NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

vrijdag 28 mei 2010

WE ZIJN ALLEMAAL EEN BEETJE WILSON - DANIEL CLOWES


Wilson is een eenzame mopperaar, een zelfingenomen blaas, een negatief ingestelde onnozelaar die zijn zielige mening over de wereld onverbloemd in elke hoek van de wereld achterlaat.

Tachtig pagina's lang toont striptekenaar Daniel Clowes ons de alledaagse, ons omringende dingen in één-pagina-stripjes.

Wilson blijft in het koffiehuis maar ongevraagd tegen een student leuteren die vanachter zijn laptop zit te werken, ook al geeft die laatste duidelijk aan geen zin te hebben in conversaties. In een andere scène brengt Wilson gênante grappen ten gehore en is hij stomverbaasd dat zijn medemens er niet om kan lachen. Of hij stuurt familieleden een doos hondenpoep en toont, wanneer het tot een confrontatie komt, niet eens te beroerd om dat op te biechten.

Opvallend daarbij is Wilsons manier van verschijnen: Dan weer wordt Wilson realistisch afgebeeld, dan weer wordt hij een soort cartoonfiguur (met dikke aardappelneus), dan weer verschijnt er een tussenvorm.

Is het papieren personage Wilson het alter ego van Daniel Clowes zelf? Die vraag zal de Amerikaanse auteur na dit boek wel vaker gesteld worden. Het antwoord: ja en neen. Clowes zelf omschrijft Wilson als een soort van avatar die dingen doet en kan waarvan hij voor zichzelf al lang geleden heeft uitgemaakt dat dat niet netjes is. Terwijl Wilson geen blad voor de mond neemt en nergens ofte nooit censuur toepast, staat Clowes voor zelfcensuur. Als hij al zijn mond opentrekt en zijn mening geeft, doet hij dat op een weloverwogen, beleefde manier. Langs de andere kant omschrijft Clowes zijn papieren personage ook als een über-protagonist.

"Wilson is iemand die me in het dagelijks leven het bloed onder de nagels vandaan haalt, maar tegelijkertijd bewonder ik hem om wat hij durft." Een en al bewondering én walging dus, tegenover deze Wilson. Dat is wellicht de reden waarom dit personage niet zwartwit is, en waarom de menselijkheid van Wilson zo erg doordringt en de lezer meteen een spiegel voor de ogen houdt. We zijn immers allemaal Wilson. Misschien niet 24 op 24 uur, maar gedurende de dag of de week beschikken we zeker over Wilson-momenten.

De allereerste pagina spreekt daarin boekdelen. "Ik hou van mensen", zegt Wilson, terwijl hij verder opmerkt dat iedereen een verhaal te vertellen heeft en het zo tragisch is dat we elk gevoel van verbondenheid met de medemens kwijt zijn. Die woorden zijn nog niet koud, of een buurvrouw begint hem op straat te vertellen over haar computerproblemen, en hoe de helpdesk haar van het kastje naar de muur verwijst.

In het laatste plaatje steekt de echte Wilson de kop op. "Jezus, mens, hou je nu nooit 'ns je mond?" Herkenbaar, want wat wij misschien wel denken, zegt Wilson zonder enige scrupules. Een held voor de ene, een ongelooflijke klootzak voor de andere. Mocht de wereld voor de helft bestaan uit individuen als Wilson, dan wordt de andere, betere helft in geen tijd weggepest door het gezanik van dit personage.

Daniel Clowes maakte in het verleden prachtige tienerstudies als het verfilmde "Ghost World", maar verkent nu de wereld van de rijpere medemens. Ook daarin toont hij zich niet onbevoegd.

Wie stripkleuter "Dennis the menace" nog kent van vroeger, ontmoet hem nu opnieuw in de persoon van Wilson. Het kleine rotzakje is een groot, chagrijnig rotzakje geworden. Aardige mensen kunnen er wellicht meer om lachen dan diegenen die écht op Wilson lijken. Die laatste groep steekt best de kop in het zand. Heel, heel diep in het zand. (bron: Cobra.be)

Geert De Weyer

[ "Wilson" Daniel Clowes, Oog & Blik/ De Bezige Bij. 79 p.]


Geen opmerkingen: