Zoals zijn naam al aangeeft, is B.B. King ontegenzeggelijk de koning van de blues. Van zijn neef, de blues-legende Bukka White, leerde hij gitaarspelen, in de kerk vormde hij zijn volle stem. De afkorting B.B. vindt zijn oorsprong in de tijd dat King voor het radiostation WDIA in Memphis werkte en zijn geuzenaam ‘Blues Boy King’ luidde. In de periode van 1951 tot 1985 komen er maar liefst 74 nummers van B.B. King in de Amerikaanse R & B hitlijsten terecht. Eind jaren tachtig krijgt ook een nieuwe generatie de kans hem te leren kennen als hij samen met U2 het nummer ‘When Loves Comes To Town’ maakt. (Sem Busser)
woensdag 14 april 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten