Het leven is Pietro Paladini, hoofdpersoon in de roman Kalme chaos van Sandro Veronesi, niet bepaald ongunstig gezind. Over een paar dagen zal hij in het huwelijk treden met de vrouw met wie hij al elf jaar gelukkig samenleeft, zijn 10-jarige dochter Claudia groeit voorspoedig op, en dankzij zijn baan bij een bedrijf voor pay-tv leiden Pietro en zijn gezin een comfortabel bestaan.
Het leven is Pietro Paladini, hoofdpersoon in de roman Kalme chaos van Sandro Veronesi, niet bepaald ongunstig gezind. Over een paar dagen zal hij in het huwelijk treden met de vrouw met wie hij al elf jaar gelukkig samenleeft, zijn 10-jarige dochter Claudia groeit voorspoedig op, en dankzij zijn baan bij een bedrijf voor pay-tv leiden Pietro en zijn gezin een comfortabel bestaan.
Maar dan haakt, onvermijdelijk in de wereld van Veronesi, het noodlot hem geniepig pootje. Tijdens een van de laatste dagen van hun vakantie zien Pietro en zijn broer Carlo hoe twee vrouwen in zee dreigen te verdrinken. Zonder lang na te denken gaan de broers te water en weten de drenkelingen levend naar het strand terug te brengen.
Wanneer ze na hun heldendaad terugkeren bij hun vakantiehuisje, blijkt Lara, Pietro’s aanstaande bruid, daar te zijn overleden aan een inwendige bloeding. Uit het autopsierapport valt op te maken dat haar door niets aangekondigde dood ongeveer is ingetreden op het moment dat Pietro onder water worstelde om het leven van een andere vrouw te redden – alsof een verraste boekhouder in het hiernamaals zijn balans weer kloppend heeft gemaakt.
Na de begrafenis wil Pietro zijn leven weer oppakken, in afwachting van het verdriet dat vroeg of laat genadeloos moet gaan toeslaan. Op de eerste schooldag van Claudia parkeert Pietro zijn auto voor het schoolgebouw in het centrum van Milaan en besluit daar de hele dag te blijven. De contemplatieve rust die hem dat oplevert, brengt hem ertoe zijn surplace vol te houden: dag in dag uit posteert Pietro, geparkeerd op de ventweg van het leven, zich voor Claudia’s school, alsof hij de film van zijn eigen leven heeft stilgezet.
Die verschansing in de veilige beschutting van zijn auto, zijn weigering om dit keer in te zetten op ‘de verliezende kaart van de redelijkheid’, zoals Pietro het noemt, biedt hem ook de mogelijkheid zich verre te houden van alle giftig opwolkende perikelen rond de megafusie waar het bedrijf dat hem in dienst heeft, in verwikkeld is.
Maar Pietro’s positie van buitenstaander, de speler die zich aan het spel heeft onttrokken en aan de zijlijn wegkijkt, blijkt een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit te oefenen op allerhande personen uit zijn omgeving. Op zijn labiele schoonzus Marta, die hij ooit versierde en nog immer begeert, op zijn broer Carlo, een beroemde modeontwerper die al vele jaren gebrouilleerd is met hun vader, op collega’s, die gebukt gaan onder de naderende fusie, en op de twee duistere hoofdrolspelers daarin, de magnaten Steiner en Boesson.
Wie zich, zoals Pietro, onttrekt aan het complot van het dagelijks leven, wekt een ondoorgrondelijk vertrouwen, en zij allen, familie, collega’s en superieuren van Pietro, zien zijn auto als biechtstoel om hun hart te luchten, alsof die plek bij ontstentenis van Pietro’s eigen verdriet als een gulzig zwart gat het lijden van anderen aantrekt.
Meesterlijk, want scherpzinnig en onweerstaanbaar grappig door zijn feilloze gevoel voor schijnbaar onbenullige details, beschrijft Veronesi hoe Pietro de kalme chaos, dat wachten op de storm van verdriet die maar niet komt, ondergaat. Al die berichten van anderen uit een wereld die ver weg is, bevestigen Pietro in zijn keuze om te volharden in zijn nieuwe manier van leven.
Tot het hem op een dag door zijn dochter Claudia duidelijk wordt gemaakt dat zij vanwege die rare vader, die daar iedere godganse schooldag op haar staat te wachten, door haar klasgenoten wordt gepest – subtiel, en daarom des te ondraaglijker. En dus zal het leven van Pietro weer in beweging moeten komen, als de gondel van een haperend reuzenrad die lang boven een leegte heeft gebungeld en nu weer in gang wordt gezet.
Sandro Veronesi (1959) wordt veelvuldig geroemd als een van de belangrijkste hedendaagse Italiaanse schrijvers, maar zijn vorige werk, zoals de veelgeprezen roman In de ban van mijn vader, deed nogal eens gemaakt en maniëristisch aan. Met Kalme chaos, de roman waarmee hij de Premio Strega 2006 won en die verfilmd zal worden metNanni Moretti in de hoofdrol, slaagt hij met glans in wat hem eerder niet zo overtuigend lukte: het nauwgezet deconstrueren van het dagelijks leven.
Dat doet hij uitermate fijnzinnig en geraffineerd, met het ontleedmes van zijn genadeloze observatievermogen en zijn superieure stijlbeheersing; stukje bij beetje, tot er minuscule brokjes zijn overgebleven die iedereen met verbijstering zal herkennen: wanhoop in kleine doses – wanhoop over onze medeplichtigheid aan wat zich iedere dag om ons heen voltrekt. (Edwin Krijgsman - de Volkskrant)
Het leven is Pietro Paladini, hoofdpersoon in de roman Kalme chaos van Sandro Veronesi, niet bepaald ongunstig gezind. Over een paar dagen zal hij in het huwelijk treden met de vrouw met wie hij al elf jaar gelukkig samenleeft, zijn 10-jarige dochter Claudia groeit voorspoedig op, en dankzij zijn baan bij een bedrijf voor pay-tv leiden Pietro en zijn gezin een comfortabel bestaan.
Maar dan haakt, onvermijdelijk in de wereld van Veronesi, het noodlot hem geniepig pootje. Tijdens een van de laatste dagen van hun vakantie zien Pietro en zijn broer Carlo hoe twee vrouwen in zee dreigen te verdrinken. Zonder lang na te denken gaan de broers te water en weten de drenkelingen levend naar het strand terug te brengen.
Wanneer ze na hun heldendaad terugkeren bij hun vakantiehuisje, blijkt Lara, Pietro’s aanstaande bruid, daar te zijn overleden aan een inwendige bloeding. Uit het autopsierapport valt op te maken dat haar door niets aangekondigde dood ongeveer is ingetreden op het moment dat Pietro onder water worstelde om het leven van een andere vrouw te redden – alsof een verraste boekhouder in het hiernamaals zijn balans weer kloppend heeft gemaakt.
Na de begrafenis wil Pietro zijn leven weer oppakken, in afwachting van het verdriet dat vroeg of laat genadeloos moet gaan toeslaan. Op de eerste schooldag van Claudia parkeert Pietro zijn auto voor het schoolgebouw in het centrum van Milaan en besluit daar de hele dag te blijven. De contemplatieve rust die hem dat oplevert, brengt hem ertoe zijn surplace vol te houden: dag in dag uit posteert Pietro, geparkeerd op de ventweg van het leven, zich voor Claudia’s school, alsof hij de film van zijn eigen leven heeft stilgezet.
Die verschansing in de veilige beschutting van zijn auto, zijn weigering om dit keer in te zetten op ‘de verliezende kaart van de redelijkheid’, zoals Pietro het noemt, biedt hem ook de mogelijkheid zich verre te houden van alle giftig opwolkende perikelen rond de megafusie waar het bedrijf dat hem in dienst heeft, in verwikkeld is.
Maar Pietro’s positie van buitenstaander, de speler die zich aan het spel heeft onttrokken en aan de zijlijn wegkijkt, blijkt een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit te oefenen op allerhande personen uit zijn omgeving. Op zijn labiele schoonzus Marta, die hij ooit versierde en nog immer begeert, op zijn broer Carlo, een beroemde modeontwerper die al vele jaren gebrouilleerd is met hun vader, op collega’s, die gebukt gaan onder de naderende fusie, en op de twee duistere hoofdrolspelers daarin, de magnaten Steiner en Boesson.
Wie zich, zoals Pietro, onttrekt aan het complot van het dagelijks leven, wekt een ondoorgrondelijk vertrouwen, en zij allen, familie, collega’s en superieuren van Pietro, zien zijn auto als biechtstoel om hun hart te luchten, alsof die plek bij ontstentenis van Pietro’s eigen verdriet als een gulzig zwart gat het lijden van anderen aantrekt.
Meesterlijk, want scherpzinnig en onweerstaanbaar grappig door zijn feilloze gevoel voor schijnbaar onbenullige details, beschrijft Veronesi hoe Pietro de kalme chaos, dat wachten op de storm van verdriet die maar niet komt, ondergaat. Al die berichten van anderen uit een wereld die ver weg is, bevestigen Pietro in zijn keuze om te volharden in zijn nieuwe manier van leven.
Tot het hem op een dag door zijn dochter Claudia duidelijk wordt gemaakt dat zij vanwege die rare vader, die daar iedere godganse schooldag op haar staat te wachten, door haar klasgenoten wordt gepest – subtiel, en daarom des te ondraaglijker. En dus zal het leven van Pietro weer in beweging moeten komen, als de gondel van een haperend reuzenrad die lang boven een leegte heeft gebungeld en nu weer in gang wordt gezet.
Sandro Veronesi (1959) wordt veelvuldig geroemd als een van de belangrijkste hedendaagse Italiaanse schrijvers, maar zijn vorige werk, zoals de veelgeprezen roman In de ban van mijn vader, deed nogal eens gemaakt en maniëristisch aan. Met Kalme chaos, de roman waarmee hij de Premio Strega 2006 won en die verfilmd zal worden metNanni Moretti in de hoofdrol, slaagt hij met glans in wat hem eerder niet zo overtuigend lukte: het nauwgezet deconstrueren van het dagelijks leven.
Dat doet hij uitermate fijnzinnig en geraffineerd, met het ontleedmes van zijn genadeloze observatievermogen en zijn superieure stijlbeheersing; stukje bij beetje, tot er minuscule brokjes zijn overgebleven die iedereen met verbijstering zal herkennen: wanhoop in kleine doses – wanhoop over onze medeplichtigheid aan wat zich iedere dag om ons heen voltrekt. (Edwin Krijgsman - de Volkskrant)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten