Edward Elgar werd geboren op 2 juni 1857. Zijn vader, een pianostemmer uit Dover, verhuisde kort na zijn huwelijk naar Broadteath in Worcester. Daar startte zijn vader een muziekwinkel, en de hele familie stak er af en toe een handje toe. Zo kreeg de jonge Edward de gelegenheid om met muziek in contact te komen. Zijn vader stuurde hem naar een advocatenkantoor om er een stage te doen, want hij was van mening dat een muziekcarrière voor zijn zoon niets zou zijn.
Toch verdiepte Edward zich verder in de harmonie, contrapunt, en muziektheorie. Daarbij bestudeerde hij allerlei partituren. Enkele jaren later stichtte hij, samen met zijn broer, een blaaskwintet op. Hij reisde dikwijls naar Londen om er concerten bij te wonen.
In 1878 werd Elgar benoemd tot leider van het personeelsorkest van de psychiatrische inrichting, en nam daarnaast een baan als leraar in Malvern. Hij begon ook zijn composities op te sturen naar uitgevers en dirigenten, maar ze werden dikwijls afgewezen, niet omdat ze slecht waren, maar omdat hij uit de provincie kwam en bovendien katholiek was.
In 1889 trouwde hij met één van zijn leerlingen, Alice Roberts en verhuisde naar Londen. Zij moedigde hem aan om door te gaan met componeren. Niet zonder resultaat, want in 1890 werd zijn ouverture ‘Froissart’ geaccepteerd voor het Three Choirs Festival. In Londen kende hij echter geen enkel succes, zodat hij terug naar Worcester verhuisde. (lees meer)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten