NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

zaterdag 17 december 2011

HEAVEN STOOD STILL - WILLY DE VILLE




As a tear fades away
and the dawn dries a lover's eyes
No more tears, they're all gone
Just believe it will always be

My heart in your hand
knows that all this belongs to me
and like the child here I stay
while your heart sings inside of me

One dream of my live
One night in eternity
The wind whispered soft to me
And heaven stood still

One sigh of the dawn
Sweet instant of memory
One celestial rapsodie
And heaven stood still

KWIJT - BART MOEYAERT



Zo kwijt als dood
mag je niet gaan.
Hoe ruim ik op,
als ik niet eens
kan bellen, vragen
of je onze foto nog wel wil?
Dan blijft het eeuwig stil
in huis en ben je
niet eens weg, maar dood.
Nee, als ik je verlies,
dan hoop ik dat ik
op mijn zakken sla,
een poosje zoek
en dan ineens bedenk
dat jij allang
gevonden bent
door wie je liever ziet.
Dan zal ik kunnen rusten.
Anders niet.


Uit: Raster 89, 2000

donderdag 8 december 2011

dinsdag 6 december 2011

HELMUT NEWTON - FOTOGRAAF












Helmut Newton is one of the 20th century's leading photographers, both outraging and fascinating the public with his startling, groundbreaking images.

He built his reputation with French Vogue with his starkly luminous photos and then went on to stun the fashion world with his bold, erotically charged portraits of naked women. In this intimate look at the artist, we see how Newton changed the field of photography and get a close-up look at the artist's life and work, including insights from portrait subjects Catherine Deneuve, Charlotte Rampling, Sigourney Weaver and Karl Lagerfeld. (read more)


dinsdag 29 november 2011

EDWARD ELGAR - NIMROD




Edward Elgar werd geboren op 2 juni 1857. Zijn vader, een pianostemmer uit Dover, verhuisde kort na zijn huwelijk naar Broadteath in Worcester. Daar startte zijn vader een muziekwinkel, en de hele familie stak er af en toe een handje toe. Zo kreeg de jonge Edward de gelegenheid om met muziek in contact te komen. Zijn vader stuurde hem naar een advocatenkantoor om er een stage te doen, want hij was van mening dat een muziekcarrière voor zijn zoon niets zou zijn.
Toch verdiepte Edward zich verder in de harmonie, contrapunt, en muziektheorie. Daarbij bestudeerde hij allerlei partituren. Enkele jaren later stichtte hij, samen met zijn broer, een blaaskwintet op. Hij reisde dikwijls naar Londen om er concerten bij te wonen.

In 1878 werd Elgar benoemd tot leider van het personeelsorkest van de psychiatrische inrichting, en nam daarnaast een baan als leraar in Malvern. Hij begon ook zijn composities op te sturen naar uitgevers en dirigenten, maar ze werden dikwijls afgewezen, niet omdat ze slecht waren, maar omdat hij uit de provincie kwam en bovendien katholiek was.

In 1889 trouwde hij met één van zijn leerlingen, Alice Roberts en verhuisde naar Londen. Zij moedigde hem aan om door te gaan met componeren. Niet zonder resultaat, want in 1890 werd zijn ouverture ‘Froissart’ geaccepteerd voor het Three Choirs Festival. In Londen kende hij echter geen enkel succes, zodat hij terug naar Worcester verhuisde. (lees meer)


maandag 28 november 2011

DAGBOEK VAN EEN GEISHA - ARTHUR GOLDEN - ROMAN

Dagboek van een geisha was het eerste boek van Arthur Golden. Het werd wereldwijd een bestseller. Arthur Golden studeerde Japanse taal en cultuur, en werkte daarna jaren in Tokyo waar hij gefascineerd werd door de geisha's.

Het verhaal

Met de wijsheid van een vrouw die het einde van haar leven nadert, vertelt Sayuri haar levensverhaal. Dat verhaal begint in 1929, in een vissersdorpje, op het moment dat Sayuri's leven een dramatische wending neemt. Haar moeder is ziek, haar vader oud en versleten. Door een bizar ongeluk komt ze onder de aandacht van meneer Tanaka, de rijkste man van het dorp, die haar vader weet over te halen zijn acht jaar oude dochter aan een geishahuis in Kyoto te verkopen. In het decadente hart van Kyoto maakt Sayuri zich de vaardigheden van een geisha eigen. Achter een façade van luxe wordt zij met harde hand opgeleid in de kunst van het vermaken en verlokken van machtige mannen. Maar wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de geishahuizen hun deuren sluiten, moet Sayuri haar leven opnieuw inrichten en haar vaderland verlaten.

Waardering


Het verhaal wordt vertelt door Sayuri die aan het einde van haar leven haar levensverhaal vertelt. Door haar bijzondere grijze ogen (op de kaft zijn ze groen) wordt ze op jonge leeftijd uitverkoren om haar arme bestaan in een arm vissersdorp te verruilen voor een opleiding en leven als geisha in Kyoto. Het verhaal begint met de jeugd van Chiyo (Sayuri is haar geisha naam) die door het lot wordt weggehaald uit haar geboortedorp en wordt verkocht aan een geishahuis in Kyoto waar ze wordt ingewijd in de kunst van het vermaken van machtige, rijke mannen.

Het verhaal brengt je in Japan en de vrij onbekende wereld van de geisha's. De gebeurtenissen en karakters zijn levendig beschreven. Duidelijk is dat Arthur Golden een uitgebreide kennis van de Japanse cultuur heeft. Het leukste en meest interessante om te lezen is het deel dat haar opleiding als geisha beschrijft, als ze de kunst leert een kimono te dragen, de speciale make-up te dragen, de sake te schenken en tenslotte haar maagdelijkheid kwijt te raken aan de hoogste bieder. Een echte aanrader. (Boekenrubriek.nl)

Het boek is inmiddels verfilmd als Memoirs of a Geisha, en won drie Oscars (beste cinematografie, beste kostuumontwerp en beste art direction).



zaterdag 26 november 2011

SHELBY LYNNE - REVELATION ROAD





Shelby Lynne was destined to be a singer. Born a singer. She was raised in rural Alabama by musical parents who stressed individuality and the importance of standing apart from others. A terrible student, but avid reader, she loved the written lyric and a beautiful melody. Around the house she was surrounded by country music from the past, Hank Williams, Dottie West, Waylon Jennings, as well as old 45′s that belonged to her parents stacked high with most all Everly Brothers, Beatles, Elvis. It was the old pop music that really turned her soul on. The harmonies that came so naturally to her from such an early age stemmed from her mother, a naturally gifted singer, who guided the diamond in the rough talent on rides to school on freezing Alabama mornings with her younger sister Allison. They sang three part harmonies to pass the time, which brought the threesome so close in life, and in music. The Mills Brothers, Ink Spots, Kay Starr, Everly’s and anything that needed a harmony – this was the car in which to find it. (read more)


donderdag 24 november 2011

PAINTED BIRD IN A CAGE



Je kan toch niet blijven
ronddolen in mijn hoofd
je bent overal aanwezig
we praten nog met elkaar
zonder het zelf te weten

ik werk, ik lees, ik vraag me af
hoe het met je gaat
mooi, je gedicht
was je laatste teken van leven

nog een laatste vraag
hebben we echt gekust?


woensdag 23 november 2011

LYKKE LI - I FOLLOW RIVERS





Stockholm, Sweden’s Lykke Li is set to release her highly-anticipated sophomore album, Wounded Rhymes, on her label LL Recordings on March 1st, 2011. Produced by Bjorn Yttling of Peter, Bjorn & John and recorded in Stockholm, Wounded Rhymes is the follow up to Lykke Li’s critically-acclaimed debut, Youth Novels.Lykke Li Zachrisson was born in 1986, the middle child to a photographer mother and a musician father. Her mother giving birth to her standing up and without anaesthesia was a manifestation of the revolutionary hospital’s credo – “Being born on a woman’s terms” and possibly the first confrontation with womankind to found Lykke Li’s struggle with the concept of belonging. The Zachrissons were the family that wouldn’t sit still, moving from Sweden to New Zealand, to Portugal where they settled in a mountain village to escape radiation in the aftermath of the Chernobyl disaster. A compliant rebel child whose first steps were taken barefoot on sharp pebbles to the sound of peacocks and thunder, spending her winters in India, Nepal and Morocco, her school years in 11 different establishments, Lykke soon turned to scribbling poetry and dancing, not out of interest but out of necessity. When the family moved back to Sweden several years later, the now nine year old was already a wanderer by nature, restless and ancient at heart. (read more)


maandag 21 november 2011

DE SLAAPWANDELAAR - HAGAR PEETERS



's Nachts werd hij wakker
midden op een ophaalbrug
die bezig was omhoog te gaan.
Dan rolde hij vanzelf zijn bed weer in.

Of hij bevond zich op zijn kop
in een karretje op de achtbaan
waaruit hij zich liet vallen
om tussen de veren te balanden.

Eén keer viel hij
in een roeibootje in slaap
dat losraakte van de wal.
Het bleek zijn eigen bed
dat terugdreef naar zijn kamer.

Eenmaal in het graf
wentelde hij zich tevreden om:
's morgens zou alles toch weer
bij het oude zijn.


uit: Genoeg gedicht over de liefde vandaag, 1999




zaterdag 19 november 2011

GABRIEL FAURÉ - PAUL CÉZANNE




Gabriel Fauré werd op 12 maart 1845 in Pamiers geboren als zesde en jongste kind uit een niet zo bijster muzikaal gezin. Op negenjarige leeftijd echter werd hij naar de beroemde kerkmuziekschool van Niedermeyer gestuurd, en daar kreeg hij ook les van Saint-Saëns. Hij bleef in dit internaat tot zijn twintigste, en de muzikale atmosfeer van dit instituut heeft een duidelijke stempel gedrukt op de aard en de stijl van zijn werken.
Hij wordt er leraar, en daarnaast kerkorganist aan de Madeleine-kerk. Dezelfde functie bekleedt hij ook een tijdje te Rennes en aan de Notre-Dame de Clignancourt. In 1883 huwt hij, en in 1896 wordt hij benoemd tot leraar compositie aan het Parijse Conservatorium, met leerlingen als Ravel, Schmitt en Koechlin. In 1905 wordt hij er directeur, wat hij blijft tot 1920. Dan moet hij die functie neerleggen wegens een onherroepelijk voortschrijdende doofheid. Toch kan hij nog meesterwerken blijven componeren, en hij blijft muziekmedewerker van "Le Figaro". Hij sterft in Parijs op 4 november 1924.

Fauré was de enige componist met naam in Frankrijk die nooit een officiële conservatoriumopleiding kreeg, en niet meedong naar de "Prix de Rome". (Componisten.net)

Paul Cézanne is een schilder, die een enorme invloed heeft gehad op de twintigste eeuwse schilderkunst. Picasso werkte diens stijl verder uit tot het kubisme, Matisse bewonderde vooral zijn kleurgebruik. Cézanne wordt vaak gezien als de vader van de Moderne Kunst. In zijn eigen tijd was hij echter een buitenstaander en werd vaak onbegrepen.

Cézanne werd geboren op 19 januarie 1839 in Aix-en-Provence in Zuid-Frankrijk. Hij was de zoon van een rijke bankier. Al jong was hij geïnteresseerd in kunst en in 1861 vertrok hij naar Parijs na veel discussies met zijn vader over zijn liefde voor de schilderkunst. Cézanne voegde zich daar bij zijn vriend, de schrijver Zola. Al snel werd hij aangetrokken door de meer radicale schilders Delacroix en Courbet en ook door Manet. Na zes maanden gin Cézanne teleurgesteld terug naar huis. Na een jaar echter besloot hij opnieuw de schilderkunst in Parijs een kans te geven. (lees meer)

vrijdag 18 november 2011

XXML - 20 YEARS MARC LAGRANGE



Al 20 jaar legt kunstfotograaf Marc Lagrange de schoonheid van de vrouw vast. Dit wordt nu gevierd met een overzichtstentoonstelling en een reuzeboek “ XXML”. Het is een indrukwekkende verzameling geworden van de beste naaktfoto’s die Lagrange in 20 jaar gemaakt heeft.


In 2006 kreeg Marc Lagrange veel erkenning voor zijn expo ”Chateau Lagrange” in het Antwerpse Fotomuseum. Sindsdien is hij alleen maar bekender geworden met zijn sensuele portretten van naakte vrouwen. Vrouwelijk schoon is net zoals bij de Duitse topfotograaf Helmut Newton intussen zijn handelsmerk geworden. Kunstgalerijen hebben sindsdien zijn werk ontdekt en zijn foto’s zijn zeer gegeerd bij collectioneurs en liefhebbers, die er meer dan twintigduizend euro voor willen betalen. Zijn duurst verkochte foto is “ The last supper” die voor meer dan 40.000 euro van de hand ging.

Lagrange heeft een jaar de tijd genomen om uit zijn database van 5000 foto’s een selectie te maken. Uiteindelijk hebben 260 foto’s de tentoonstelling gehaald. De portretten hebben indrukwekkende afmetingen en komen volledig tot hun recht in ‘Maison Lagrange’, een prachtig, monumentaal Antwerps herenhuis dat voor de gelegenheid naar de fotograaf genoemd werd.

De expo toont glamoureuze, erotische vrouwenportretten in luxueuze interieurs. Lagranges naakte schoonheden zijn nooit obsceen of vulgair. Ze nodigen de toeschouwer uit om mee te gaan in een wereld waar de fantasie geen grenzen kent.

Cobra.be ging kijken naar de tentoonstelling in opbouw en sprak met Marc Lagrange. Gisteren was er de opening voor de pers. Vanaf zaterdag 19 november gaan de deuren open voor het grote publiek. (Klik hier voor interview en overzicht - Cobra.be)

[“XXML- 20 years Marc Lagrange” . Maison Lagrange, Quellinstraat 38 , Antwerpen. Open van woensdag t/m zondag van 11 tot 18u. Van 19.11.2011 tot 19.12.2011]



Samen met de expo verschijnt het boek “XXML”, zowel de hardcover als de XXL-versie van 50 x 70 cm bij uitgeverij Lido.

Allen daarheen!


woensdag 16 november 2011

NIEMAND VRAGEN



hoeveel geluk moet je hebben om het te beseffen,
om niet te vervallen in zelfbeklag?

hoeveel rampen in de wereld zijn er nodig
om het baden in weelde te bevestigen?

kan melancholie je geest vergiftigen
dat het leven van alledag onmogelijk wordt?

kan de vrees voor het einde je verlammen
en doen wensen dat je nooit geboren was?

is iemand vertrouwen nog van deze tijd
of moet je vluchten in schijnheiligheid?

kan een gebeurtenis uit het verleden
voor altijd je geluk in de weg staan?

is emotionele intelligentie waardevol
of is arrogantie een voorwaarde om te overleven?

helpt het om te zoeken naar aandacht
of is geduld de sleutel voor gemoedsrust?

niemand hoeft het mij te zeggen,
ik zoek het zelf wel uit.


OCTOPUS - PHILIPPE DECOUFLÉ




ODE AAN HET EROTISCH LICHAAM

Vrouwen op torenhoge stiletto's en halfnaakte mannen. Choreograaf Philippe Decouflé brengt 'Octopus' in deSingel.

Decouflé brengt in ‘Octopus’ een ode aan de schoonheid, vooral aan die van het benenspel. Hij is gefascineerd door lichamen en hun erotische uitstraling. 'Octopus' refereert aan het zwoele cabaret uit 'Coeurs Croisés' en aan de poëtische grandeur van 'Shazam!', twee van zijn Decouflés vorige voorstellingen. Vrouwen op torenhoge stiletto's defileren voorbij, mannen met ontblote torso's spelen een haantjesgevecht met het licht en met elkaar.

Philippe Decouflé werd opgeleid tot circusartiest en mimespeler. Het was pas later, tijdens zijn bezoek aan Parijse nachtclubs, dat hij verliefd werd op dans. Hij schreef zich in voor een opleiding hedendaagse dans en richtte zijn eigen gezelschap op: Decouflé Company of Arts. Decouflé combineert dans graag met videobeelden. Een invloed van leraar Alwin Nikolais die dans en video als eerste samenbracht op het podium.

Het werk van Decouflé is te herkennen aan de aaneenschakeling van ludieke stukjes waarin de wereld van circus, beeld en dans op een unieke manier versmelten. In Frankrijk spreekt men zelfs van 'decoufleries'.

Decouflé laat zich niet begrenzen door de muren van de theaterzaal. Hij won een Brit award voor zijn choreografie voor de videoclip van 'She Drives Me Crazy' van de Fine Young Cannibals en werd in Venetië bekroond voor zijn reclamespot voor Polaroid. Hij maakte ook verschillende kortfilms. Het grote publiek leerde hem dan weer kennen door zijn choreografie voor de opening- en slotceremonie van de winterspelen in Albertville in 1992. Decouflé is ook de man achter de show 'Iris' van het Cirque du Soleil en achter enkele choreografieën van het cabaret Crazy Horse de Paris. (Cobra.be)

['Octopus' - Philippe Decouflé. De voorstellingen van 17,18 en 19 november zijn zo goed als uitverkocht. Een extra voorstelling is voorzien op 20 november, om 16u. deSingel, Antwerpen]



maandag 14 november 2011

VOOR IK GA SLAPEN - S.J. WATSON - THRILLER




Wakker worden in een vreemd bed, naast een vreemde man in een vreemd huis. In de spiegel staart je een onbekend en oud gezicht aan en het voelt alsof je in een nachtmerrie bent beland. In de spannende thriller Voor ik ga slapen van S.J. Watson is het helaas de harde realiteit voor Christine Lucas, een vrouw die leidt aan amnesie. Iedere ochtend wordt ze wakker, kan zich niets meer herinneren van de afgelopen vijfentwintig jaar terwijl ze wordt bijgepraat door een vreemde man die zichzelf Ben noemt en haar man zegt te zijn. Maar door het bijhouden van een dagboek is het de vraag of Ben wel te vertrouwen is.

Watson debuteert met Voor ik ga slapen, dat enigszins gebaseerd is op een waargebeurd verhaal. Ondanks dat er al vaker thrillers zijn geschreven waarin geheugenverlies een grote rol speelt, bevat dit boek een goed en origineel plot. Dat komt vooral doordat Watson vanuit Christine vertelt en je hierdoor getuige bent van de strubbelingen die de amnesie bij haar veroorzaakt. De schrijver weet op subtiele wijze te verwoorden hoe het voor iemand moet zijn die compleet afhankelijk is van anderen en de angst waarmee dit gepaard gaat.

‘Ik ben volwassen, maar beschadigd. Deze man zou me gemakkelijk ergens mee naartoe kunnen nemen, hoewel ik niet zo weten wat hij met me zou willen doen. Ik ben zo kwetsbaar als een kind.’

Unheimisch gefühl


Zowel op de flaptekst als vrij aan het begin van het boek wordt aangegeven dat er meer aan de hand is dan alleen amnesie bij Christine. Hierdoor dient zich al snel de behoefte aan om erachter te komen wat er gebeurd is en wie nu de waarheid spreekt. Doordat Voor ik ga slapen voor het grootste gedeelte bestaat uit dagboekpagina’s van Christine, kom je er samen met haar achter wat haar geheugenverlies heeft veroorzaakt en hoe haar leven er de afgelopen jaren heeft uitgezien.

In eerste instantie lijkt het boek een psychologisch verhaal dat gepaard gaat met de angst voor het onwetende. Maar wanneer bepaalde tegenstrijdigheden aan het licht komen en personages dingen lijken achter te houden, wordt er al snel bij zowel Christine als de lezer een ‘unheimisch gefühl’ opgeroepen. Watson weet de spanning op uitmuntende wijze op te bouwen en geeft stukje bij beetje meer dingen prijs. In het boek wordt gesuggereerd dat Christine naast amnesie aan paranoia lijdt, maar ook als lezer ga je zelf aan alles twijfelen. Doorlezen wordt een must om achter de waarheid te komen.

Beeldend en ijzersterk


De schrijfstijl is beeldend en de schrijver is op een doordachte wijze omgegaan met bepaalde details, zoals de manier waarop Christine elke dag aan haar dagboek wordt herinnerd. Doordat er in het boek een minimum aan personages voorbij komt, wordt nog eens extra sterk aangegeven hoe klein het wereldje is voor iemand die zich niets meer kan herinneren.

Voor ik ga slapen is een ijzersterk debuut dat je van begin tot eind in haar greep houdt. De onwetendheid van de hoofdpersoon wordt geprojecteerd op de lezer en Watson laat je tot het einde in het ongewisse. Een psychologisch verhaal met een interessante invalshoek waardoor een onvergetelijke thriller over geheugenverlies is gecreëerd. (Stéphanie Nooteboom - Cultuurbewust.nl)


donderdag 10 november 2011

ILLUSIE



je kwam op elf september rond de middag
na al die jaren, eindelijk ...
vroeger geluk vervaagde
niets had nog zin zonder jou

onze geschiedenis in woorden
hevig verlangen, niemand kwetsen
falende rede en intuïtie
twee heerlijke uren

vier woorden zonder inhoud
ik zie je graag, wel honderd keer
ontkenning gevolgd door zelfbeklag
eigen vel gered door verraad

je stem mis ik het meest
elke dag proberen de leegte op te vullen
ik draai mijn hoofd naar de toekomst
blij met wat me is overkomen


woensdag 9 november 2011

SIMON'S CAT - SIMON TOFIELD



Simon's Cat is an animated cartoon series by the British animator Simon Tofield featuring a hungry house cat who uses increasingly heavy-handed tactics to get its owner to feed it.

In January 2009, it was announced that Simon's Cat would be published in book format. Canongate released the title on 1 October 2009 in the United Kingdom. It was later released in many other countries.

Additionally there is a Simon's Cat cartoon strip in the Daily Mirror.


dinsdag 8 november 2011

BORGEN -SEIZOEN 1 - STERK




Borgen is de nieuwe internationaal gelauwerde serie van de makers van The Killing. Laat je meeslepen door deze schitterende Deense politieke thriller.

We volgen politiek leider Birgitte Nyborg, die onverwachts verkozen wordt tot eerste vrouwelijke premier van Denemarken, maar er al snel achter komt dat haar nieuw verworven rechten en plichten hun tol eisen van haar privéleven en haar dierbaren. Het blijkt balanceren tussen carrière, privéleven, machtswellust, concurrentie, en bovenal over spindoctors en hun rol tussen pers en politiek.


De politiek en hoe haar te overleven: ‘Borgen’ werpt een verhelderende blik in de krabbenmand van de macht.

Als de onderhandelaars ondertussen vergeten zijn hoe je precies een regering moet vormen – na ruim vijfhonderd dagen zou dat niet onlogisch zijn – dan kunnen ze misschien ter inspiratie eens naar Borgen kijken. In deze nieuwe Deense dramaserie, net als The Killling gemaakt door en voor de Deense openbare omroep, slaagt men erin slechts een paar dagen na de verkiezingen een nieuwe regering samen te stellen én een regeerprogramma uit te denken. De premier die haar intrek mag nemen in Borgen (oftewel Burcht, het gebouw in Kopenhagen waar de regering zit) is Birgitte Nyborg, de voorzitster van de Middenpartij. Zij kreeg de leiding over het land onverwacht in de schoot geworpen nadat de vorige premier net voor de verkiezingen in een schandaaltje terechtkwam, en moet nu proberen zich zo snel mogelijk in het politieke spel in te werken.

Net zoals The West Wing – toch hét voorbeeld als je het over politieke dramareeksen hebt – lijkt Borgen een beetje een progressieve wensdroom van de schrijvers. Nyborg is immers een heel standvastige en vooruitstrevende premier, die niet bang is om neen te zeggen tegen de Verenigde Staten (over CIA-vluchten op Groenland) of machtige industriëlen (over quota voor vrouwen in de raad van bestuur) en opkomt voor de kleine man in de Deense straat. Toch is de serie allerminst een sprookje, want ook de duistere kanten van de politiek komen uitgebreid aan bod: Nyborg is vaak verplicht om haar idealen aan de harde realiteit aan te passen en komt er eveneens snel achter dat het premierschap weinig ruimte overlaat voor vriendschap of ‘quality time’ met je gezin. Daarnaast legt Borgen ook de moeilijke relatie tussen politici en de media bloot, via het personage van Kasper Juul, de briljante, maar niet altijd even humane spindoctor van Nyborg.

Om nu te zeggen dat Borgen even goed is als The West Wing zou overdreven zijn, want het razende tempo en de snelle dialogen van die serie ontbreken hier. Maar het is wel een erg volwassen reeks waarin zonder overdreven dramatiek of vergezochte wendingen het politieke spel wordt ontleed en omgesmeed tot sterke televisie. Geen extra’s. (Stefaan Werbrouck - KnackFOCUS)

Speelduur: 10 x 60 minuten

maandag 7 november 2011

DUO - B.B. KING & OTTORINO RESPIGHI



His reign as King of the Blues has been as long as that of any monarch on earth. Yet B.B. King continues to wear his crown well. At age 76, he is still light on his feet, singing and playing the blues with relentless passion. Time has no apparent effect on B.B., other than to make him more popular, more cherished, more relevant than ever. Don't look for him in some kind of semi-retirement; look for him out on the road, playing for people, popping up in a myriad of T.V. commercials, or laying down tracks for his next album. B.B. King is as alive as the music he plays, and a grateful world can't get enough of him. (read more)



Ottorino Respighi was born on July 9, 1879, in Bologna, Italy. He studied music with Nikolay Rimsky-Korsakov in St. Petersburg. He’s known for introducing Russian sound to Italian music. In addition to composting suites, he composed operas such as Belfagor and La fiamma. His wife, Elsa Olivieri-Sangiacomo Respighi, was also his pupil, a composer and a singer of Operas. He died on April 18, 1936, in Rome. (read more)


Music is emotion!



DE ENGELENMAKER - STEFAN BRIJS

'Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk.'


Op 13 oktober 1984 keert na een afwezigheid van bijna twintig jaar Doktor Victor Hoppe terug naar zijn geboortedorp Wolfheim, vlak bij het drielandenpunt in de buurt van Vaals en Aken. De bekrompen dorpelingen reageren argwanend op zijn komst, zeker als blijkt dat hij drie kinderen van een paar weken oud bij zich heeft: een identieke drieling met een schrikwekkende afwijking. Na enkele bijzondere genezingen wordt de dokter toch aanvaard in het dorp en gestaag groeit zijn populariteit. Zijn kinderen zijn echter zelden te zien en dat voedt de geruchten. Langzaam groeit het besef dat ze alle drie ernstig ziek zijn. Maar er blijkt meer aan de hand, niet alleen met de kinderen, ook met de dokter zelf die, gegijzeld door zijn verleden, een beslissing neemt die hem onsterfelijkheid moet bezorgen.

De engelenmaker is een roman vol geruchten en rumoer, gefluister en geroddel. Een verhaal over geloof en wetenschap, werkelijkheid en verbeelding, macht en onmacht, zin en onzin. Een roman waarin iedereen naar de waarheid op zoek is en uiteindelijk alleen zijn eigen waarheid vindt en gelooft.

Persreacties

Mark Cloostermans - De Standaard

'Vier jaar heeft hij gezwegen. Het was de moeite waard. Stefan Brijs schreef (...) een boek dat er echt toe doet. De engelenmaker is een meeslepende roman over het ontstaan van het leven en de herkomst van het kwaad. (...) Vanaf de eerste bladzijde is De engelenmaker zwanger van onheil, dreiging en catastrofe. (...) Maar zo gauw legt Brijs z'n kaarten niet op tafel. Honderdveertig bladzijden lang houdt hij je magistraal aan het lijntje en strooit ondertussen kwistig met bevreemdende bijbelse symbolen. (...) Brijs toont zich een gul schrijver. In plaats van de amateurfilosoof uit te hangen - geen gering gevaar, met deze onderwerpen en thema's - zorgt hij er in de eerste plaats voor dat de lezer enkele fijne uren doorbrengt. Spanning, cliffhangers, ontroering, een vleugje humor en wat grandeur op z'n tijd. Voor zijn finale grijpt hij niet naar makkelijk drama. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, zijn het niet de autoriteiten of verbolgen dorpelingen die een eind maken aan deze geschiedenis. Hoppe bewerkstelligt zijn eigen ondergang in een finale die zo theatraal en wreed is dat er alleen nog aanzwellende violen en hysterische vrouwenkoren aan ontbreken. In feite ontbreekt aan dit boek slechts één ding. Een hoop lezers.

Clara Strijbosch - de Volkskrant

'Een virtuoze roman (...) Wat er dan kan gebeuren wordt in Stefan Brijs' De engelenmaker met meesterhand uit de doeken gedaan. (...) Brijs beheerst het grote en het kleine in dit boek. (...) "Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk," is het motto van Doktor Victor Hoppe. Het is Stefan Brijs in De engelenmaker gelukt: een spannende roman schrijven over de gevaarlijke en aanlokkelijke mogelijkheden van het scheppen van leven.'

Daniëlle Serdijn - Het Parool

'De engelenmaker is een kolkende roman. Carnavalesk, wrang, als was het een plaatje van de schilder James Ensor. (...) Stefan Brijs is er opnieuw in geslaagd sympathie op te roepen voor lelijkerds, mismaakten en slechteriken, kortom, voor foutjes van de natuur. Hij is de meester van het mededogen.'

Arjen Fortuin - NRC-Handelsblad

'Als je op pagina 420 aan het einde van Brijs' krachttoer bent beland, realiseer je pas goed hoe veel deze roman overhoop heeft gehaald. Victor Hoppe blijkt niet zozeer een onderzoeker te zijn, maar vooral een proefpersoon in de grootse literaire proefopstelling van Brijs. (...) Je eindigt met een gevoel van diepe sympathie voor een man die je menselijkerwijs zou moeten classificeren als een gevaarlijke gek. (...) Uiteindelijk komt het geloof uit de hoek waar hij het het minst verwachtte, van de goeddeels irrationele en wispelturige dorpsgemeenschap. Die sluit de man die enkele jaren eerder nog voor de duivel werd gehouden, met liefde in de armen. Dat die dorpelingen dat op volslagen verkeerde gronden doen, dient alleen nog maar om de rijkdom van Brijs' geweldige roman te benadrukken.'

Tomas Vanheste - Vrij Nederland

'Een betoverend boek, dat dwingend naar een fraaie apotheose leidt. Eens te meer het bewijs dat Brijs een groot verteller is.'

Ik heb daar niets meer aan toe te voegen ... een absolute aanrader!


maandag 24 oktober 2011

VOIR UN AMI PLEURER - JACQUES BREL



Bien sûr il y a les guerres d'Irlande
Et les peuplades sans musique
Bien sûr tout ce manque de tendre
Et il n'y a plus d'Amérique
Bien sûr l'argent n'a pas d'odeur
Mais pas d'odeur vous monte au nez
Bien sûr on marche sur les fleurs
Mais mais voir un ami pleurer

Bien sûr il y a nos défaites
Et puis la mort qui est tout au bout
Le corps incline déjà la tête
Étonné d'être encore debout
Bien sûr les femmes infidèles
Et les oiseaux assassinés
Bien sûr nos coeurs perdent leurs ailes
Mais mais voir un ami pleurer

Bien sûr ces villes épuisées
Par ces enfants de cinquante ans
Notre impuissance à les aider
Et nos amours qui ont mal aux dents
Bien sûr le temps qui va trop vite
Ces métros remplis de noyés
La vérité qui nous évite
Mais mais voir un ami pleurer

Bien sûr nos miroirs sont intègres
Ni le courage d'être juif
Ni l'élégance d'être nègre
On se croit mèche on n'est que suif
Et tous ces hommes qui sont nos frères
Tellement qu'on n'est plus étonné
Que par amour ils nous lacèrent
Mais mais voir un ami pleurer.

vrijdag 8 april 2011

BEST OF A NORMAL DAY



Een filmpje van twee Duitse vrienden op YouTube werd in vier dagen al bijna 700.000 keer bekeken. Ze doen dan ook dingen waarbij de tricks van de beste basketters verbleken.

Sebastian Stahlhofen en Thomas Becker hebben een bijzondere hobby. Ze houden van mikken. Wat waarin mikken? Het kan van alles zijn. Achterwaarts een krant in de brievenbus gooien of je sleutelbos aan de haak werpen, een fiets vanop drie meter afstand in een rek laten rollen, een sigaret achteloos in een sigarettenpakje gooien, noem maar op...

Hun filmpje op YouTube toont in twee minuten de vele werptrucs waar ze wellicht vele weken of zelfs maanden op geoefend hebben. Ze haalden er al de Duitse televisie mee, maar ook de rest van de wereld kan hun kunstjes duidelijk appreciëren. Via het filmpje maken ze meteen ook reclame voor hun website www.a-normal-day.com, waar ze hun diensten aanbieden voor het produceren ‘van uw eigen commerciële video’. (bron: De Standaard)


donderdag 7 april 2011

THE JOLLY BOYS - REHAB



For nearly sixty years, the Jolly Boys have been integral to the fabric of Port Antonio’s musical landscape and cultural heritage. Masters of mento, one of Jamaica’s original musics, this band has rocked innumerable private soirées, charmed the traveling elite and toured the world, leaving an indelible mark on everyone who has heard them. Their new album, Great Expectation, introduces a new sound and direction, making them more unforgettable than they have ever been.

The Jolly Boys quickly rose to local prominence in the 1950s as the house band for the Rat Pack’s Jamaica chapter, chaired by the swashbuckling enfant terrible, Errol Flynn. Singing songs of double entendre and ribaldry to those in search of escape and excess, the group served as Port Antonio’s go-to band for thirty years. Being “discovered” by a new generation of world music aficionados in the late 1980s meant that the Jolly Boys could take their musical party on the road. Several album, dozens of countries and thirty years since, the Jolly Boys have become the most recognizable mento band in the world.

Now, the Jolly Boys are back, reinvigorated with a revolutionary new sound. In early 2009, Jon Baker, founder of Gee Street Records and one-time leader of the A&R team at Island Records in NYC, held a recording session at Geejam studios to capture some of the Jolly Boys vintage material. He was looking for the rebel mento–the punk rock of its day–where singers sang frankly about sex and wrote biting commentary about relevant social issues. The Jolly Boys delivered, but it led to a fresh creative idea: why not dip into the rock repertory, take the songs that resonate with mento’s raucous history and give them a different vibe? Baker, together with his long term friend and creative partner Mark Jones from Wall of Sound, worked together and chose tracks from artists like the Clash, the Stooges, the Stranglers and Amy Winehouse. They fit the mento vibe so naturally that work on the new project began immediately. (read more)


donderdag 31 maart 2011

VERZET BEGINT NIET MET GROTE WOORDEN - REMCO CAMPERT



Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in zijn kop krijgt

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen



maandag 28 maart 2011

HAPPYMESS - HET RECHT OP VERDRIET

Mag je als gefortuneerde westerling wel ongelukkig zijn en af en toe serieus zagen en klagen? Waarover dan en hoe lang mag dat duren? Rond die vragen werkten de zeven actrices van Companie Barbarie.

Wat kaarten jullie aan in "Happymess"?

Evelien Broeckaert

We zijn vertrokken van het recht op ‘ongelukkig zijn’ in onze westerse maatschappij. Elke dag opnieuw worden we geconfronteerd met problemen uit de hele wereld: de aardbeving in Japan, de bombardementen in Libië, noem maar op. Vergeleken daarmee lijkt je eigen innerlijke, existentiële verdriet zo klein en onbelangrijk. Een luxeprobleem.

Wij zijn ook allemaal opgevoed met die relativeringsdrang: “Je hebt niet te klagen, op een ander is het veel erger” of “Eet je bord leeg, in Afrika hebben de kindjes honger”. Maar dat spel van verhoudingen helpt je niet vooruit. Als het niet gaat, dan gaat het niet. “Groot” of “klein” verdriet: dat is geen legitiem verschil.

Is verdrietig zijn een taboe geworden?

Amber Goethals

In zekere zin wel. Het is niet iets dat je op café zomaar op tafel legt en waar je andere mensen mee belast. Je doet je best om het zelf op te lossen of gaat bij de dokter een pilletje halen. Vroeger vielen mensen terug op God en op hun geloof om dingen een plaats te geven. Misschien niet de meest interessante plaats, maar ze hadden tenminste een kader waarbinnen alles steek hield. Maar dat is tegenwoordig veel minder het geval.

Er lijkt ook een bizar puntensysteem te bestaan wat verdriet betreft. Er zijn dingen waar je ongelukkig over mag zijn en dingen die te licht worden bevonden. En er zijn aanvaardbare periodes van tristesse, maar het kan ook te lang beginnen duren. Stel, je lief is er vandoor. Dan heb je echt een reden om triest te zijn, maar na een jaar moet je er toch echt wel over zijn. Over andere dingen mag je nog geen seconde pruilen. Maar wie bepaalt dat?

Wat kwam er naar boven toen jullie begonnen te repeteren?

Karolien De Bleser

Dat we allemaal met dit soort vragen zaten, wisten we al. We kenden elkaar al goed genoeg om er met elkaar over te praten – anders was het idee voor deze voorstelling er ook nooit kunnen komen. Wij zijn allemaal heel ‘gelukkige’ mensen met wie au fond niets aan de hand is maar die soms diep ongelukkig zijn. Mensen die dat een plaats willen geven. Je moet niet in je verdriet gaan hangen of je erin wentelen, maar je kan niet gelukkig worden zonder af en toe ook je ongelukkigheid te beleven.

Wie zijn jullie op de scène?

Lies De Backer

We spelen geen personages en er staan ook geen freaks op het podium. We vertrekken vanuit onszelf, vanuit wie wij echt zijn. Het publiek moet kunnen zien dat wat wij tonen over ons allemaal gaat.

“Happymess” is één moment, één plaats waar een aantal mensen samen zijn. Ze zijn overgeleverd aan die ene kamer en aan elkaar. Ze dragen vanalles met zich mee en dat zorgt voor pijnlijke momenten en voor absurde slapstickscènes.

Humor als medicijn?

Lotte Vaes

We geven sowieso een kwinkslag aan het thema. Humor is de beste manier om met veel dingen om te gaan. Onze desolate maatschappij, de ondraaglijke lichtheid van het bestaan en zo: we denken dat het oplevert om daar ook het grappige van in te zien.

In het beste geval gaan mensen goed kunnen lachen met ons, maar vooral ook met zichzelf omdat ze herkennen wat ze zien. Maar bij momenten tonen we een groot verdriet: we hopen dat dat ook bestaansrecht krijgt, en dat mensen er zich door laten aangrijpen.

Hoe is Compagnie Barbarie sinds het prille begin gegroeid?

Ruth Beeckmans

Onze eerste voorstelling dateert ondertussen van 2007 en we hebben sindsdien wel wat bijgeleerd. Voor deze voorstelling hebben we voor het eerst gewerkt met een coach, een soort derde oog, iemand die het overzicht kan bewaren. Dat is bij een collectief als het onze, waarin iedereen op gelijke voet staat, echt een uitdaging.

Maar het is niet omdat je vier jaar en zoveel voorstellingen verder staat dat je niet meer twijfelt. Het blijft spannend en zenuwslopend.

Kan jullie Compagnie nog groeien?

Sarah Vangeel

Dat kan zeker. Stel dat we iemand specifiek in ons hoofd hebben voor een bepaalde rol, dan zouden we die zeker vragen om met ons mee te doen. Of moesten we een man nodig hebben. Al zit er ook behoorlijk wat mannelijk talent in de groep (hilariteit).

Maar het is niet toevallig dat we al drie voorstellingen hebben gemaakt met deze groep van zeven mensen. We hebben een sterke basis en werken op een heel eigen manier. Als mensen van ‘buitenaf’, technici of zo, ons zien repeteren, snappen ze er niks van. We hebben een heel eigen taal ontwikkeld, we praten allemaal door elkaar heen en hebben toch alles gehoord. “Kunnen jullie niet gewoon één voor één iets zeggen?” vragen ze dan. Nee, dat kan niet. Het moet allemaal door elkaar. Vandaar misschien dat we quasi-woordeloze voorstellingen maken (hilariteit).

Sofie Rycken

[ "Happymess" - Compagnie Barbarie. Première op 24.03.2011 in STUK, Leuven. Nadien op tournee]


dinsdag 8 maart 2011

HOE MAAK JE CARRIÈRE MET DRIE KINDEREN - KATHLEEN COOLS


Kathleen Cools vindt dat vrouwen meer haar op hun tanden moeten kweken: op de werkvloer, maar ook thuis. Cools studeerde filosofie en is presentator van Terzake.

Ik heb Simone De Beauvoir nog eens doorgebladerd. Naast een streepje melancholie (ik was achttien toen ik Le deuxième sexe las, en had heel mijn vrouwenleven nog voor me), las ik vooral het relaas van een gedateerde strijd. Meer nog, de bezorgdheden van De Beauvoir klinken ouderwets en zijn intussen ronduit achterhaald. De felle filosofe verdedigt niet alleen het - intussen vanzelfsprekende - recht op een volwaardige vrouwelijke seksualiteit, in hetzelfde boek trekt ze ook het moederinstinct in twijfel, en verzet ze zich hevig tegen de bekrompen leefwereld van de huiselijke vrouw: "Het drama van het huwelijk ligt niet in het feit dat het geen garantie is voor het geluk dat het belooft er is geen garantie voor geluk - maar dat het de vrouw verminkt; het doemt haar tot herhaling en sleur. (.) De echte daden en het echte werk zijn het voorrecht van de man."

Somber is het beeld dat Simone De Beauvoir ophangt van de gehuwde vrouw, beledigend ook voor alle thuiswerkende moeders aller tijden. Het zijn meedogenloze woorden, die de toenmalige vrouwen dan ook moesten aansporen om uit hun cocon te breken. Dat was nodig, en het is ook gebeurd. Tussen haakjes: pikant is wel dat de onafhankelijke vrouw die de analyse neerschreef, later zelf in een bizarre onderdanigheid verviel. Want hoe rijm je de geëmancipeerde filosofe De Beauvoir met de minnares Simone, die voor haar geliefde Sartre op zoek ging naar jonge meisjes om hem ter wille te zijn?

Alles is anders
Zestig jaar na De Beauvoir is alles helemaal anders. Anno 2011 bepalen westerse mannen én vrouwen autonoom hoe ze hun leven en hun carrière uitbouwen. Een evolutie die onmogelijk was zonder verschillende generaties vrouwen, die hun nek hebben uitgestoken om de gelijkwaardigheid tussen man en vrouw in de praktijk af te dwingen. En dat kon dan weer alleen maar gebeuren, dankzij de vele. mannen die zich mee achter die missie schaarden. Het zijn hun (achter)kleinzonen, die het nooit anders hebben geweten: samen elk een carrière, samen verantwoordelijk voor (bijvoorbeeld) kinderen en voor al de rest.

En toch. Toch zitten er duidelijk barsten in het succesverhaal. De opvallendste barst is een simpele vraag: is de bedrijfswereld nog altijd een echte mannenwereld? En zo ja, waarom? In de loop van het debat over quota voor vrouwen in de raden van bestuur viel een fascinerende opmerking. Wanhopig constateerde Captain of Industry Paul Buysse namelijk dat de zoektocht naar een vrouw in zijn raad van bestuur hem alleen maar hopen geld had gekost. Het resultaat was uiteindelijk: nul. Merkwaardig.

Ik twijfel niet aan de oprechte queeste van Baron Buysse. Maar ze dwingt ons tot twee bedenkingen. Ofwel hebben vrouwen een natuurlijke aversie van de financiële en economische top van het bedrijfsleven. Ofwel hebben ze een hekel aan het good old boys network. De eerste optie is een boutade. De tweede lijkt me realistisch. Ze vertaalt zich in een huivering voor de verantwoordelijkheden, de vergadercultuur en de karikatuur van de zelfbewuste grijze pakken.

Haar op de tanden
Mag ik een dringende oproep doen? Het is hoog tijd voor actie: vrouwen moeten hier echt durven springen. En dat vereist af en toe haar op de tanden, op de werkvloer, en jawel: ook thuis. Al te vaak nog voelen vrouwen met een baan zich hyperverantwoordelijk voor gezin en kinderen en de taken die daarbij horen. Bovendien willen ze zo graag alles perfect doen. Draai die knop drastisch om. Voed je partner op of laat je door hem opvoeden, zoek ondersteuning, en organiseer je zaakjes als dat nodig is. En vooral: als je zin hebt in die carrière, grijp ze dan als de kans zich aandient. Alleen op die manier kunnen we verder uitbouwen wat de vorige generaties hebben gerealiseerd.

Het vraagt een mentaliteitswijziging bij vrouwen én mannen. Hoed u in die zin op de werkvloer voor de kleine, ogenschijnlijk argeloze zinnetjes. Ze komen in gradaties. Hoe doe je dat, dit werk, met drie kinderen? (Vragen ze nooit aan mijn man. Wel hoe hij het doet, met die job van zijn vrouw) Of, wellicht goedbedoeld, door een overste: zou je het na je derde niet wat rustiger aandoen? Maar er is ook dat dodelijke zinnetje, zoals het onlangs een jonge vrouw overkwam: zou je niet liever voor kinderen kiezen dan te denken aan een carrière? Er is echt nog behoorlijk wat werk aan de winkel. Laten we vooral niet indommelen! (demorgen.be)

vrijdag 4 maart 2011

MARC VERHAEGEN OVER VINCENT VAN GOGH





Het Van Gogh Museum en de stichting EurEducation presenteren over enkele dagen een stripboek over het leven van Vincent van Gogh. Het stripboek is gemaakt door de Vlaamse striptekenaar Marc Verhaegen, die onder meer bekend werd als hoofdtekenaar van Suske en Wiske, en scenarist Jan Kragt.

Benieuwd besloten we tekenaar Marc Verhaegen eens te benaderen. Hoe kwam hij bijvoorbeeld op het idee een strip over Van Gogh te maken? En welk verhaal krijgt de lezer in de strip voorgeschoteld over het beruchte oor van Van Gogh? Hieronder zijn Verhaegens antwoorden op deze en andere vragen te vinden. (lees meer)


dinsdag 1 maart 2011

MOORD IN PRAKTIJK - KERSTIN EKMAN - ROMAN

Hoe rechtvaardigt een moordenaar zijn daad? In twee Zweedse romans probeert een arts zich ervan vrij te pleiten. Een van de boeken verscheen in 1905, en vormt nu de inspiratiebron van Kerstin Ekman.

In een van de grootste Zweedse klassiekers, ’Dokter Glas’ van Hjalmar Söderberg, pleegt een arts een moord. Hij heeft zichzelf wijsgemaakt dat hij er een andere patiënt mee helpt. Deze Helga heeft de dokter namelijk bekend dat haar echtgenoot, dominee Gregorius, haar al te zwaar belaagt in bed, iets wat zij niet kan verdragen sinds ze verliefd is op een ander.

Via weloverwogen beschouwingen voor en tegen, komt dokter Glas tot de overtuiging dat hij de dominee ’moet’ vermoorden om deze vrouw, op wie hij heimelijk verliefd is, te redden. Hij plant zijn daad minutieus en slaat op het juiste moment ook toe. Maar achteraf wordt hij door angst bevangen, al komt niemand erachter wat hij heeft gedaan. Dat hij een mens heeft vermoord, is voor hem een straf op zichzelf – een conclusie die niet verhinderde dat het boek destijds zeer hevige debatten losmaakte.

In haar jongste roman ’Moord in praktijk’ hanteert de Zweedse schrijfster Kerstin Ekman een buitengewoon origineel procedé: ze verleent dokter Glas een ’biografische inspiratiebron’. Ekman wil ons doen geloven dat de hoofdpersoon uit haar eigen nieuwe roman, dokter Pontus Vossinge, model heeft gestaan voor dokter Glas, hoewel dat uiteraard een anachronisme is.

Het zal dus niet verbazen dat beide boeken thematisch verwant zijn. Allebei gaan ze over het plegen van een moord: de overwegingen die daartoe leiden, de manier waarop het gebeurt, de vraag hoe je er ongestraft mee wegkomt en het effect van de daad op de dader.

Terwijl Söderbergs Tyco Glas een bourgeoisdokter is met dito patiënten, is Pontus Vossinge een arme dokter zonder eigen praktijk. Zijn patiënten zijn hoofdzakelijk prostituees met geslachtsziekten. Vossinge’s werk met deze patiënten heeft overigens niets missionairs. Hij doet het noodgedwongen en is maar wat blij als hij erin slaagt ’hogerop’ te komen, door voor de oude dokter Johannes Schade te gaan werken. Niet dat hij een hoge pet op heeft van zijn baas, die hij vaak betrapt in bordelen en die naar stiefdochter Frida kijkt op een manier die Vossinge niet bevalt.

De liefde die Pontus Vossinge zelf voor dit elfjarige meisje opvat, wordt de motor van zijn verdere handelingen. Het blijft een platonische verliefdheid, die bovendien overgaat naarmate het meisje vrouwelijker wordt.

Op een bepaald moment laat Ekman haar personage in contact komen met de schrijver Söderberg, die hem prompt vraagt hoe hij als dokter een ’perfecte’ moord zou plegen. Vossinge voelt zich aangesproken door de vraag. Hij gaat zelfs de tabletten met kaliumcyanide bereiden die voor zo’n daad nodig zijn.

Niet toevallig wordt Söderberg lijkbleek op het moment dat Vossinge hem die pillen toont: zo concreet had hij zijn vraag nu ook weer niet bedoeld. Maar op dokter Vossinge hebben de tabletten een ander effect. Ze fascineren hem dermate dat hij ze altijd op zak heeft en dat is – zo als Ekman laat zien – niet zonder risico.

In een huiveringwekkend morbide scène geeft Vossinge op een bepaald moment, totaal impulsief, een van zijn pillen aan dokter Schade, die onmiddellijk het leven laat. Vervolgens praat hij de weduwe een huwelijk aan. Dat biedt hem financiële voordelen en de mogelijkheid om altijd in de buurt van het aanbeden dochtertje Frida te vertoeven.

Heel anders dan dokter Glas, ervaart Vossinge maar weinig morele schuld voor zijn daad. Enkel de vraag naar ’ontdekking’ interesseert hem, wat wel iets zegt over de infantiele morele ontwikkeling van dit personage, dat trouwens in staat blijkt de pillen nog een paar keer boven te halen, al zorgen toevalligheden ervoor dat er geen nieuwe doden vallen.

Ekman heeft met ’Moord in praktijk’ een uitgesproken hulde aan ’Dokter Glas’ geschreven, terwijl ze tegelijk haar kritiek niet spaart. Ze lijkt zich vooral te storen aan de rationaliteit van Tyco Glas. Vermoedelijk wil Ekman tonen dat mensen niet moorden uit rationele overwegingen, maar impulsief, of gewoon omdat de mogelijkheid zich voordoet. Niet toevallig brengt Ekman het onbewuste in stelling. „De laatste jaren wordt er veel drukte gemaakt over een kelderverdieping van de ziel, waarvan wij in het daglicht en bij ons volle bewustzijn niets zouden weten. Daarin moeten zich de angst, begeerte en handelingsimpulsen bevinden waar de verstandige en moreel uitgebalanceerde mens niet van wil weten.”

Daarmee suggereert ze dat de rationaliteit van dokter Glas overtrokken en zelfs verdacht is. Zijn diens ’uitgebalanceerde’ overwegingen geen rationalisaties van zijn onbewuste verliefdheid?

’Moord in praktijk’ is tegelijk ook een lofzang op ’Dokter Glas’, in die zin dat Ekman de vele details uit deze klassieke roman gebruikt om in haar eigen boek een gelijksoortige duistere sfeer op te roepen, met eenzame personages in een weinig herbergzame wereld. „Het wilde geluid van slaande kerkklokken dat tussen krijtwit verlichte gevels weerklinkt, geeft mij het gevoel dat ik schaduwloos door een stad dool die ik niet ken en waar mijn bestaan geen betekenis heeft”, mijmert dokter Vossinge.

Voortdurend spiegelt Ekman haar hoofdpersoon aan die van Söderberg. Ze arrangeert zelfs ontmoetingen tussen Vossinge en de schrijver Söderberg zelf. Dat alles werkt soms verwarrend, want wie spreekt op welk moment en op welk niveau van ’realiteit in de fictie’ bevinden we ons? Om de spiegelingen hard te maken, helpt het dat Ekmans personage ervan overtuigd is dat Söderbergs ’Dokter Glas’ op hem gebaseerd is. „Zonder mij zou de roman ondenkbaar zijn”, beweert Vossinge. „Hij zou gewoonweg niet zijn geschreven.”

Een constante in Ekmans roman is het adagium ’leven is handelen’, dat ook in ’Dokter Glas’ vaak wordt aangehaald, al betekent het iets totaal anders voor Tyco Glas dan voor diens geperverteerde alter ego dokter Vossinge. Ook de thematische spiegelingen zijn legio. Daarnaast pikt de schrijfster tal van details uit ’Dokter Glas’ op om er een nieuwe betekenis aan te geven: de kledij van dokter Glas resoneert in de dagboeken van dokter Vossinge, net als de mysterieuze bloemen die Glas ontvangt, of de restaurants die hij bezoekt.

Maar ondanks de inspiratiebron leest ’Moord in praktijk’ als een roman die op zichzelf staat. Het is dan ook niet noodzakelijk om ’Dokter Glas’ te kennen om deze roman te vatten, al helpt het wel om de finesses ervan mee te krijgen.

De grote verdienste van Ekman is dat ze op geen enkel moment flauwe of ongeloofwaardige uitspraken doet over ’Dokter Glas’. Dat is een hele prestatie, omdat die valkuil sterk aanwezig is in het veeleisende procedé dat ze voor haar roman heeft bedacht. Ekman is er daarentegen in geslaagd een overtuigende sfeer van grimmigheid te creëren, vol resonanties naar een andere roman, die ze niet nabootst, maar op een uitzonderlijke manier recht doet. (Sofie Messeman - Trouw.nl)