Albert Heijn komt naar ons land. Zo werd deze week officieel bekend gemaakt. Albert Heijn gaat uitzoeken hoe ze hun supermarktketen ook bij ons toekomst kunnen bieden. Dus wellicht doen we binnen afzienbare tijd boodschappen in een filiaal van Albert Heijn om de hoek. En kunnen ook wij ons te goed doen aan krentenbrood, muntendrop en hopjesvla. Dat is tenminste de bedoeling. Goed nieuws voor onze portemonnee ook want Albert Heijn, de topper onder de Nederlandse supermarktketens, is van plan om de concurrentie met Colruyt en Delhaize wat de prijzen betreft voluit aan te gaan.
Meer Hollands de Hollands dan Albert Heijn kan je niet wezen. Wat wordt een mens blij van hun assortiment van vla, drop en kwark! Nou jeetje jezusmina, ik toch in ieder geval! En wat mesjogge maar weer dat we dat dan binnenkort ook allemaal zelf weer in onze boodschappenkar kunnen laden.
En toch weet ik niet of ik wel zo blij ben met de komst van Albert Heijn…
Een beetje vakantie
Want tot nu toe was naar Albert Heijn gaan toch nog altijd een beetje vakantie. OKé, de grens die je ervoor moet oversteken is al lang geen echte grens meer maar het had iets exotisch, naar het buitenland moeten voor die producten die nèt dat tikje anders zijn dan de onze.
Kijk, laat er vooral geen misverstand over bestaan, ik ben zot van al wat Nederlands is. Ben ik in Amsterdam aan de Waddenzee of op de Veluwe, ik voel me thuis. Hoor ik op reis Nederlanders praten, dan voel ik me daarmee meer verwant dan met de gemiddelde Vlaming die mijn pad kruist.
Zelfs een geliefde met Hollands bloed heeft een serieuze streep voor op onze eigen Vlaamse mannetjespopulatie. Al is het me onduidelijk waaraan dat precies ligt en ik wil me verder niet uitspreken over de algemene karakteristieken van de Nederlandse volksaard.
Kinderen voor kinderen
De wortels van de aantrekking tot al wat Hollands is moet ergens in mijn kindertijd liggen. Amehoela, sta me toe nog even het televisieprogramma aan te halen waarvan ik week wordt alleen al bij het noemen van de naam alleen, Kinderen voor Kinderen. En hoe ik luidkeels en met het nodige gevoel voor dramatiek meezong van ‘Een kind onder de evenaar wordt later vaak een bedelaaaaaaaaaaar…’. Ach, wat wilde ik toch ook graag bij dat koor van Kinderen voor Kinderen. Voor mij waren al die blonde mooie jongens en meisjes goden die hadden mogen toetreden tot een walhalla van Oilillykleren en zoete goedheid tot dewelke ikzelf nooit zou behoren.
Thuis keken we op televisie naar de 123-show met Rudy Carell, naar het circus van Bassie en Adriaan, staken onze duim op voor de film van Ome Willem en waren fan van Mien Dobbelsteen, de luidruchtige assistente van dokter Van der Ploeg.
Het mooiste kaftpapier
Om dan nog maar te zwijgen over de uitstapjes naar de Hema. In de tijd dat er nog geen Hema was in iedere Vlaamse stad wel te verstaan.
Zo ga ik er prat op dat ik op school het mooiste kaftpapier had van heel de klas. Want iedere zomer reden we op het einde van de vakantie t naar de Hema in Hulst of Breda om kaftpapier te kopen. Dat was nu eenmaal zoveel mooier dan wat er hier verkocht werd. Ook hun assortiment gummetjes en pennen had een esthetische waarde die hier nergens werd geëvenaard.
Maar nu is Hema overal en mocht ik nu nog een schoolkind te zijn, ik zou er al lang niet meer uitspringen wat kaftpapier betreft, want heel de klas zou kaftpapier van de Hema hebben.
De Hema die overal is en binnenkort dus ook Albert Heijn, het geeft me hetzelfde gevoel dan toen ik laatst op werkbezoek was in Beijing en daar over de lokale Meir liep en zowel een Zara als een H&M zag. Ik zuchtte diep en dacht, wat zonde maar weer, dat heel de wereld zo op elkaar begint te lijken. De idee alleen al dat je binnenkort wellicht ook in Kuala Lumpur of Rio naar de Ikea kan, (als dat nog niet zo is tenminste, heb hun lijst met filialen nog niet gecheckt), het zou niet mogen zijn. Of naar de Pizzahut in Bamako. Nou ja zeg, kom op.
Het spannende gevoel
En binnenkort is het dus niet meer uitkijken naar een uitstapje Amsterdam en dan op de terugweg nog een bezoek aan de Albert Heijn om pindakaas met nootjes of om vla en hagelslag. Want we zullen het hele assortiment gewoon een beetje verderop kunnen kopen.
De komst van Albert Heijn is zoals een lief dat er ineens is en waarop je niet meer hoeft te jagen. Het lief is nog wel even leuk en de pindakaas nog wel even lekker als voorheen maar de jacht en het spannende gevoel dat die met zich meebrengt onherroepelijk voorbij.
Ik behoed me nu al voor de dag dat we ook in Beijing naar de Albert Heijn zullen kunnen, dat zelfs de Chinezen zich gaan wagen aan zoete drop en poffertjes, dan pas zal het heel slecht gaan met de wereld.
Maar zover is het gelukkig nog niet.
Albert Heijn steekt tot dusver alleen even voorzichtig de grens met de buren over.
Geintje, Heijntje. (Barbara Rottiers)
Meer Hollands de Hollands dan Albert Heijn kan je niet wezen. Wat wordt een mens blij van hun assortiment van vla, drop en kwark! Nou jeetje jezusmina, ik toch in ieder geval! En wat mesjogge maar weer dat we dat dan binnenkort ook allemaal zelf weer in onze boodschappenkar kunnen laden.
En toch weet ik niet of ik wel zo blij ben met de komst van Albert Heijn…
Een beetje vakantie
Want tot nu toe was naar Albert Heijn gaan toch nog altijd een beetje vakantie. OKé, de grens die je ervoor moet oversteken is al lang geen echte grens meer maar het had iets exotisch, naar het buitenland moeten voor die producten die nèt dat tikje anders zijn dan de onze.
Kijk, laat er vooral geen misverstand over bestaan, ik ben zot van al wat Nederlands is. Ben ik in Amsterdam aan de Waddenzee of op de Veluwe, ik voel me thuis. Hoor ik op reis Nederlanders praten, dan voel ik me daarmee meer verwant dan met de gemiddelde Vlaming die mijn pad kruist.
Zelfs een geliefde met Hollands bloed heeft een serieuze streep voor op onze eigen Vlaamse mannetjespopulatie. Al is het me onduidelijk waaraan dat precies ligt en ik wil me verder niet uitspreken over de algemene karakteristieken van de Nederlandse volksaard.
Kinderen voor kinderen
De wortels van de aantrekking tot al wat Hollands is moet ergens in mijn kindertijd liggen. Amehoela, sta me toe nog even het televisieprogramma aan te halen waarvan ik week wordt alleen al bij het noemen van de naam alleen, Kinderen voor Kinderen. En hoe ik luidkeels en met het nodige gevoel voor dramatiek meezong van ‘Een kind onder de evenaar wordt later vaak een bedelaaaaaaaaaaar…’. Ach, wat wilde ik toch ook graag bij dat koor van Kinderen voor Kinderen. Voor mij waren al die blonde mooie jongens en meisjes goden die hadden mogen toetreden tot een walhalla van Oilillykleren en zoete goedheid tot dewelke ikzelf nooit zou behoren.
Thuis keken we op televisie naar de 123-show met Rudy Carell, naar het circus van Bassie en Adriaan, staken onze duim op voor de film van Ome Willem en waren fan van Mien Dobbelsteen, de luidruchtige assistente van dokter Van der Ploeg.
Het mooiste kaftpapier
Om dan nog maar te zwijgen over de uitstapjes naar de Hema. In de tijd dat er nog geen Hema was in iedere Vlaamse stad wel te verstaan.
Zo ga ik er prat op dat ik op school het mooiste kaftpapier had van heel de klas. Want iedere zomer reden we op het einde van de vakantie t naar de Hema in Hulst of Breda om kaftpapier te kopen. Dat was nu eenmaal zoveel mooier dan wat er hier verkocht werd. Ook hun assortiment gummetjes en pennen had een esthetische waarde die hier nergens werd geëvenaard.
Maar nu is Hema overal en mocht ik nu nog een schoolkind te zijn, ik zou er al lang niet meer uitspringen wat kaftpapier betreft, want heel de klas zou kaftpapier van de Hema hebben.
De Hema die overal is en binnenkort dus ook Albert Heijn, het geeft me hetzelfde gevoel dan toen ik laatst op werkbezoek was in Beijing en daar over de lokale Meir liep en zowel een Zara als een H&M zag. Ik zuchtte diep en dacht, wat zonde maar weer, dat heel de wereld zo op elkaar begint te lijken. De idee alleen al dat je binnenkort wellicht ook in Kuala Lumpur of Rio naar de Ikea kan, (als dat nog niet zo is tenminste, heb hun lijst met filialen nog niet gecheckt), het zou niet mogen zijn. Of naar de Pizzahut in Bamako. Nou ja zeg, kom op.
Het spannende gevoel
En binnenkort is het dus niet meer uitkijken naar een uitstapje Amsterdam en dan op de terugweg nog een bezoek aan de Albert Heijn om pindakaas met nootjes of om vla en hagelslag. Want we zullen het hele assortiment gewoon een beetje verderop kunnen kopen.
De komst van Albert Heijn is zoals een lief dat er ineens is en waarop je niet meer hoeft te jagen. Het lief is nog wel even leuk en de pindakaas nog wel even lekker als voorheen maar de jacht en het spannende gevoel dat die met zich meebrengt onherroepelijk voorbij.
Ik behoed me nu al voor de dag dat we ook in Beijing naar de Albert Heijn zullen kunnen, dat zelfs de Chinezen zich gaan wagen aan zoete drop en poffertjes, dan pas zal het heel slecht gaan met de wereld.
Maar zover is het gelukkig nog niet.
Albert Heijn steekt tot dusver alleen even voorzichtig de grens met de buren over.
Geintje, Heijntje. (Barbara Rottiers)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten