"Bumperklevers", zegt zij.
"Al onze medewerkers die in gesprek zijn", antwoord ik.
"Baasjes die zich uit de voeten maken zonder de drol van hun hond op te ruimen", zegt zij.
"Mensen die naar je staren alsof je iets van ze aan hebt", pareer ik.
"Mensen die in de supermarkt staan te bellen terwijl ze afrekenen", vervolgt zij.
Ik : "Het rolletje dat net op is als jij aan de beurt bent. Caissières die je wisselgeld op je rekeningetje gooien en angstvallig vermijden je hand aan te raken."
Zij : "Dat zijn er twee. Vergooi je kansen niet zo."
Ik : "Je snijden aan een blad papier."
Zij : "De computer die crasht juist als die vervelende brief af is."
Ik : "In hondenpoep trappen. Het goedje met een stokje uit het profiel in je zool moeten peuteren. Het toch nog uren ruiken."
Zij : "Hondenpoep hebben we al gehad. 't Is goed voor één keer."
Zij : "Mensen die walgelijk veel verdienen en zeggen dat ze daar hard genoeg voor werken. Alsof jij op je luie krent zit."
Ik : "De slogan Have a happy period uit de Alwaysreclame."
Zij : (lacht) "Hoe kom je dáár nu bij ?"
Zij : "
Tamara Tapaait - zit vol stofmaait. "
Ik : "Die vind ik anders wel grappig."
Ik : "Collega's die fanatiek in appels bijten als jij je probeert te concentreren."
Zij : "Geld dat wordt opgehoest. Dingen die de pan uitswingen. Mensen die ergens voor gáán."
Ik : "Een vent die naast je op de grond rochelt."
Zij : "Voetbalsjerpen die op de autosnelweg uit ramen van auto's bungelen."
Ik : "Middenstrookrijders."
Zij : "Rechtsinhalers."
Ik : "Sportwagens die met 180 per uur op het linkervak rijden, met het linkerknipperlicht aan."
Zij : "Voetgangers die je misprijzend bekijken als je stopt voor het zebrapad."
Ik : "Voetgangers die voor het zebrapad lummelen zonder van plan te zijn over te steken."
Zij : "Ja !"
Zij : "De medewerker van een helpdesk die per se je 17-cijferige klantennummer moet weten."
Ik : "De medewerker van een helpdesk die je aanspreekt met je naam, nog voor je die zelf hebt gezegd."
Zij : "
Leo Laminaot - mokt gere veel lawaot. "
Ik : "Laten we stoppen met reclame, anders blijven we bezig."
Zij : "Oké."
Zij : "Camions die één kilometer per uur sneller rijden dan de camion die ze inhalen."
Ik : "Auto's die invoegen met een zwierige zwaai, op het laatste moment, over een doorlopende witte streep."
Zij : "Een konvooi luxewagens met van die korte nummerplaten, die onder dekking van een zwaailicht veel te snel inhalen, ondanks het smog-alarm."
Ik : "Je fantasie is onuitputtelijk. Laten we stoppen met het verkeer, of we zitten hier tot morgen."
Zij : "Fair enough. Een programma dat crasht en vraagt of je een foutenrapport naar Microsoft wil sturen."
Ik : "In het frietkot komen met slechts één wachtende voor jou, die een papiertje tevoorschijn haalt waarop zeven curryworsten, drie bickyburgers en vijf kleintjes staan met stoverij, om de Vlampijp en de Lange Lümmel niet te vergeten."
Zij : "Goeie !"
Zij : "Dertig cent betalen om een toilet te mogen gebruiken dat er zo smerig uitziet alsof de duivel er heeft gejongd."
Ik : (schaterend) "Te laat merken dat het toiletpapier op is."
Zij : "Spam. Does your girlfriend also complain ?"
Ik : "Al onze medewerkers die - euh - al onze medewerkers die nog steeds in gesprek zijn."
Zij : "Dat héb je al gezegd. Ik win !"
Ik : "Shit."
We zouden elk om beurt een ergernis noemen, tot een van ons er geen meer vond. Ik heb de weddenschap verloren, waarvan de inzet was : te mogen beslissen wat onze vakantiebestemming wordt.
jp.mulders@skynet.be