all the people
Living life in peace...

You may say I'm a dreamer
But I'm not the only one
I hope someday you'll join us
And the world will be as one

Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world...

You may say I'm a dreamer
But I'm not the only one
I hope someday you'll join us
And the world will live as one