Café Serré is een kortfilm van Denis Bouyer waarbij een politie agent en een inbreker de centrale actoren zijn.
vrijdag 29 mei 2009
CAFÉ SERRÉ - DENIS BOUYER
donderdag 28 mei 2009
BOEDDHA & DE BLAUWE FIETS - JEAN-PAUL MULDERS
Je kunt het raar vinden, zo'n wens om nog eens door de stad te fietsen waar je vroeger zo vaak hebt gefietst, zonder doel of echte reden. Maar elk zijn afwijking, nietwaar ? Dingen die door anderen normaal worden gevonden, zijn voor mij dan weer tamelijk onbegrijpelijk. Zo liep ik deze week met een collega door de Veldstraat toen die opeens begon te beven en mij zijn fototoestel in de handen drukte. Hij wou per se een kiekje van zichzelf en de mij onbekende jongeman die zopas ons pad had gekruist. Bleek dat een zekere Ruiz te zijn, sympathieke kerel en naar verluidt de beste voetballer op de Belgische velden. Een kwartier later was mijn kameraad nog helemaal extatisch. Zijn knieën knikten, zoals ze bij mij nog niet zouden knikken mocht Barack Obama zelve mij onverwacht over de bol hebben gewreven. Mij zei het niets. Ik vind voetballers even opwindend als de handleiding van een Ikeameubel dat al gemonteerd is.
De stad K. lijkt danig gekrompen sinds ik er weg ben. Dat dit ooit mijn hele universum was. Het lijkt zo klein allemaal, zo provinciaal, van het ziekenhuis waar ik geboren ben tot mijn vroegere college met zijn veel te hoge toren, dat nu omheind is als een prison. "Deze school wordt elektronisch bewaakt", lees ik op een bordje. Het fietsje rijdt voortreffelijk en vervult met glans zijn rol van teletijdmachine. Herinneringen komen tastbaar en kraakvers naar boven. Hoewel er flink wat in het straatbeeld is veranderd, voel ik mij weer even zeventien. Mijn madeleinekoekje is een bleekblauwe vouwfiets van het merk Dahon.
Verder gaat het, naar het dorp waar ik woonde. Het bouwvallige huisje waar ik mijn kleutertijd heb doorgebracht, staat er nog, alsmede de bunkers waar vlas werd geroot. Ik vind zelfs de poelen waar we met onze vlotten in speelden. Ze liggen er verlaten bij, alsof alle kinderen zijn weggeroepen voor het eten. De overwelfde beek, die aan de oppervlakte komt in een muil die eruitziet als de toegang tot de onderwereld, vertoont nog hetzelfde futloze watervalletje als dertig jaar geleden. Ik sta op de plek waar we met ijzeren schijven, afval van de wasmachinefabriek, muskusratten trachtten te raken. Hier tenminste heeft de tijd stilgestaan. Alles ruikt naar mest en aarde en naar verse zomer.
De neergelaten rolluiken van het appartement waar ik later met mijn grootouders woonde. Het Mariabeeld in de grot met de woorden "Ik kom het lijden verlichten". De dreef waar ik op vrijdagavond na school afsprak met Tania, de dochter van de lingeriewinkel die er met haar blonde lokken erg onschuldig uitzag. Ik liep zot van haar, tot ik haar op café betrapte terwijl ze zoende met een andere gast. Ze zag mij, en ze lachte. Ik vervloekte mijzelf omdat het toch zeer deed.
Veruit het domste wat een mens kan doen, is zijn geluk afhankelijk maken van de liefde van iemand anders. Dat zou ik stilaan moeten weten, na veertig jaar op deze bol te hebben rondgecrost. En dat het waar is wat de Boeddha heeft verkondigd : de oorzaak van alle lijden ligt in de begeerte. Dat heb ik altijd een beetje een deus ex machina gevonden. Wie geen verwachtingen koestert, kan naturalmente niet worden ontgoocheld. Maar je houdt weinig over, zo zonder begeerte.
Wat natuurlijk ook kan, is dat ik de Boeddha nog altijd niet goed heb begrepen.
Reacties: jp.mulders@skynet.be
woensdag 27 mei 2009
dinsdag 26 mei 2009
DE EENZAAMHEID VAN DE PRIEMGETALLEN - PAOLO GIORDANO - ROMAN
Daarin schetst Giordano het complexe gevoelsleven van twee uiterst eenzame diertjes. Het leven is in de ogen van Giordano sowieso een solotrip, zeker als je 'anders' bent, omdat 'je speciaal voelen de ergste kooi is die je om je heen kunt bouwen'. Alice en Mattia zitten elk in een maximaal beveiligde kooi. Alice kwam als kind ongelukkig ten val tijdens een skiles, een verplicht nummertje opgelegd door haar autoritaire vader. Sindsdien loopt ze mank. Mattia had een debiel tweelingzusje, Michela. Onderweg naar een verjaardagsfeestje liet hij dat lastige zusje eventjes achter op een bank in het park. Ze is nooit teruggevonden.
De trauma's waarmee Giordano zijn personages opscheept zijn niet van de poes. En hij slingert ze vanaf de eerste pagina's in het gezicht van de lezer. Die heeft even weinig verweer als Alice en Mattia zelf. Zij glijden allebei af in een obsessie en klampen zich wanhopig vast aan een passie. Alice is anorectisch en werpt zich in de fotografie. Mattia snijdt in zijn handen en ontpopt zich tot wiskundig wonder. De twee eenzame priemgetallen ontmoeten elkaar op de middelbare school en voelen meteen een band. Maar écht contact is moeilijk, net zoals er in tussen twee priemgetallen altijd minstens een even getal staat: 'Mattia dacht dat Alice en hij zo waren, twee tweelingpriemgetallen, alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt te raken.'
Paolo Giordano volgt in goed gedoseerde porties afwisselend Alice en dan weer Mattia, maakt enkele rake sprongen in de tijd en besluit elk deel met een cliffhanger. Zijn sterkste zet houdt hij voor het slot: hij kiest resoluut níét voor het evidente happy end. Zijn oplossing is, net zoals heel deze debuutroman, subtieler dan verwacht. (jdm - HUMO)
Uit de pers
‘Wie op zo'n jeugdige leeftijd al zo'n rijpe, levenswijze en beheerst geschreven roman schrijft, is inderdaad een uitzonderlijk talent.’ – Het Parool
maandag 25 mei 2009
PLEINVREES - TOM LANOYE
vergader op mij ja voetbal
betoog verlies in de massa
mekaar uit het oog -
maar geef dat ik niet
met mijzelf overschiet
kietel mijn flanken met
de rankste der skaters versier
mij met kruiden & kramen
voor uw gulzigste eters -
maar geef dat ik niet
hier alleen wortel schiet
sta op mij in de rij om
ter meest om ter langst
maar laat mij niet liggen
& vergeef mij die angst -
ik ben maar lijk gij
en gelijk ieder mens:
van mijn essentie -
de leegte - ben ik
zelf nog het bangst
gedicht voor het Thaterplein in Antwerpen, wieg van de Vogelenmarkt.
uit: 'Stadsgedichten', 2005.
zaterdag 23 mei 2009
donderdag 21 mei 2009
HEIDI VAN DE ALPENWEIDE - JEAN-PAUL MULDERS
Ze reden met me mee naar de groezeliger wijken van de stad, waar ik zelden kom en waar een marktje aan de gang was, wat ik wel gezellig vond. Ik kocht er een dozijn witte rozen met een zachtgroene schijn, en een apparaatje waarmee je appels van hun klokhuis kunt beroven. Niet dat ik plannen in die richting had, maar het vernuftige van dat toestel trok mij aan, naast het feit dat het maar 1,99 euro kostte en nog van pas kon komen, bijvoorbeeld om appelbeignets te maken, waar ik als kind verzot op was.
Denkend aan appelbeignets reed ik langs een kerkhof van op rust gestelde scheepsschroeven. Er lagen er tientallen, gecorrodeerd en roestig. Ook zag ik een hoog gebouw dat van top tot teen was omzwachteld. Mocht Christo het ingepakt hebben, men zou het kunst hebben genoemd. Nu was het gewoon een appartement dat op de zandstraalfirma stond te wachten.
Al rijdend was ik erin geslaagd mijn gedachten gedeeltelijk af te schudden. Een aantal ervan waren opgelost in de stofwolk achter de auto, in de uitlaatgassen en misschien zelfs in de wind, die uit het oosten woei, al heeft dat niet zoveel belang - evenmin als het feit dat de bandenspanning 2,1 bar bedroeg en dat mijn bloedgroep A+ was, zoals meestal.
Het is bevreemdend vast te stellen hoe gedachten zulke belagers kunnen worden, terwijl er tijden zijn geweest waarin ik hoegenaamd geen last van ze had. Wie de gedachten niet kent, weet niet hoe machtig ze kunnen worden. Ze zijn even grote dwingelanden als dorst of honger, met dien verstande dat ze zich niet zo gemakkelijk door spijs of drank laten verschalken. Soms vraag ik mij af wat ik kan doen om ze het nakijken te geven. Het zou een goed idee zijn elke dag enkele uren te gaan zwemmen of te lopen want de gedachten zijn lui. Ze verplaatsen zich bij voorkeur in gemotoriseerde tuigen zoals het mijne.
Fuck you, fuck you very, very much zong Lily Allen op de radio, met haar allerliefste stemmetje. Door het contrast tussen inhoud en vorm kwam de boodschap extra krachtig over. Iemand zo schattig iets lelijks horen zeggen, daar word ik vrolijk van. Zon brak door de wolken, van die indrukwekkende lichtzuilen die scheef op het landschap staan en die ik voor het eerst heb gezien in Hofstade, in de tijd dat de dieren hun tenen nog kuisten. Ik begon er zachtjes van te fluiten.
Daar schrokken de gedachten van, want in wezen zijn zij niet zo dapper als zij zich voordoen. Morrend verschansten zij zich in de kofferbak, tussen verbanddoos en krik, tussen hesje en startkabels. Vastbesloten er bij de eerstvolgende halte weer uit te springen en mij om de nek te hangen in de supermarkt, waar ik schuursponsjes ging kopen, huishoudfolie en verse munt.
"Eens proeven mijnheer ?" vroeg een madammeke achter een toonbank met kazen. "We hebben keuze uit twee soorten cadeautjes." Ik heb er altijd moeite mee om mensen af te poeieren die in winkels iets promoten, zeker als ze verkleed zijn als Heidi van de alpenwei. Ik zou dat ook niet graag meemaken, daar zo te staan en straal voorbijgelopen te worden, met mijn kostuumpje en mijn vriendelijke praatje. Dus maar even geproefd, en het bevrijdende stuk gruyère gekocht. Ik kreeg er een stylootje bij dat zich handig liet opvouwen. Het madammeke glimlachte naar mij. "Waarom geeft God het licht aan hem voor wie de weg verborgen blijft ?" vroeg zij - al kan het ook iets anders zijn geweest, iets dat ik niet goed heb begrepen. Ik deed er het zwijgen toe en wandelde verder. Mijn gehoor laat het soms afweten. Te veel geroezemoes in het heelal.
De wagen rook naar Wunderbaum. De variëteit new car, die naar alles ruikt behalve nieuwe auto.
woensdag 20 mei 2009
dinsdag 19 mei 2009
ONDERWIJS ... BUITENGEWOON!
Op een gsm-filmpje van een medeleerling was te zien hoe de leraar door het lint ging en de leerling met zijn hoofd in een emmer mortel duwde, en daarna onder de kraan hield.
De leraar metsen zou pas hebben beseft wat hij gedaan had toen hij de beelden op de televisie zijn. Hij zou ten einde raad geweest zijn en wist niet op welke manier hij de leerlingen nog tot de orde moest roepen. De betrokken leerkracht krijgt sinds gisteravond politiebescherming, omdat de vader van de mishandelde jongen hem bedreigd heeft.
Ik ben al een tiental jaren vertrouwd met het Buitengewoon Onderwijs, zowel lager als secundair. Ik ben er tewerk gesteld als kinesitherapeut.
Ik heb me moeten inhouden om niet onmiddellijk te reageren toen ik Minister Frank Vandenbroucke in het ochtendnieuws, op zijn typisch belerend toontje, hoorde verklaren: "We gaan die school opnieuw doorlichten en kijken of de school nog in aanmerking komt voor subsidiëring."
De Vlaamse Minister van Onderwijs heeft duidelijk last van een acute aanval van 'verkiezingskoorts'. Ik wist niet wat ik hoorde. De feiten zijn ernstig en ontoelaatbaar maar dreigen met het afnemen van de subsidies getuigt van paniekvoetbal.
Ik voel mee met de collega’s van Hoegaarden en laat dan ook hun stem horen
'Onze school is de vuilbak van de maatschappij'
De collega's van de hardhandige leraar op Mariadal in Hoegaarden bijten scherp terug naar onderwijsminister Frank Vandenbroucke (SP.A). 'De situatie in het buitengewoon onderwijs loopt uit de hand, want de minister vindt ons niet belangrijk.' 'Drugs, alcohol, sigaretten, vandalisme, racisme, slechte thuissituaties. Het Buso is de vuilbak van de maatschappij, want onze leerlingen kunnen nergens anders meer terecht. Wij moeten wondermensen zijn. Leraar, sociaal werker én troostende schouder. Het wordt elk jaar erger. En op een bepaald moment sla je door, zoals Carl.'
Zes leerkrachten van Mariadal zitten in conclaaf bijeen. Audrey Matterne, Frederik Daniëls, Vick Hargot, Teejo Desteghe, Marc Bombeeck en Astrid Sieprath zijn nog altijd zichtbaar aangeslagen. 'We krijgen steun van iedereen die ons kent', zegt Teejo Desteghe, woordvoerder van het gezelschap. 'Iedereen begrijpt dat het een job is met een gigantische verantwoordelijkheid. Maar het raakt ons dat Vandenbroucke (Vlaams minister van Onderwijs, nvdr.) zegt dat we genoeg ondersteuning hebben. Want de druk op onze schouders is stilaan ondraaglijk. Wij offeren al onze vrije tijd op voor die kinderen en nog komen we handen tekort. Wij moeten een inktvis zijn met twintig ogen op elke poot om dit alles te kunnen bolwerken.'
'Er waren signalen dat het Carl niet meer goed afging, maar hij bleef komen omdat hij wist dat er moeilijk vervanging te vinden is en ons anders opzadelde met die verschrikkelijke klas. Bovendien stel je je kwetsbaar op als je als leraar de eerste stap terug zet.'
Net dat maakt de leerkrachten zo boos. 'Vandenbroucke zegt dat er ondersteuning is voor problemen als deze, maar wij hebben nooit steun gekregen. Onze directrice kaartte de zaak al aan op het Lokaal Overlegplatform, onze vakbondsafgevaardigde begon erover op de syndicale dag, we gaan naar bijscholingen... Maar nergens is er hulp of een oplossing.'
'Wij hebben pedagogen en psychologen nodig. Ook voor onszelf, na zware uren. Wij krikken het Vlaamse onderwijspeil misschien niet op, maar zijn we daarom onbelangrijk? Laat het filmpje de start zijn voor een deftig gesprek met Vandenbroucke, zodat er eindelijk iets verandert.'
Totnogtoe bracht dat filmpje hen alleen maar ellende. Een leerling filmde hoe leraar Carl A. tijdens een praktijkles een leerling uitschold, door de klas sleurde en met zijn hoofd in een emmer met mortel stak. Schokkende beelden, vinden ook de leerkrachten, maar niet representatief. 'Wij zien onze leerlingen doodgraag', zegt Desteghe. 'Dat moet ook, anders hou je dat niet vol. De situatie in de klas is soms hallucinant. De mechanische nietjesmachine doet dienst als wapen, de hamers en beitels vliegen door de lucht. Het is buitengewoon onderwijs hé, op onze school zitten karaktergestoorde en licht mentaal gehandicapte leerlingen. Zij kunnen hun daden niet inschatten, en al zeker de gevolgen niet. En omdat ze niet sterk genoeg zijn met woorden, gebruiken ze vaak hun fysiek. En dan heb je als leerkracht geen keuze, want het heeft geen zin om te zéggen dat ze moeten stoppen met vechten.'
Audrey Matterne hield er twee jaar geleden zelfs twee gebroken vingers aan over. 'Er stond een stagiair voor de klas, zonder enige ervaring met Buso. Een leerling vond zijn map niet meer, dacht dat zij die had en sloeg door. Ik heb haar willen beschermen, maar hij sloeg mijn hand weg. Mijn vingers bleven achter zijn kleren hangen en krak .'
Matterne maakte er geen zaak van, maar gaf de leerling zelf een straf: in het schoolreglement het hoofdstuk Respect bestuderen. ' We voelen ons gefaald als we ze moeten schorsen. Er zitten bij ons veel leerlingen die er eigenlijk niet thuishoren, maar ze kunnen nergens meer naartoe. Die leerlingen zijn schoolplichtig en Mariadal is dikwijls een eindstation.'
'Ik sta op maandagnamiddag in de klas waar het gebeurd is', zegt Marc Bombeeck. 'Het is een van de zwaarste klassen. Pas als ik die heb overleefd zonder zware incidenten, begin ik gerust aan mijn week. Carl, die staat al twee jaar in die hel.'
'Natuurlijk is er een verschil tussen fysiek afremmen en een leerling onderdompelen in een emmer met mortel . Wij keuren af wat Carl heeft gedaan. Hij is doorgeslagen, het was de laatste druppel. Wanhoop en frustratie, dat was het. Carl weet zelf ook dat het een zware fout was, maar hij zit er nu te zwaar onderdoor om het aan u uit te leggen. Die man zijn leven is kapot. Hij is een fantastische mens, die zich zwaar inzet voor zijn leerlingen. Maar van die andere kant van Carl is er geen filmpje.' (Het Nieuwsblad - Koen Baumers)
maandag 18 mei 2009
DOOD - TED VAN LIESHOUT
Mijn vader ging dood -
ik was toen zeven -
dat was heel erg, maar
erger was:
die ochtend had ik hem
geen kus gegeven.
Ik kwam die dag voor
de eerste maal
van school thuis met
een tien voor taal:
had hij geen dagje
kunnen wachten?
Later ging ook nog mijn
broertje dood.
Ik heb gehuild, kon hem
niet missen,
'k was toen al banger
voor de dood.
Ik heb van hem een foto
en angstig ben ik nog
het meest
dat als ik ouder word
geen mens meer zien zal
dat wij broertjes zijn
geweest.
En als er écht een hemel
is en als ik daar dan
woon,
dan is mijn vader net
mijn broertje
en mijn broertje net
mijn zoon.
vrijdag 15 mei 2009
EEN DAG ZONDER HUMOR IS EEN VERLOREN DAG
Heel grappig ... vooral als het met iemand anders gebeurt!
donderdag 14 mei 2009
DIERTJE IN DE KAST - JEAN-PAUL MULDERS
"Zal het dit keer weer raak zijn ?" vraag ik mijn tante Marie, in 1919 gestorven aan de Spaanse griep, die toen twintig tot honderd miljoen mensenlevens heeft gekost. Tante Marie hangt in het halletje van mijn appartement, onverstoorbaar en sepiakleurig. Een trots meisje van achttien op een oude foto. Ik weet bijna niets over haar, en juist deze afwezigheid van feiten scherpt mijn fantasie. Waarvan droomde zij, achttien als zij was in een tijd vóór The Doors, de oerknal en de televisie ? Wat deed haar hart sneller kloppen ? 109 zou zij nu geweest zijn, maar voor altijd blijft ze jonger dan ik.
Achttien aflijvigen telt mijn muur, waarvan een paar wel dubbel zijn gerekend omdat ze op meerdere foto's staan. Peter voor de koelkast, papa in het schijnsel van de koloniale lamp. Papa en peter zijn ondertussen verdwenen, maar lamp en koelkast houden dapper stand. De onbarmhartigheid van dingen die sterker blijken dan mensen, tot zelfs de nerven van de kast, waarin schuin boven het sleutelgat door een speling van de houtstructuur een verschrikt diertje lijkt te zitten, een diertje dat daar altijd al moet hebben gezeten, ook toen papa en peter nog leefden. Het zal er waarschijnlijk langer zitten dan ik, vermits het een mooie buffetkast is, die ook in het jaar 2114 gegadigden zal vinden.
Er gaat geen week voorbij waarin ik niet even naar mijn aflijvigen kijk. Mijn wereldbeeld is één groot vanitasstilleven zoals mijn vader die schilderde, met als vaste ingrediënten een oud boek, een juwelenkistje en een omgevallen glas, en als kers op de taart een grijnzende schedel. De tijdelijkheid van wijsheid, rijkdom en aardse genoegens verzinnebeeld. Onze uren zijn geteld, we kunnen beter niet de illusie van zekerheid koesteren maar genieten van het moment.
Ik voel mij vaker gelukkig dan vroeger, dat moet gezegd. Ik begin opnieuw mijn draai te vinden. Zelfs het gemis van de vrouw die mij heeft opgevoed, slijt stilaan. Soms zie ik haar, tussen dromen en waken, 's ochtends vroeg in een halfduistere winkelstraat, zoekend naar de Veritas om knopen en een ritssluiting te kopen. Altijd regent het dan zachtjes.
Ook droomde ik van een man die de kamer binnenkwam en naast mij op de bank ging zitten. Een dreigende verschijning. Ik vroeg de man zich te legitimeren - wat voor ambtelijke woorden gebruik ik toch in mijn dromen - en greep hem bij de revers van zijn lange zwarte jas. Hij stamelde iets, van zijn stuk gebracht. Nu pas zag ik : het was een oude, oude man. Ik vond beduimelde postzegels in zijn binnenzak en een briefje waarop in beverig handschrift het jaartal 1910 stond. Vreemd genoeg verzachtte dit mijn gemoed. Ik vatte liefde op voor de man. Ik omhelsde zijn knokige lichaam, het voelde aan als de pels van een uitgemergeld konijn, en werd snikkend wakker.
In mijn nog niet eens zo lange leven heb al in twee straten en in drie lanen, in een dreef, aan een kaai, in een hof en op een berg gewoond. Deze week bereik ik een leeftijd die wiskundige schoonheid benadert : de eerste zes priemgetallen opgeteld bij elkaar. Zo vertelde mij iemand die het kan weten, al heeft het verder niet veel belang.
Ik heb het plan opgevat alle staten van Amerika vanbuiten te leren, en vervolgens de landen in Afrika met hun respectieve hoofdsteden. Omdat ik zin heb nog eens iets systematisch in mijn kop te prenten. Zoals vroeger, toen ik dagelijks Latijnse woordjes leerde en op de onderkant van de keukentafel met correctievloeistof onzin schreef : secum cogitat, stultus sum. Ook dat staat er nog, want zelfs Tipp-Ex® blijkt duurzamer dan menselijk bloed.
woensdag 13 mei 2009
dinsdag 12 mei 2009
HET KLEINE MEISJE VAN MENEER LINH - PHILIPPE CLAUDEL - ROMAN
Meneer Linh ontvlucht zijn door oorlog geteisterde land, op zoek naar een betere toekomst voor zijn kleindochter. Zijn kamergenoten in het asielzoekerscentrum drijven de spot met zijn liefdevolle aandacht voor het kleine meisje. Meneer Linh voelt zich niet thuis in het vreemde land, tot hij op een dag meneer Bark ontmoet. Deze praat over zijn vrouw die kort daarvoor is overleden. Meneer Linh verstaat hem niet maar hij luistert, met zijn kleine meisje op schoot. De twee rouwende mannen vinden troost in elkaars gezelschap en er ontstaat een innige vriendschap die alle taalbarrières overstijgt.
Maar op een dag worden meneer Linh en zijn kleindochter plotseling overgeplaatst naar een gesloten inrichting, elders in de stad. Hoe moet hij nu zijn vriend terugvinden? Met gevaar voor eigen leven onderneemt hij een ontsnappingspoging, die uitmondt in een dramatische ontknoping. Het kleine meisje van meneer Linh is Claudels ontroerendste en meest tedere boek tot nu toe, geschreven in een taal die schittert van eenvoud en zeggingskracht.
Het kleine meisje van meneer Linh is een verhaal over vriendschap, met een onverwachte wending die alles in een ander daglicht plaatst. Ontroerend en mooi, een aanrader
Pagina 107: "Het is een onvergelijkbaar mooie dag. De lucht ruikt naar vochtige aarde en frangipane. Het mos lijkt op een met jade geborduurd kussen en het bamboe trilt van het geritsel van duizenden vogels." Dit verhaal loopt dramatisch af. De lezer voelt wat er gaat komen. Het gebeurt ook. Maar dan is er iets waar niemand aan denkt. Maar dat mag ik u niet vertellen. Prachtig, prachtig. Voorwaar ik zeg u, lees Claudel. (Patrick Van Gompel)
maandag 11 mei 2009
NOG EEN GELUK - HERMAN DE CONINCK
Zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:
“Omdat het zo prettig is, als ik ermee ophou”-
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.
Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: Nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.
foto: Chris van Houts, Amsterdam
zondag 10 mei 2009
HOE ZOU HET EIGENLIJK ZIJN MET KOEN AUROUSSEAU EN ZIJN VROUW MAGDA?
Waar heeft alle verontwaardiging uiteindelijk toe geleid? Het is opvallend stil rond de SM-rechter. Ik heb geprobeerd uit te zoeken hoeveel ambtenaren in de laatste dertig jaar hun pensioenuitkering zijn afgenomen. Ik heb er geen gevonden. Ik heb alleen via Google gezocht. Wellicht heb ik geen toegang tot de juiste bronnen.
Ik kan niet de begrijpen dat de pers massaal reageert op de 'strapatsen' van Tommeke Boonen en Bart Somers en het fundamenteel onrecht dat de familie Aurousseau is aangedaan niet aan de kaak blijft stellen.
De film 'SM-rechter' is een succes in de Vlaamse bioscopen. In de Antwerpse Metropolis werd de 100.000ste bezoekers in de bloemetjes gezet.
'SM-rechter', een film van Erik Lamens, vertelt het waargebeurde verhaal van de Mechelse rechter Koen Aurousseau, die SM-praktijken uitvoerde op zijn vrouw, die dat toeliet. De rechter werd echter veroordeeld voor slagen en verwondingen en aanzet tot prostitutie. (vandaag.be - 27 april 2009)
Enkele uitspraken uit Humo 2979 (7 oktober 1997)
-
Koen: 'Ik moet zeggen: als slavin heeft ze Europees niveau gehaald. Mocht SM een Olympische discipline zijn, dan was België een grote kampioene rijker geweest.'
-
Magda: 'Pijn lijden gaf mij een wee, maar zalig gevoel... Als het op mijn vraag, met mijn toestemming, uit liefde gebeurde.' Koen: 'Om u eens iets te vertellen: Magda is van haar eerste man weggegaan omdat hij haar sloeg. Wat een contradictie, hé.'
-
'Ik begrijp maar al te goed dat als je die video's ongevraagd en ongewild te zien krijgt, en je bent niet vertrouwd met het fenomeen SM, dat je maag dan omkeert. Nog afgezien van het feit dat het niet appetijtelijk is om mensen boven de vijftig seks te zien bedrijven, hé.'
-
Koen: 'Als iemand zegt: 'Sla mij', dan lijkt dat misschien gemakkelijk, maar in de praktijk is dat niet zo evident. Hoé moet je dat doen, man en vrouw zijnde, en in het kader van een liefdesrelatie dan nog? En hoe moet je elkaars reactie inschatten? Mijn vrouw zei wel dat ze graag geslagen werd, maar als ik het dan deed, dan riep ze al gauw: 'Aauw! Nee!' Dan denk je: wat is het nu? Moet ik nu voortdoen of moet ik stoppen?'
-
Koen: 'Van een gewelddadige man weet j nooit wanneer hij gaat beginnen en hoe ver hij zal gaan. In een SM-relatie weet je dat wel. En je weet ook dat het stopt wanneer jij wil dat het stopt.'
-
Magda: 'Wij hebben ook nog andere hobby's, hoor: wij bridgen in competitieverband, ik schilder. Voor ons was het een soort ontsnapping.'
-
'Wij deden dingen die voor veel mensen misschien onbegrijpelijk zijn, maar daarom zijn ze nog niet strafbaar, hè. Maar de openbaar aanklager in onze zaak, eerste advocate-generaal Jeannine Van Leuven, is op een onvoorstelbaar emotionele manier tegen mij tekeer gegaan, echt met verstand op nul. Voilà, hier zit ik. Veroordeeld wegens slagen en verwondingen en het aanzetten tot ontucht en prostitutie. Ik denk dat ik beter naar een andere job uitkijk.'
Enkele reacties uit Humo naar aanleiding van de film.
Laat ons hopen dat het boek en de film de doorsnee vlaming wakkerschudt. Elkeen heeft zijn privé behoeftes, zijn geheime verlangens. De film toont mij ware liefde, een pleidooi voor privacy en het beleven van je verlangens. De film maakt BDSM aanvaardbaarder. Maar de film toont mij ook jammergenoeg wat ik allang weet. Dit is België en kan ik daar iets goed over vertellen?
Dank je Eric, een waar kunstwerk en geen spectakel.
ik had de eer om op de premiere van de film te mogen zijn.Zelf zit ik ook in de SM-wereld.Toendertijd heb ik al gereageerd via de radio bij recht voor de raap.Wat M/mensen in hun prive leven doen,met wederzijdse toestemming,daar heeft NIEMAND geen zaken mee.Koen is politiek gepakt.........Het beleid van Belgie zou beter eens in eigen boezem kijken.Dagelijks draait mijn maag om als ik naar het nieuws kijk.Hopelijk krijgen Koen en magda enig eerherstel.
koen en magda doen dit met wederzijdse goedkoering en worden uit hun ambt en burgelijke staand ontheven. waarom? de magistraten zouden veel beter strenge straffen uitspreken voor criminelen die mensen doden.
waarom deze mensen zo veroordelen , als zij dit zo willen beleven dan is dat hun goed recht , ze zouden beter iemand als dutroux eens aanpakken , maar daar zijn ze bang voor , die weet teveel wat het licht niet mag zien , ik vind dat magda en koen een standbeeld verdienen , en EERHERSTEL !!!
Te idioot voor woorden, de bekrompenheid en de schijnheiligheid van de magistratuur. Een heksenvervolging in zijn puurste soort, de onmacht en frustratie van Magda en Koen moeten onmenselijk geweest zijn, het verdriet des te groter. Ze moesten zich schamen en dan bedoel ik niet Magda en Koen!!
MET VERONTWAARDIGING ALLEEN KAN JE NIET LEVEN!
vrijdag 8 mei 2009
donderdag 7 mei 2009
POTVERDIKKE PAPA - JEAN-PAUL MULDERS
Intussen waarschuwt Touring Mobilis voor los-lopende eenden op de E40. Wat er al niet los-loopt op die E40, van koevoeten en matrassen tot europalletten, neerhofdieren en flipperkasten, ik vind dat altijd intrigerend. Tegelijk probeer ik mij op de geschriften van JMH Berckmans te concentreren, de schrijver die, zoals dat heet, aan de zelfkant leefde. Nu hij dood is, heb ik mijzelf ertoe gebracht een boek van hem te lezen, met een flap die van gerecycleerde bier-viltjes is gemaakt. Ik vind JMH authentiek en op een bepaalde manier krachtig, in het vuurwerk van zijn woorden maar ook op de foto's, liggend op de bank in foetushouding in zijn mistroostig studioke, of schaapachtig kijkend in de lens met boven zijn hoofd op de muur één woord aangebracht : ANGST, in vrolijke kleurtjes. Deprimerende boel, zou je kunnen zeggen. Maar het is juist opbeurend want hoe slecht je er ook aan toe bent, het gaat je nog altijd stukken beter dan hem. "Ik heb altijd wind op kop gehad", lees ik in z'n boek, "ook in het holst van moeder en daarvoor in het scrotum van vader."
Dat is mooi gezegd en ergens ook herkenbaar. Toch wandel ik in een zachtere, meer lankmoedige wereld, op zonovergoten namiddagen met mijn dochter, die al op het potje kan en zinnetjes van vijf woorden vormt die grammaticaal kloppen. Leer ik haar een nieuw woord dan proeft ze het zachtjes voor zich uit, een beetje eerbiedig en onder de indruk, alsof er een diepe wijsheid in zit versleuteld. Ik hoop haar het woord detective nog te kunnen leren, dat mij destijds erg intrigeerde, en ook fontein.
"Potverdikke papa", zegt zij vele keren liever. Waar zij dat geleerd heeft, weet ik niet, maar ze heeft door dat ze er indruk mee maakt. Het is het meest choquerende dat zij voorlopig kent. Kindje toch, nu 26 maanden. Alle meisjes zijn voor haar mevrouwen - zelfs Sneeuwwitje op haar blauwe beker.
En maar hoger op die renne, dat zij daar niet bang voor is ! "Gaat niet", klaagt ze als ze vindt dat ik niet hard genoeg duw. Die schommel is een cruciaal gegeven. Tussen klimrozen en kamperfoelie met mijn voetjes naar de wolken schoppen, terwijl ik grootvaders hoveniershand voel in mijn rug : het is een van de gelukkigste herinneringen die ik koester. Dat tenminste wil ik doorgeven, in deze tijden van selfscanning en swaps.
"Is Liv een aapje ?", plaag ik haar.
"Nee !"
"Is papa een aapje ?"
"Ja."
Ze zegt het met een uitgestreken gezichtje. Het begin van humor, voorwaar. Haar eerste grap. Ze heeft natuurlijk gelijk, papa is een baviaan. En zij is balsem op mijn wonde. Tegengif voor de frustratie die mij soms bekruipt, namelijk dat ik de wereld vermoedelijk slechter zal achterlaten dan ik hem aantrof in 1968. Dat ik er niet in geslaagd ben hem rechtvaardiger of zelfs maar leefbaarder te maken. Ik zal hem aan de volgende generatie doorgeven in schabouwelijke staat, een rommelkrediet als het ware. Dat zit mij dwars. Ik voel het als een persoonlijk tekortschieten aan, terwijl er nochtans zes-miljard-en-oneffen andere mensen zijn die allemaal óók wat beter hun best konden hebben gedaan.
woensdag 6 mei 2009
dinsdag 5 mei 2009
DRAAIDEURPOLITIEK*** & DOE DE STEMTEST
Vijnck werd bij de federale verkiezingen van 2007 voor LDD verkozen in de Kamer als lijsttrekker in de kieskring Leuven. Twee weken geleden stapte hij over van LDD naar Open VLD uit onvrede met de zaak van de privédetective die Jean-Marie Dedecker op minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open VLD) had afgestuurd. Die zaak was "de druppel die de emmer deed overlopen".
Nu keert Vijnck echter terug naar LDD. “Ik geef toe dat ik me heb laten misleiden en wens daar verder niet dieper op in te gaan", zegt Vijnck in een persbericht van LDD. "Bij nader inzien kan ik bij geen enkele andere partij, ook niet bij Open VLD, de vernieuwing vinden die Lijst Dedecker aanbiedt. Daarom wil ik me in de Kamer weer voluit inzetten voor LDD en ik dank de partij dat ze mij een nieuwe kans geeft.” (de redactie.be)
'Dirk Vijnck heeft zijn geweten laten spelen', zegt Peter Reekmans, LDD-lijsttrekker in Vlaams-Brabant, de provincie waar ook Landenaar Vijnck uit stamt. 'Hij wilde er niet verantwoordelijk voor zijn dat wij negen mensen moesten ontslaan.' Reekmans omschreef Vijnck twee weken geleden nog als een politiek lichtgewicht, de zwakste schakel in de LDD-fractie. Maar nu prijst hij hem de hemel in: 'Hoed af dat hij zijn fout nu rechtzet.' (Het Nieuwsblad)
Ik word misselijk van die politieke spelletjes. De verkiezingsaffiches die het straatbeeld ontsieren maken mij evenmin vrolijk. Politieke 'koppen', de een al meer gefotoshopt dan de andere staren mij ongevraagd aan. Ik zie bij een vrouwelijke kandidate de slogan staan: Een vrouw in versnelling. Ik vraag me onmiddellijk af: "In welke versnelling ... in achteruit?"
Ik heb de stemtest gedaan. De uitslag lag in de lijn van mijn verwachting: 1. GROEN 2. SLP 3. SP-A 4. CD& V 5. N-VA 6. Open VLD 7. VB 8. LDD
Ik vermoed dat ik het advies van de stemtest niet zal volgen en zal kiezen voor personen, los van de partij waartoe ze behoren. Voor alle duidelijkheid, ze behoren niet tot de laatste drie partijen. Ik ben er nog niet helemaal uit en misschien beslis ik pas in het stemhokje. Het wordt moeilijk!
*** Het woord 'draaideurpolitiek' hoorde ik gisteren op Radio 1 uit de mond van Marc Van de Looverbosch.
maandag 4 mei 2009
TWEEDUIZENDZOVEEL - MENNO WIGMA
Tweeduizendzoveel. Nacht. Krant. Lamp.
Mijn tv - die niet weet dat ik besta -
Zag laatst een leeszaal waar een meisje sliep
waar ieder boek een boekwerk zat te lezen,
Tweeduizendzoveel. Pixels, steeds meer pixels.
Geloof niet in vrede, geloof in roem,
En duizend dikke Elvissen maar stralen.
Te zeggen dat we niks geleerd... (volgt een citaat
uit: 'De droefenis van copyrettes', 2009.
zaterdag 2 mei 2009
PATAT - CARL DEVOS
Vroeger hadden ministers die zich niet konden vinden in een goedgekeurde regeringsbeslissing drie opties: de beslissing toch verdedigen, zwijgen of ontslag nemen. On se soumet, ou on se démet. Vroeger. Maar de bakens zijn verzet. De parler-vrai is sympathiek, voor de toeschouwers. Omdat ze authenticiteit suggereert, een beetje zuiverheid in de Wetstraatpoel? Omdat we houden van wie recht spreekt in een gebied waar iedereen zigzagt? Maar zelden leidt ze tot stabiel en beter bestuur.
Behalve enkele journalisten leek er zich in de Wetstraat niemand om die openheid van De Gucht op te winden. Zeden verschuiven.
Niet alleen wat de ministeriële deontologie betreft. Open VLD en LDD zijn verwikkeld in een moddercatch. Catch-As-Catch-Can.
Verwijten en klachten gaan over en weer. En die twee zouden eventueel samen in de regering moeten als de SP.A zo zwaar verliest als sommigen hopen en anderen vrezen? Tarrara. Een kiescampagne is geen plek voor koorknapen, maar proper is het deze keer niet.
Broedplek van schandalitis
Daarmee maakt de politiek zichzelf tot inzet van de kiesstrijd. De geloofwaardigheid van de politiek is daarmee een verkiezingsthema. LDD zoekt beer en krijgt er dan uiteraard ook terug. Er is een boek over Dedecker, over zijn financiële avonturen, over hoe hij judoka’s, vrouw en kind in elkaar klopt.
Vandaag kopt De Morgen: "Kopstuk Lijst Dedecker hielp bij twee frauduleuze faillissementen”. Sinds Dedecker zo’n grote fan is van onderzoeksjournalistiek, kunnen ze dat soort berichten daar alleen maar appreciëren. LDD mag dus dringend werken aan de bekendmaking van haar inhoudelijke programma, ze zal nog verstikken in haar broedplek van schandalitis.
De Alte Kameraden probeerden met hun feestdag wel inhoud aan het debat te leveren. Maar blijkbaar klinkt dat allemaal niet zo overtuigend. Volgens Louis Tobback, in De Morgen van 30 april, leert de geschiedenis “dat mensen, als links op zo’n moment geen alternatief voor handen heeft, binnenlopen bij de avonturiers. Ik vrees dat we dat op de avond van 7 juni zullen zien.” Ja patat.
Cadeaus verpakt in scheermesjes
Tobback sr. geeft de huidige SP.A-top geen cadeaus, of ze moesten in scheermesjes verpakt zijn. Er zijn er zelfs die daarin het bewijs zien dat hij, samen met andere voormalige toppers, na 7 juni de boel weer zal overnemen.
Volgens Tobback heeft links, dus ook de SP.A, geen alternatief. Hij zegt daarmee wat zeer velen voelen en denken. De SP.A overtuigt niet. Hoe sterk ze die jobs-jobs-jobs ook menen, dat klinkt net als enkele jaren geleden en bovendien net als de liberalen van Open VLD. Zoals vandaag treffend in de Meynen-cartoon van Het Laatste Nieuws wordt geïllustreerd. De SP.A is voor veel mensen gewoon minder relevant geworden en raakt tegen 7 juni nooit uit die diepe, fundamentele crisis waarin veel socialistische partijen verzeild zijn geraakt.
Louis Tobback zei nog iets anders: “Weet je wat cruciaal is? Niet dat de mensen vinden dat je als politicus gelijk hebt. Wel dat ze je oprecht vinden, dat ze zien dat je méént wat je zegt. Wel, die indruk hebben die mensen niet meer. Ze zien niets anders meer dan voorspelbaarheden. Als je een vaste abonnee op De zevende dag bent, weet je al op voorhand wat politicus A en wat politicus B gaat zeggen. En aan het eind geloof je niemand meer."Zou dat ook gelden voor zijn SP.A? En voor Louis Tobback zelf?
Geen gesel?
Los daarvan heeft Tobback, zoals altijd, minstens een beetje gelijk. Zoals dat ook met Karel De Gucht het geval is.
Authenticiteit, oprechtheid, eerlijkheid, geloofwaardigheid zullen in deze kiesstrijd, samen met vertrouwen en leiderschap sleutelwaarden zijn. Als die nu ook nog eens ingezet kunnen worden in de ideeënstrijd, in een hoogstaand inhoudelijk debat over bestaande en toekomstige regionale bevoegdheden, waarin partijen laten zien hoe en waar ze ook van elkaar verschillen, dan moeten de komende weken geen gesel zijn. Dan kan het best allemaal interessant en relevant worden.
Niet alleen wij, ook de politici en partijen, de ideeën en argumenten, de analyses en dromen, de plannen en projecten zijn verkiezingsmoe. We draaien in cirkels. Daarom hebben we meer dan ooit behoefte aan verkiezingen "die ergens over gaan", die leren hoe we met de onzekerheden, angsten en crisis kunnen omgaan. (de redactie.be)
vrijdag 1 mei 2009
CHARLES AZNAVOUR - COMME ILS DISENT
Dans un très vieil appartement
Rue Sarasate
J'ai pour me tenir compagnie
Une tortue, deux canaris
Et une chatte
Pour laisser maman reposer
Très souvent je fais le marché
Et la cuisine
Je range, je lave, j'essuie
A l'occasion je pique aussi
A la machine
Le travail ne me fait pas peur
Je suis un peu décorateur
Un peu styliste
Mais mon vrai métier, c'est la nuit
Que je l'exerce, travesti
Je suis artiste
J'ai un numéro très spécial
Qui finit en nu intégral
Après strip-tease
Et dans la salle je vois que
Les mâles n'en croient pas leurs yeux
Je suis un homo, comme ils disent
Vers les trois heures du matin
On va manger entre copains
De tous les sexes
Dans un quelconque bar-tabac
Et là, on s'en donne à coeur-joie
Et sans complexes
On déballe des vérités
Sur des gens qu'on a dans le nez
On les lapide
Mais on le fait avec humour
Enrobé dans des calembours
Mouillés d'acide
On rencontre des attardés
Qui pour épâter leur tablée
Marchent et ondulent
Singeant ce qu'ils croient être nous
Et se couvrent, les pauvres fous
De ridicule
Ça gesticule et parle fort
Ça joue les divas, les ténors
De la bêtise
Moi, les lazzis, les quolibets
Me laissent froid, puisque c'est vrai
Je suis un homo, comme ils disent
A l'heure où naît un jour nouveau
Je rentre retrouver mon lot
De solitude
J'ôte mes cils et mes cheveux
Comme un pauvre clown malheureux
De lassitude
Je me couche mais ne dors pas
Je pense à mes amours sans joie
Si dérisoires
A ce garçon beau comme un dieu
Qui sans rien faire a mis le feu
A ma mémoire
Ma bouche n'osera jamais
Lui avouer mon doux secret
Mon tendre drame
Car l'objet de tous mes tourments
Passe le plus clair de son temps
Aux lits des femmes
Nul n'a le droit en vérité
De me blâmer, de me juger
Et je précise
Que c'est bien la nature qui
Est seule responsable si
Je suis un homo, comme ils disent