Paolo Giordano doctoreert in de fysica en won vorig jaar de Premio Strega, de belangrijkste Italiaanse literatuurprijs. Klinkt weinig rock-'n-roll? De man kan anders pronken met een grote schare groupies. 't Helpt ongetwijfeld dat-ie met zijn 26 lentes de jongste Strega-winnaar aller tijden is. 't Helpt ook dat-ie de brains met de looks combineert. Voor wie niet gelooft dat een natuurkundige een lekker dier kan zijn: check YouTube. Voor wie daarna niet meer gelooft dat achter die façade een intelligente schrijver kan huizen: lees 'De eenzaamheid van de priemgetallen' (Cargo)
Daarin schetst Giordano het complexe gevoelsleven van twee uiterst eenzame diertjes. Het leven is in de ogen van Giordano sowieso een solotrip, zeker als je 'anders' bent, omdat 'je speciaal voelen de ergste kooi is die je om je heen kunt bouwen'. Alice en Mattia zitten elk in een maximaal beveiligde kooi. Alice kwam als kind ongelukkig ten val tijdens een skiles, een verplicht nummertje opgelegd door haar autoritaire vader. Sindsdien loopt ze mank. Mattia had een debiel tweelingzusje, Michela. Onderweg naar een verjaardagsfeestje liet hij dat lastige zusje eventjes achter op een bank in het park. Ze is nooit teruggevonden.
De trauma's waarmee Giordano zijn personages opscheept zijn niet van de poes. En hij slingert ze vanaf de eerste pagina's in het gezicht van de lezer. Die heeft even weinig verweer als Alice en Mattia zelf. Zij glijden allebei af in een obsessie en klampen zich wanhopig vast aan een passie. Alice is anorectisch en werpt zich in de fotografie. Mattia snijdt in zijn handen en ontpopt zich tot wiskundig wonder. De twee eenzame priemgetallen ontmoeten elkaar op de middelbare school en voelen meteen een band. Maar écht contact is moeilijk, net zoals er in tussen twee priemgetallen altijd minstens een even getal staat: 'Mattia dacht dat Alice en hij zo waren, twee tweelingpriemgetallen, alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt te raken.'
Paolo Giordano volgt in goed gedoseerde porties afwisselend Alice en dan weer Mattia, maakt enkele rake sprongen in de tijd en besluit elk deel met een cliffhanger. Zijn sterkste zet houdt hij voor het slot: hij kiest resoluut níét voor het evidente happy end. Zijn oplossing is, net zoals heel deze debuutroman, subtieler dan verwacht. (jdm - HUMO)
Daarin schetst Giordano het complexe gevoelsleven van twee uiterst eenzame diertjes. Het leven is in de ogen van Giordano sowieso een solotrip, zeker als je 'anders' bent, omdat 'je speciaal voelen de ergste kooi is die je om je heen kunt bouwen'. Alice en Mattia zitten elk in een maximaal beveiligde kooi. Alice kwam als kind ongelukkig ten val tijdens een skiles, een verplicht nummertje opgelegd door haar autoritaire vader. Sindsdien loopt ze mank. Mattia had een debiel tweelingzusje, Michela. Onderweg naar een verjaardagsfeestje liet hij dat lastige zusje eventjes achter op een bank in het park. Ze is nooit teruggevonden.
De trauma's waarmee Giordano zijn personages opscheept zijn niet van de poes. En hij slingert ze vanaf de eerste pagina's in het gezicht van de lezer. Die heeft even weinig verweer als Alice en Mattia zelf. Zij glijden allebei af in een obsessie en klampen zich wanhopig vast aan een passie. Alice is anorectisch en werpt zich in de fotografie. Mattia snijdt in zijn handen en ontpopt zich tot wiskundig wonder. De twee eenzame priemgetallen ontmoeten elkaar op de middelbare school en voelen meteen een band. Maar écht contact is moeilijk, net zoals er in tussen twee priemgetallen altijd minstens een even getal staat: 'Mattia dacht dat Alice en hij zo waren, twee tweelingpriemgetallen, alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt te raken.'
Paolo Giordano volgt in goed gedoseerde porties afwisselend Alice en dan weer Mattia, maakt enkele rake sprongen in de tijd en besluit elk deel met een cliffhanger. Zijn sterkste zet houdt hij voor het slot: hij kiest resoluut níét voor het evidente happy end. Zijn oplossing is, net zoals heel deze debuutroman, subtieler dan verwacht. (jdm - HUMO)
Uit de pers
‘Wie op zo'n jeugdige leeftijd al zo'n rijpe, levenswijze en beheerst geschreven roman schrijft, is inderdaad een uitzonderlijk talent.’ – Het Parool
'Ontroerende debuutroman.' – Trouw
‘De eenzaamheid van de priemgetallen is een triomf. En een persoonlijke triomf voor de piepjonge auteur die Paolo Giordano is. Zou hij nóg beter kunnen schrijven?’ – De Morgen
‘Als u maar één boek per jaar leest, kies dan voor dit verhaal. Het beschrijft de bijzondere vriendschap tussen een verlamd meisje en een complexe jongen. Prachtig geschreven en aangrijpend vanaf de eerste bladzijde.’ – Libelle
‘Zo mooi dat het pijn doet.’ ‘Een hartverscheurend mooi boek.’ ***** – Veronica Magazine
3 opmerkingen:
ik heb het gelezen. alle positieve reacties zijn waar. wat hartverscheurend prachtig!
Inderdaad een mooi boek dat je tot inzien brengt. De gebeurtenissen van het boek, komen in het dagelijks leven evenzeer voor. Het is prachtig om te lezen hoe twee personen met een psychische aandoening zich toch zo tot elkaar aangetrokken kunnen voelen.
Een reactie posten