Direct na de oorlog rekende de mislukte gymnasiast geniaal af met het naargeestige klimaat in Nederland en meer in het bijzonder in zijn eigen leven. In zijn debuut De avonden, dat eind 1947 verscheen onder het pseudoniem Simon van het Reve, serveert de worstelende Frits van Egters, het alter ego van de auteur, zijn omgeving genadeloos af. Herlees alleen al de scène waarin Frits probeert zijn vader te overtuigen om geen suiker in zijn yoghurt te scheppen met zijn eigen lepel.
Meer dan enig ander werk uit die tijd slaagde De avonden erin de gevoelens van een generatie te grijpen. De roman kreeg zowel sterk lovende als vernietigende kritieken en werd na een aarzelende start een cultboek. Ware Revianen, zoals de liefhebbers zich noemen, herlezen het boek nog altijd elk jaar in de laatste tien dagen van het jaar — de tijdspanne waarin het boek zich afspeelt.
‘Elsevier’ onder de kop 'Een schrikbarend boek'. Hij had, zo schreef hij, 'zelden een boek gelezen zo naargeestig, zo zeer van iedere positiviteit verstoken, zo grauw, cynisch en volstrekt negatief.' Simon Vestdijk wees daarentegen op de groteske en bevrijdende humor in de roman. Met hem herkenden enkele andere critici in het verhaal van de jonge Frits de stem van een generatie, die verdoofd en zonder geloof uit de oorlog was gekomen. Veel gelachen heb ik niet.
Het boek werd in 1989 als De Avonden verfilmd door Rudolf van den Berg. Dick Matena bewerkte De Avonden, met integrale tekst, vanaf 2001 tot een stripverhaal dat eerst in de Nederlandse krant Het Parool verscheen en in 2003-2004 ook in boekvorm werd uitgegeven. Hij ontving er in 2003 de Bronzen Adhemar voor. Tien jaar geleden las Gerard Reve voor de VPRO-radio integraal De avonden voor. Deze legendarisch en geruchtmakende opnames zijn opnieuw beschikbaar.
Het allereerste exemplaar van "De Avonden", gebonden in een halfperkamenten band, is het duurste antiquarische boek van de moderne Nederlandse letterkunde. In 2006 werd het voor 25.000 euro verkocht en door de anonieme koper in permanente bruikleen gegeven aan het Gerard Reve Museum.
De laatste alinea van De avonden wordt vaak de mooiste uit de Nederlandse literatuur van de twintigste eeuw genoemd: