Ja, ik geef het toe, ik beken het openlijk:
mijn lichaam was altijd een toren zonder uitkijk.
Ik heb hem steen voor steen in folianten gepend
ik heb mij geplooid naar de tijd en de trend.
De stenen die ik uit de wand verwijderd heb
zijn de woorden waar ik dit gedicht mee schep;
ik kijk naar de wereld waarin gij woont
en al zie ik onscherp en ben ik vreselijk stoned
er is iets dat mij niet ontgaan kan:
mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren.
Ik weerhield mijn lijf niet in de groei tot man
maar ik zaag geduldig aan de pijlers die mij schoren.
Het lijkt niet erg duidelijk misschien
mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken
toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien.
Ik ben de wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem
ontloken.
Uit: 'Verzamelde gedichten' - 1981
mijn lichaam was altijd een toren zonder uitkijk.
Ik heb hem steen voor steen in folianten gepend
ik heb mij geplooid naar de tijd en de trend.
De stenen die ik uit de wand verwijderd heb
zijn de woorden waar ik dit gedicht mee schep;
ik kijk naar de wereld waarin gij woont
en al zie ik onscherp en ben ik vreselijk stoned
er is iets dat mij niet ontgaan kan:
mijn toren is gebouwd in mijn eigen toren.
Ik weerhield mijn lijf niet in de groei tot man
maar ik zaag geduldig aan de pijlers die mij schoren.
Het lijkt niet erg duidelijk misschien
mijn keel snoert dicht en mijn tong heb ik gebroken
toen ik spreken leerde. Ik heb niemand ontzien.
Ik ben de wereld, in mij is onstuitbaar de doodsbloem
ontloken.
Uit: 'Verzamelde gedichten' - 1981
Geen opmerkingen:
Een reactie posten