NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

donderdag 30 oktober 2008

DE KLEINE SPAARDER - JEAN-PAUL MULDERS


Ik droomde dat ik iemand hoorde zeggen "we zijn aan het plafonneren", maar wat daarmee bedoeld werd, vatte ik niet. Het had met falende banken te maken, en ook met feesten met veel kreeft. Het gezegde stond mij mateloos tegen, temeer omdat ik plafonneren altijd lelijk heb gevonden, met inbegrip van dat fameuze glazen plafond. De laatste tijd zijn daar bijgekomen : de staande uitdrukkingen
hardwerkende Vlaming, goede huisvader en gedupeerde Fortisaandeel-houder. Ook aan het woord beleggen blijf ik een hekel hebben. Het doet mij aan boterhammen denken, en aan pepersalami.

"We moeten met de voetjes op de grond blijven", hoorde ik een specialist ergens verkondigen, en het verkleinwoord stootte mij af. Ik stelde mij bij die voetjes eeltpitten voor en eksterogen, en misschien ook wel een vage reuk van vergeelde tenen die door de beurskoorts te lang ongewassen waren gebleven.

De beurzen, ja, wat daarvan toch te denken ? Het geeft een raar gevoel, zo braafjes te blijven werken terwijl buiten de wereld aan diggelen valt. Het is zoiets als op een zinkend stoomschip blokfluit te zitten spelen. En wat er nu gaat komen, niemand die het weet. Ik ken mensen die hun geld onder losliggende plavuizen en mensen die hun geld in broodroosters hebben verborgen. Ik ken mensen die garageboxen hebben gekocht en mensen die van plan zijn in een Vlaamse keten gloryholes te investeren - want "seks marcheert altijd". Ik ken mensen die fatalistisch de schouders ophalen en alle tegoeden gewoon laten staan. Zelf betrap ik mij, als ik geld uitgeef, op de bevrijdende gedachte : oef, weer vijftig euro lichter ; die althans kunnen mij niet meer worden afgepakt.

De teloorgang van het superkapitalisme, dat is deze financiële doomsday in mijn ogen. Nu heb ik altijd al met wantrouwen naar de mega-winsten gekeken, naar de wedden van de CEO's. Sommigen verdienen zo goed, las ik ergens, dat een gewone arbeider er 130 jaar voor zou moeten werken. Over welke toverkunst, welke geheime gaven beschikken toplui om dit soort extreme vergoedingen te rechtvaardigen ? Ik heb de neiging daar sceptisch over te zijn. Onlangs verklapte topchef Paul Bocuse dat de nouvelle cuisine begonnen was als een grap, waar de chique dames en heren met open ogen intrapten. Op dezelfde manier zie ik, over tien jaar misschien, zo'n Jean-Paul Votron in een openhartig interview bekennen : "Wij voerden niet veel uit. De winst afromen, ja. En patience spelen op de computer."

Het wankelen van de financiële markten vind ik vreemd genoeg ook een beetje opwindend. Dat niets onaantastbaar is : die gedachte geeft mij rust, hoewel zij waarschijnlijk verontrustend zou moeten zijn en, zoals wel vaker, 'de kleintjes' het gelag zullen betalen. "Ik kan begrip opbrengen voor de woede van de kleine spaarder", hoorde ik Etienne Davignon zeggen, nadat hij een verse pijp had gestopt. De kleine spaarder. Ik vermoed dat ik mijzelf daartoe mag rekenen, hoewel ik eerlijk gezegd liever álles wil zijn dan dat. Desnoods dompteur of colporteur, taxidermist of taxichauffeur.

Nog een geluk dat ik niet één, nee geen enkel aandeel bezit, wat op dit moment een onvoorstelbare luxe mag heten. Mijn fortuin zit vooral in mijn hoofd, waar het zoniet helemaal dan toch betrekkelijk veilig is. Niet aan munterosie onderhevig. Komt er ooit nog een tijd waarin rente en beurzen worden afgeschaft ? De wereld zou er een betere plek van worden en zo ondenkbaar is het niet, want de mens heeft al miljoenen jaren zonder Nasdaq en Nikkei bestaan.

The dust has settled down, hierbinnen alvast, zodat ik weer met klare ogen naar de wereld om mij heen kan kijken. Er is niets dat mij stoort, behalve misschien dat liedje dat ik regelmatig op de radio hoor en waarin tergend vaak clap your hands clap your hands wordt herhaald, zo zeurderig dat je ervan zou blaffen naar de maan. Onlangs hoorde ik het terwijl ik in bad zat, de radio buiten handbereik, zodat ik niet van zender kon veranderen en het hele nummer uit moest luisteren, tegen wil en dank.

Voor de gezelligheid overweeg ik nog de aanschaf van een koppel zebravinken. Die zijn schattig en mooi. En ze maken van die lieve geluidjes, die doen denken aan springveren in ouderwetse hemelbedden

woensdag 29 oktober 2008

zondag 26 oktober 2008

WANHOPIG - HARRIËT FREEZER



Wanhopig vreet mijn zee
aan de wering van jouw ik
dat onbewogen blijft voor 't water
zout lopen de tranen terug met eb
teleurgesteld en moe
ik kan er niets aan doen
maar met de vloed
komt het toch weer naar je toe
doodsverachtend is het hopen
dat poogt de haven in te lopen
van jouw onbegrip
ik wil jouw polders niet bezetten
alleen maar stromen
door de aderen van jouw land
en daarom stuur ik nieuwe golven
op het aanbeeld van jouw strand.


Openingsgedicht uit het boekje
'Houd je nog een beetje van me?'

zaterdag 25 oktober 2008

ELEMENTAIRE DEELTJES - MICHEL HOUELLEBECQ - ROMAN

'Frapper òu ca compte' ('slaan waar het ertoe doet') luidt het motto van Michel Houellebecq, die het als hip mediafenomeen en zelfverklaarde rechtse intellectueel onder meer aan de stok kreeg met moslims, milieuactivisten, feministen en veteranen van mei '68. Volgens de als agronoom opgeleide Houellebecq zou de moderne roman 'alles' moeten bevatten: van filosofische theorieën tot pure emotie en van wetenschappelijke debatten tot literaire kritiek.

Wie is Michel Houellebecq, in een paar woorden? Het blad Lire vroeg het hem zelf in 1998, bij het verschijnen van 'Elementaire deeltjes', het boek dat hem wereldwijde roem zou verschaffen.

Dit was zijn antwoord: 'Ik ben een nerveus type: gevoelig, primair, indolent. Ik heb meer dan tien plus aan ieder oog: ik zie de wereld dus heel scherp. Ik heb een zeer goed ontwikkelde tastzin. Intellectueel ben ik heel variabel, soms heel sterk, soms heel zwak. Hetzelfde geldt voor mijn seksuele interesse. In veel opzichten pas ik in het plaatje van een manisch-depressieve.'

Bruno en Michel zijn halfbroers, van dezelfde moeder: Janine Ceccaldi - ook in het ware leven de naam van Houellebecqs moeder. Bruno is van 1956, Michel van 1958, en aan alle twee leent Houellebecq een aantal autobiografische elementen uit. Michel is moleculair bioloog, bezeten door kennisdrift - hij is een bekendheid in het kloneeronderzoek. Het streven van de mens om de voorwaarden van zijn eigen vervanging te bepalen is een belangrijk thema in het boek. Bruno is schrijver, leraar, en staat stijf van een meer voorkomende drift: een honger naar seks, die hij - zielig voyeur met klein geschapen lid - probeert te stillen in de naturistencamping en de parenclub.

Geen van beiden is gelukkig. Het geluk gedijt in het algemeen niet in 'Elementaire deeltjes': 'Eén ding was zeker: niemand wist meer hoe hij moest leven.' Het boek werd niet toevallig een megaseller vlak voor de millenniumwende: door de levensloop van die twee afstandelijke, wat autistische halfbroers te schetsen vatte Houellebecq een algemener malaisegevoel samen. Zijn ambitie was de toestand van de westerse cultuur te evalueren, en dat liep uit op een regelrechte veroordeling van de generatie van '68 - waar hij een kind van is. Het was dan wel een generatie die het kapitalisme bestreed, 'maar over de hoofdzaak waren ze het met de amusementsindustrie eens: vernietiging van de joods-christelijke morele waarden, verheerlijking van de jeugd en de individuele vrijheid'.

Zijn moeder deed in zijn ogen volop mee met de vernietiging van die waarden: ze was een vrije vogel die haar zoon verwaarloosde, en ze kreeg in 'Elementaire deeltjes' de rekening gepresenteerd.

Vooraan zit bijvoorbeeld de scène waarin Michel door zijn vader voorgoed bij zijn moeder wordt weggehaald. Dat gebeurt in een slaapkamer waar een dronken man in een verschrikkelijke stank ligt te snurken. 'Zijn zoon kroop onhandig over de vloer, af en toe uitglijdend in een plas urine of uitwerpselen. Hij knipperde met zijn ogen en kreunde zonder ophouden. Toen hij de aanwezigheid van een mens gewaar werd, probeerde hij te vluchten.'

In 'Elementaire deeltjes' bekijkt Houellebecq het menselijk gedrag met de klinische blik van de bioloog: 'Wanneer er tijdens de kindertijd geen contact met de moeder is, ontstaan er ernstige verstoringen van het seksuele gedrag bij de mannetjesrat, met name remming van het hofmakingsgedrag.' (HUMO)

Over zijn kale stijl en zijn onorthodoxe maatschappijtheorieën kunnen de meningen verschillen, maar vriend en vijand zijn het over één ding eens: deze frontale aanval op een generatie, een economisch systeem en een heel tijdsgewricht is de spectaculairste literaire prestatie van het voorbije decennium. (De Standaard)

vrijdag 24 oktober 2008

W.A. MOZART OF CALEXICO OF ALLEBEI?

Een van de (tijdelijke) remedies tegen ergernissen - zie hieronder de column van J.P. Mulders - is muziek. Ik kon niet kiezen tussen Mozart en Calexico. Meer dan twee eeuwen scheiden beide composities maar van allebei krijg ik kippenvel.



Het Requiem is de laaste compositie van Mozart. Net voor de voltooiing van het "Requiem" begeeft zijn gestel het op 5 december 1791 en zijn leerling Carl Süssmayer werkt de partituur af. Door het slechte weer en de ziekte van Constanze was niemand op de begrafenis aanwezig. Zijn lichaam werd in een anoniem massagraf geworpen.




Calexico debuteerde in het midden van de jaren negentig met een geluid dat elementen uit mariachi, alternatieve country en spaghettiwesternsoundtracks bevatte. Hun unieke sound riep weidse beelden op van Arizona, de thuisstaat van de band. Het hart van de groep wordt gevormd door de multi-instrumentalisten John Convertino en Joey Burns. Met een keur aan muzikanten schrijft het duo muziek die altijd progressief en vernieuwend is.

donderdag 23 oktober 2008

MILD - JEAN-PAUL MULDERS



Soms, in zeldzame ogenblikken, valt de wereld zoals je hem zou willen naadloos samen met de wereld zoals hij is. Je zit op het terras van het NTG, in het gefilterde licht van de late septemberzon. Je ruikt de zoetheid van de lucht. Je luistert naar een nummer van Jacques Brel dat je nog altijd kippenvel doet krijgen. Een meisje glimlacht naar je, met meer sympathie dan je ooit voor jezelf hebt kunnen voelen. Heel even past alles perfect in elkaar.

Het zijn geloof ik die momenten die je leven redden. Ze geven je de kracht om alle treurnis te verdragen die op minder genadige dagen over je uitgekieperd wordt.

De pennen die lekken.

De stinkende asems van medemensen.

De kanarievogel in het rusthuis waar je grootmoeder haar laatste maanden heeft doorgebracht.

Een autoalarm dat loeit, terwijl niemand de auto probeert te pikken.

Het feit dat in een straal van vijf kilometer rond je huis geen goede warme bakker meer te vinden is, geen croissant die het opvreten waard is.

De noodzaak om dekbedden regelmatig te verversen.

De winkels waar je, als je een cadeautje koopt, naar een tafel wordt verwezen met geschenkpapier en linten - "u mag het zelf inpakken mijnheer".

Het besef dat er vaak geen hand is om door je haren te strijken.

Het circus rond Didier Bellens en Fernand Koekelberg.

De honden achter hagen, die als je voorbijkomt als razend beginnen te blaffen en je je dood doen schrikken.

De auto's met gepersonaliseerde nummerplaten die je op de snelweg ziet. 620 of 874 euro om de ijdelheid van de chauffeur te strelen, die per se een plaat wil met zijn initialen, gevolgd door de cijfercombinatie 001 of 007, als kers op de taart van een luxewagen. Hoeveel Afrikaanse kindertjes kunnen met die narcistische centen van een wisse dood worden gered ? Is het melig je dat af te vragen ?

Een earl grey kan ik krijgen, dame blanche is helaas niet voorradig noch enig ander ijs. Vanwaar ik zit, heb ik zicht op de Sint-Baafskathedraal. Ik moet daarbij altijd denken aan de genaamde Arsène Goedertier, die op een nacht in 1934 zijn automobiel aan de kathedraal parkeerde om er aan de haal te gaan met een paneel van het Lam Gods. Het is een vage droom van mij dat mysterie te ontsluieren, was het niet dat ik weet dat velen er hun tanden al op hebben stukgebeten. Sommigen daarvan zijn al aan gene zijde, waar zij de oplossing van het raadsel rechtstreeks aan Goedertier kunnen vragen. Ik alleen weet... in mijn bureau... schuifken rechts... omslag Mutualité

Intussen speelt de beiaard zijn kloeke tonen. Er is wat wind opgezet, die guur aanvoelt en mij eraan herinnert dat het nu toch echt wel uit is met de zomer. In de krant staat een bericht over een ambulancier die tijdens een reanimatie door middel van de bekende stroomijzers geprobeerd heeft een garnaal te bakken op het hoofd van een stervende patiënt. Ondertussen kauwde zijn collega op een stuk selder. De wreedheid van mensen blijft mij verbazen.

Vandaag gelukkig, op dit tijdstip en op deze plek, lijkt de wereld verbazingwekkend integer. Een meisje loopt rond met een baby en ogen vol tederheid. Dat geeft mij wat men zou kunnen noemen : een goed gevoel. Zelfs het strelen van de arduinen balustrade, waarin de warmte van de middag nog sluimert, is een soortement sensatie. Ik heb dat tegenwoordig vaker, die 'modus' waarin ik tevredenheid kan putten uit de kleinste dingen, zoals een avondhemel of het simpele feit vrij te ademen.

"Vrouwen worden harder met de jaren", hoorde ik iemand zeggen. "Mannen worden milder. Dat gegeven is puur hormonaal."

Heeft dit vermilderingsproces zich bij mij ingezet, onopgemerkt en ondanks heldhaftig verweer ? O laat het niet waar zijn. Het woord 'mild' past bij een shampoo die je elke dag mag gebruiken - niet bij de hemelbestormer die ik in het diepst van mijn gedachten ben gebleven.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

woensdag 22 oktober 2008

dinsdag 21 oktober 2008

WAAR BLIJFT DE REGERING DE MILJARDEN HALEN?



Een vraag die me al dagen bezig houdt is: Waar blijft de regering de miljarden halen? Hoeveel miljard euro hebben ze de laatste weken gepompt in Fortis, Dexia, KBC en Ethias? Neen, de bedragen zijn niet ingeschreven in de begroting, waar met kunst en vliegwerk nog 6,5 miljard euro moest gevonden worden.

Waar komt al dat geld dan vandaan? Heeft de Staat ergens nog een enorm spaarvarken staan voor in tijden van financiële crisis? Er is toch ook nog die torenhoge staatsschuld opgebouwd in een ver verleden toen zowat iedere begroting diep in het rood ging.

Wat ik vooral niet begrijp is dat de media die vraag niet stellen of heb ik wat gemist! De roep naar meer transparantie is meer dan ooit aan de orde. Er is geen geld om de koopkracht van de modale burger op te krikken. Is er dan al eens een positief gevolg van de slabakkende economie, namelijk dalende energieprijzen, dan is de regering er als de kippen bij om de helft van die daling in zijn zakken te stoppen. Het was ooit - nog niet zolang geleden - anders.

Op 23 februari 2008 schreef ik op mijn blog:

Ik ben niet kwaad, ik ben woest. Gisteren, halverwege het zevenuur journaal op één, vertelde nieuwsanker Martine Tanghe, met een zekere ironie in haar stem, dat de minister van Financiën Didier Reynders, naar aanleiding van het feit dat de prijs van één liter superbenzine de anderhalve euro had overschreden, besloten had de accijnzen te verlagen met 0,003 euro per liter.Om het aanschouwelijk voor te stellen voegde Martine Tanghe er aan toe dat je op een tankbeurt van 75 Euro vijftien eurocent bespaart.

Dezelfde vergelijking, bij een daling van de dieselprijs met 4 eurocent, zal de schatkist 1.30 euro per tankbeurt opbrengen, liefst acht keer meer.

Zou er iemand (misschien politicoloog Carl Devos) mij kunnen uitleggen waarom er zo veel belastingsgeld geïnvesteerd wordt in de redding van al die banken en verzekeringsinstellingen. Is het alleen om de zuurverdiende spaarcenten van de mensen te vrijwaren of spelen er ook andere motieven een rol.
Als het (gouden) kalf verdronken is wordt er nu wereldwijd om een nieuwe ethische bankcode geschreeuwd. Is het niet rijkelijk laat?

zondag 19 oktober 2008

MANNEN BLIJVEN GRAAG AAN MUREN KLEVEN - SYLVIA HUBERS



Mannen blijven graag aan muren kleven
en in bedden
op tafels
in de borden waaruit zij hebben gegeten
in muziek.

Je kunt het nog zo heftig zingen,
dat het voorbij is, voorbij, voorbij
dat het uit is, uit is, uit is
dat je nooit meer, nooit meer, nooit meer.

En daar zingen ze weer terug
vanuit alle hoeken van de kamer
vantussen de verschoonde lakens
ze kruipen over de tafel
en ze spugen in het bord waaruit je eet.

Ze doen dat vooral graag op je
lievelingsmuziek
op je lievelingsdans
in je lievelingseten

zaterdag 18 oktober 2008

SLECHTE BEGROTING, SLECHTE REGERING - CARL DEVOS



Tjongejonge. Wat een gedoe in het parlement, de voorbije week. Wie vanop het balkon toekeek, had moeite om meerderheid van oppositie te onderscheiden. De meerderheid lag met zichzelf overhoop.

Er was debat tussen MR en PS, tussen MR en CDH, tussen CD&V en Open VLD. Vooral de stampen onder de gordel geven de zuurtegraad in Leterme I aan. Open VLD vraagt de premier niet meer te liegen over de paarse begroting. Leterme antwoordt kurkdroog dat hij enkel naar officiële cijfers verwijst. Eat your heart out, Open VLD.

Die partij heeft niet veel om trots op te zijn. Ze heeft erger kunnen voorkomen, is te horen. Daarmee hebben ze nog steeds geen overtuigend antwoord kunnen geven op de vraag: wat doen die liberalen in Leterme I?

Illusies

CD&V maakte met deze begroting een slechte beurt. Het excuus dat er nu eenmaal een financiële en economische crisis is, vormt een verzachtende omstandigheid, geen excuus voor deze schijnbegroting. De mantra dat CD&V ondanks al die miserie opkomt voor de kleine spaarder en gepensioneerde, is nu al versleten.

Niet zozeer inhoudelijk is deze begroting voor CD&V vervelend, ze vormt ook de negatie van talrijke verkiezingsbeloftes. Met CD&V zou het anders, beter worden. Leterme was hét alternatief voor paars.

In de begroting is dat alvast niet te zien. Vandaar dat in het parlement vaak te horen was dat deze begroting erger was dan onder Verhofstadt. Die gaf immers aan welke trucjes hij gebruikte.

Deze begroting is gebaseerd op illusies. Nog voor ze ingediend wordt, is ze al achterhaald. De inkt is nog niet droog en Open VLD wil ze al herzien. Zo’n begroting is voor de partij een open wonde. Ze wil een herkansing om haar verlies goed te maken.

Hypocrisie

De oppositie slaagde er, ondanks al die duidelijke zwakheden, geen seconde in om deze regering in moeilijkheden te brengen. Meer nog, af en toe kreeg die oppositie enkele rake klappen terug. Alleen de tussenkomst van N-VA was voor CD&V pijnlijk.

De mokerslagen die Jan Jambon aan "Leterme Un" uitdeelde, lieten de partij met kneuzingen achter. Vorige week vervelde de echtscheiding van het kartel tot een vechtscheiding, voor het oog van de natie. Op het einde van de rit overheerst het beeld van een interessant, maar lelijk debat.

In de wandelgangen gaven regeringspartijen vernietigende commentaren op hun partners en de regering. Zelden is een begroting in een slechtere sfeer en met grotere onduidelijkheid dan deze voorgesteld. Op de persconferentie waarop dat moest gebeuren, heerste vaagheid, onervaren staatssecretarissen vergaten cruciale maatregelen – belastingsverhogingen – te vermelden. Het parlement voelde zich gerold en moest cijfers uit de kranten halen.

De begroting moest tijdig ingediend worden, zelfs al was ze daarvoor nog niet klaar, omdat dit vertrouwen zou wekken. Het omgekeerde is het geval. Dit is een slechte begroting van een slechte regering. Niet wegens de beleidskeuzes die ze maakt. Er staan ook heel wat goede maatregelen in. Maar omdat ze bewust en gewild gebaseerd is op hypocrisie. Op achterhaalde groeiverwachtingen. Ze rekent op geld van de deelstaten of energiereuzen, terwijl die herhalen niet te willen bijdragen.

Arrogant

Dit is geen voorzichtige begroting van een regering die geen geld zal uitgeven dat er niet is, zoals Leterme eerder beloofde. Dit is een arrogante begroting. Nog voor de stemming is er al een tekort van een miljard. Deze regering slaagt er ook nu weer niet in om tot "goed bestuur" te komen. Naast de begroting zat er niets anders in de beleidsverklaring dat enthousiasmeerde of wel vertrouwen gaf.

Dat is niet op de rekening van Leterme of andere kernspelers te schrijven. De reden is eenvoudig en oud: zolang de communautaire hypotheek niet gelicht is, werkt federaal niets naar behoren. Deze coalitie was kapot nog voor ze goed en wel begon. Onderling wantrouwen en zelfs wederzijdse aversie hebben elke degelijkheid uit deze regering gejaagd.

Alleen LDD lijkt daar garen bij te spinnen. Vlaams Belang en SP.A alvast niet. Die laatste partij zit vast in de modder. Wie vandaag in De Standaard het interview met Louis Tobback leest, ziet hoe groot de puinhoop is. Dat interview komt op een slecht moment, namelijk net als de partij op een congres zichzelf weer wat uit het slop wil trekken.

Ieder voor zich

Het interview van Tobback is naar SP.A-normen hard. Hij noemt geen namen, maar iedereen weet wat en wie hij bedoelt.

Niet zozeer de timing is lastig voor SP.A. Het grootste probleem is dat Tobback simpelweg nog gelijk heeft ook.

De partij mist profiel en samenhang. In de afdaling is het blijkbaar ieder voor zich. Moet de SP.A een grote open progressieve partij worden of eerder de socialistische roots opzoeken en een onversneden linkse koers opzoeken? De partij is er niet uit, dat begint te wegen.

Hoewel de actualiteit barst van de kansen en mogelijkheden, slaagt de SP.A er niet om te scoren en zichzelf te laten zien. Gennez staat te alleen en heeft nog niet gezag van de leider die op dit moment nodig is. Het kartel SP.A-Vl.Pro is versleten en besmeurd. Er moet iets gebeuren, dringend, maar niemand weet goed wat. De oppositierol heeft de partij nog niet in de vingers.

De regering heeft voorlopig genoeg oppositie in de eigen rangen. Waar moet dit heen?

Carl Devos (bron: vrt-redactie)


vrijdag 17 oktober 2008

YOU'RE GONNA LOOK GOOD IN BLUES - TONY JOE WHITE


There's a cold wind blowing
Downtown tonight
Oh, I'm all done
Walking around, I don't feel right

I'm so used to feeling warm
Having you hanging on my arm
I can't believe you just cut me loose
You're gonna look good in blues

They still got a cool band
In the little club where we used to go
But I don't feel the dance
Tonight I'm just too low

Oh, I gave it all I had
You say "Baby, well that's too bad"
But you'll have to pay the dues
And you're gonna look good in blues

Back in the real world
No dreams no plans
Keeping a low profile
Just getting by the best I can

But you can't kick a heart around
And leave it in pieces on the ground
Baby, it's gonna catch up with you
And you'll look good in blues
You're gonna look good in blues

donderdag 16 oktober 2008

KIESPIJN - JEAN-PAUL MULDERS



Laat ik het niet over het gat in de wereld hebben. Niet over gemis, dat gelaagd & vertakt & veelvoudig is. Niet over de zomer, die vooral uit afscheid nemen bestond - of dat nu abrupt verliep of tergend langzaam.

Laat ik het niet over hartzeer hebben, dat in je borst kan zeuren als kiespijn ter grootte van een vuist. Laat ik niet verklappen dat ik mij soms een reuzenschildpad voel die ondersteboven ligt, met alle vier de poten spartelend om weer overeind te komen en niet uit te drogen in de meedogenloze zon, die geen sikkepit inzit met het lot van gekapseisde schildpadden.

Laat ik het niet over het gevoel hebben een tros op hol geslagen ballonnen te zijn, wegdrijvend in de richting van Dover. De mensen zouden dat toch niet begrijpen en misschien met mij lachen, haha. De grapjassen.

Laat ik het liever over gemberthee hebben, en over lange milde stroken zon. Over het verlangen in de herfst te gaan wandelen met een middelgrote hond. Over de bladeren die ritselen onder mijn schoenen. Over de opwindende geur van vers aangestoken vuren. Over de champagne op zolder. Over het meisje dat met grote ogen naar mij kijkt en zegt je suis un peu soûle - zonder gegiechel en waardig. Met ingeboren adel.

Laat ik het over mijn nieuwe luxestamcafé hebben, dat De Hel wordt genoemd, zodat ik nu gemakkelijker naar de hel kan lopen dan ooit, en waar picon met Hommelbier wordt geserveerd en zelfs absint, door een donkere dienster met de gracieuze tred van een giraffe uit de savanne.

Laat ik het over loftuitingen hebben, die mij vaker te beurt vallen dan ik verdien. Een raar woord vind ik dat trouwens, loftuiting. Alsof er een 't' te veel in is geslopen. Alsof er zoveel lof wordt geuit dat je oren ervan gaan tuiten. Tenzij natuurlijk een loft wordt bedoeld die zich uit maar geef toe, ook dat is eigenaardig, lofts die zich uiten, en ik dwaal een beetje af. Mijn gedachten zijn helder maar nerveus als de Niagarawatervallen.

Rust moet ik vinden, in denken & daden, al is mij op dit moment nog niet helemaal duidelijk hoe.

Rust kun je vinden door waanzinnig veel te zwemmen. Of door yoga te bedrijven in het centrum van de onvolprezen Eric Gomes. Of door elke dag heel ver te gaan fietsen en wandelen. Of door de trein te nemen en kriskras door het land te sporen en eindelijk eens uit te stappen in Tongeren. Of door verse soep te maken. Of door rouw-advertenties in kranten te lezen en vast te stellen "he, die was jonger dan ik". Of door met zorg de planten te begieten en meststaafjes in potgrond te drukken. Of door een Lavendel Ontspanningsbad van Weleda te nemen. Of door op televisie naar de film Broken Flowers met Bill Murray te kijken en te denken : die is speciaal voor mij geprogrammeerd. Niemand kan zo goed als Bill Murray allenig op de bank voor zich uit zitten suffen, met een pokerface van de meest sarcastische soort. In Lost in Translation deed hij het ook.

Wat je nog kunt doen is boeken lezen, citroencake bakken met veel look of verdrinken in de armen van een Javaanse schone. Dat laatste is enigszins lastiger, vermits je de ingrediënten van Javaanse schonen niet hapklaar in de supermarkt kunt kopen. Bovendien lijken alle schonen mij op dit moment wat oninteressant, behalve die ene dan, die met de beste bedoelingen mijn zieltje over het asfalt kwam schrapen. Tot er rook uitkwam.

"Het is maar een meisje", zegt een goedmenende vriend tegen mij.

"Ja, maar wel een mooi en zeer sexy en zeer schrander meisje", weerleg ik nukkig.

"De wereld loopt vol sexy en schrandere meisjes."

Je merkt wel dat hij de wereld niet kent, of anders de waarheid geweld aandoet met de bedoeling mij te troosten, want persoonlijk kom ik zo'n meisje waarbij ik mij in mijn nopjes voel slechts eens om de vijf jaar of zo tegen. Loop ik haar mis, dan moet ik weer vijf nieuwjaarsnachten in een tochtig en donker bushok zitten wachten, vervuld van wijdlopig verlangen. Intussen loert de dood om de hoek.

Maar laat ik het daar niet over hebben. Niet over het gat in de wereld. Niet over gemis. Niet over kiespijn die zeurt in je borst. Niet over wegdrijvende ballonnen en reuzenschildpadden die spartelen in de meedogenloze zon.

woensdag 15 oktober 2008

dinsdag 14 oktober 2008

DE VAL VAN FORTIS



Fortis geeft aandelen uit tegen dumpprijzen
21/09/2007 18:00

Fortis wil met een aandelenuitgifte 13,4 miljard euro ophalen. Dat geld is nodig om het overnamebod op de grootste Nederlandse bank, ABN Amro, te financieren. De bankverzekeraar zal ruim 896 miljoen aandelen uitgeven aan slechts 15 euro per aandeel.

Fortis biedt samen met de banken Royal Bank of Scotland en Santander 71 miljard euro op ABN Amro. Fortis moet daarvan 24,7 miljard euro betalen, om delen van ABN Amro in te lijven. Het gaat om de Nederlandse activiteiten van ABN Amro, de zakenbankactiviteiten en het onderdeel vermogensbeheer.


Enkele weken raakte bekend dat Fortis 13 miljard euro verse kapitalen zou ophalen via een aandelenuitgifte. In april 2007, toen Fortis zijn overnameplannen bekendmaakte, koerste het aandeel nog ca. 35 euro. Aan deze theoretische prijs zou Fortis "slechts"371 miljoen nieuwe aandelen hebben moeten uitgeven. (Trends.be)

Fortisaandeel bijna 70 procent lager na hervatting
14/10/2008 14:00


Het aandeel van Fortis is om 11 uur na een schorsing van ruim een week weer geopend op de beurs. Het aandeel verloor meteen 64 procent en rond 14.15u noteerde Fortis zelfs 68 procent lager. Een aandeel van Fortis was op dat moment 1,74 euro waard. (1,93 euro bij opening). Wat later bedroeg het verlies zelfs 70 procent (waarde aandeel 1,50 euro). Bij de laatste notering op vrijdag 3 oktober sloot het aandeel nog op 5,42 euro.

De Bel 20 speelde de mooie winst van eerder op de ochtend kwijt sinds de terugkeer van Fortis. Ook op de Nederlandse beurs kreeg het aandeel van Fortis een zware klap. Het daalde er eveneens ongeveer 60 procent en is nu 2,05 euro waard. (De Morgen)

Ik ben maar een gewone sterveling, maar hoe is het mogelijk dat het aandeel van Fortis in een goed jaar met bijna 95 procent is gezakt? Het doet me denken aan Lernout & Hauspie. Is hier sprake van onoordeelkundig, onbekwaam, hoogmoedig management? Zullen de verantwoordelijken voor dit enorme verlies ooit terecht staan?

maandag 13 oktober 2008

ANTICHRISTA - AMELIE NOTHOMB - ROMAN

In de verrukkelijke roman Antichrista neemt Amélie Nothomb ons mee naar een van haar lievelingsthema's bij uitstek: de vriendschap tussen twee jongvolwassenen. Wat begint als een veelbelovende vriendschap tussen de timide enigszins kleurloze zestienjarige Blanche en de exuberante zelfbewuste Christa, verandert al gauw in een uitputtende strijd waarin Christa vastbesloten lijkt Blanche te vernederen en te domineren. Blanche wordt heen en weer geslingerd tussen gevoelens van haat en bewondering, teleurstelling en minachting. De intrigante Christa drijft zelfs een wig tussen Blanche en haar ouders. Op het dieptepunt van haar ellende besluit de anders zo verlegen Blanche te handelen en haar kwelgeest te overrompelen.

Als geen ander slaagt Amélie Nothomb erin om de verrukkingen en verschrikkingen van de adolescentie bloot te leggen. Haar dialogen zijn messcherp en in de beproevingen die Blanche, die zich zo graag bemind wil weten, ondergaat, zal menig jongere zich herkennen. Hoe onwaarschijnlijk de intriges van Amélie ook lijken en hoe verwonderend haar dialogen ook mogen zijn, als geen ander legt ze de fundamentele eenzaamheid van elke mens bloot.

Blanche is zestien jaar,enig kind, woont bij haar ouders en is juist gestart aan de universiteit van Brussel. Ze is jonger dan de meeste van haar studiegenoten, ze is altijd op haar eentje, heeft geen vrienden en heeft het gevoel nergens bij te horen.

Blanche verwoordt het als volgt:
Ik was zestien. Ik bezat niets, noch materieel noch spiritueel. Ik had geen vrienden, geen lief en had nog niets meegemaakt. Ik had geen besef van hoe het leven was en twijfelde of ik wel een ziel had. Mijn lichaam was mijn enige bezit.

J'avais seize ans. Je ne possédais rien, ni biens matériels ni confort spirituel. Je n'avais pas d'ami, pas d'amour, je n'avais rien vécu. Je n'avais pas d'idée, je n'étais pas sûre d'avoir une âme. Mon corps, c'était tout ce que j'avais.

(I was sixteen. I had nothing, neither material goods nor spiritual comfort. I had no friends, no lover, I hadn't experienced anything. I had no idea, and I wasn't sure I had a soul. My body, that's all I had.)

Blanche is een willoze speelbal in de meedogenloze handen van haar klasgenote Christa, een slinkse beul en intrigante die er zelfs in slaagt Blanches ouders van hun dochter te vervreemden. Blanche rest slechts de peilloze eenzaamheid, het hardnekkige gevoel onzichtbaar te zijn. 'Christa had gezegd dat mijn kamer nergens naar leek. Dat was waar: daarom voelde ik me er ook zo goed thuis.' Even lijkt Blanche zich op te trekken aan een fundamentalistisch pleidooi voor excentriciteit: 'Zelf was ik nooit geïntegreerd geweest in wat dan ook. Voor mensen die dat wel waren, koesterde ik een mengeling van minachting en afgunst.' Maar uiteindelijk dreigt ze te bezwijken onder de pijn en het verdriet, door Nothomb met opvallend veel gevoel beschreven. (bv - HUMO)

Het boek(je) telt 127 pagina's, leest als een trein en houdt je in de ban. Ideaal voor een zondagnamiddag.

zondag 12 oktober 2008

VEEL IS HET NIET - JEROEN VAN MERWIJK



Je wordt geboren, je staat op
Leert lopen, groeit als kool
Je propt je vol met zoute drop
Dan vijftien jaar naar school
Veel is het niet

Dan naar de universiteit
Daarna een dikke baan
Je krijgt een vrouw, die raak je kwijt
Ze bieden je iets dikkers aan
Veel is het niet

Je komt steeds hogerop
Ze weten wie je bent
Je krijgt een dikke kop
Dan word je impotent
Veel is het niet

Dan word je ziek met een dieet
Je krijgt een afscheidsfeest
Dan ga je dood
En iedereen vergeet dat jij er bent geweest
Veel is het niet


Uit: 'Wat zijn de vrouwen groot', 1999.

zaterdag 11 oktober 2008

PRIVATE INVESTIGATIONS - DIRE STRAITS




This is the best version I ever heard
Tour 1993 On the Night

donderdag 9 oktober 2008

NAAR TIMBOEKTOE - JEAN-PAUL MULDERS



Het is een vreemde gewaarwording terug in de Grote Boze Stad te vertoeven. De geluiden van tochtige koeien en vogels van divers pluimage zijn vervangen door koud stadslaweit, zoals dat van de motorrijder die zijn Harley klokvast om vijf minuten voor middernacht in de garagebox parkeert en dan een sigaret opsteekt, voor hij wijdbeens wegwaggelt om in een anoniem appartementsgebouw te verdwijnen. Ook bijzonder is het geruzie van een koppel in een Slavische taal, dat doorheen de muren soms vaag valt te horen, en de daaropvolgende Wiedergutmachungsseks. Die klinkt zoals seks in het Nederlands zou klinken maar dan iets scherper, nijdiger, alsof de wind van een besneeuwde steppe eroverheen gewaaid is.

Nog steeds krijg ik ideeën voor wereldwijde commerciële voltreffers, waarvan er tot dusver helaas niet één levensvatbaar is gebleken. Wat bijvoorbeeld te denken van een cd vol geluiden van vrijende mensen, in alle talen & timbres & temperamenten, van Finnen en Russen tot Cubanen en Chinezen ? De verzamelde liefdeswoordjes van de wereld, talk dirty to me in 101 talen. Ik zou dat wel eens willen horen, maar niet te lang, want bij een overdosis zou er ongetwijfeld iets afstotelijks van uitgaan. Maar begeleid door de passende beats, pounding technomusic, moet zoiets toch een hit worden en airplay krijgen van hier tot in Tokio ?

Voor het eerst in mijn leven zou ik in een grotere stad willen wonen. Tot dusver vond ik het altijd aanstellerig als mensen zegden dat Gent een dorp was, een parochie waar iedereen iedereen kent. Nu begin ik dat gevoel van provincialisme aan den lijve te ervaren, alsook de sociale controle. Ik zou in de anonimiteit van de grootstad willen verdwijnen, waar alles een beetje groezelig is en niets nog verbazing kan wekken.

Hier wekt nog vanalles verbazing, in deze straat die mij aan Abbey Road doet denken, zoals vereeuwigd op de beroemde platenhoes van The Beatles, met die bomen en de loomte en de geheimzinnige Volkswagen Kever. Er is een petanqueclub en een parochiaal centrum, met lambriseringen in een kleur om zelfmoord te plegen. Daar komt de derde leeftijd dansen, onder een opzichtig kruis waaraan Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum is vastgenageld. Met spijkers van de Gamma, hèhèh.

Zo'n tien jaar geleden heb ik hier al eens gewoond, zodat het soms lijkt alsof ik kakelvers uit een teletijdmachine kom gestapt. Bijvoorbeeld als ik de slager en zijn vrouwtje zie, toen enthousiaste starters maar nu gezette burgers van middelbare leeftijd, zij uitdijend, hij grijzend, met de voorspelbaarheid waarop mensen op het verstrijken van de tijd reageren. Zoals steeds, het zal wel karmisch zijn, heeft de vleesminnende klant voor mij zich tot doel gesteld de winkel leeg te kopen. Hij schept er zichtbaar genoegen in om, als aan zijn bestelling eindelijk een einde lijkt te komen, nog vlug een biefstukje toe te voegen - "fijn gesneden", zodat de slagersvrouw weer naar achteren moet. Soms vraag ik me af of deze kolossale hoeveelheden voedsel ooit écht worden opgegeten.

Nog in de beenhouwerij staat een chagrijnig kijkende, dikke man van diep in de vijftig. Op zijn sweater prijkt de afbeelding van een buldog met een hoedje en een toeter. Just call me a party animal, staat daarbij te lezen. In deze omgeving, in het aanschijn van kalkoenworst en kippenwit, met zicht op het gezwel in de hals van het oude heertje dat op een stoel bij het raam zit te wachten, krijgt dat zinnetje iets onzegbaar mistroostigs.

Verderop is gelukkig het station vol jonge, frisse, beweeglijke mensen. Vandaaruit kan ik naar Zaventem, van Zaventem naar Timboektoe of naar om het even welke andere plek, hoewel Timboektoe altijd wel de vleesgeworden exotiek zal blijven. Bagage : 1 tandenborstel en1 kop vol onvervreemdbare gedachten, die niettemin versnipperd kunnen worden tot kleurige confetti, in de blauwe lucht verstrooid om neer te dwarrelen over anonieme mensen - en misschien ook wel over dat ene meisje. Het meisje dat bang is voor insecten en liften en dat, tot overmaat van mijn vertedering, een beetje stottert als het kwaad is.



woensdag 8 oktober 2008

dinsdag 7 oktober 2008

GEKKEN & HALVEGAREN - DEEL 1



Er lopen heel wat 'gekken' en 'halvegaren' rond op deze aardkloot. Je kan ze overal tegenkomen, in het verkeer, in de supermarkt, op openbare plaatsen, zelfs in je eigen buurt. Ik weet niet of het een fenomeen van deze tijd is of dat het vroeger ook al bestond: mensen die licht geraakt zijn, licht ontvlambaar, 'short fuse', een kort lontje dat bij de minste vonk een explosie veroorzaakt waarvan de gevolgen buiten alle proportie zijn. Dit is een eerste categorie van gevaarlijke individuen. Een tweede groep zijn de mensen die door hun onverantwoord (rij)gedrag het leven van anderen in gevaar brengen.

Bijna iedere dag word ik geconfronteerd met roekeloos rijgedrag: overdreven snelheid, onverantwoorde inhaalmanoeuvres, bumperrijden, parkeren op het fietspad etc... Ik hou mijn hart vast, maar ik vermoed dat het aantal slachtoffers van verkeersagressie en onverantwoord rijgedrag in de toekomst nog gaat toenemen. Immers, het voertuig waarover zo'n snelheidsmaniak de controle verliest verandert in een moordend projectiel.
Ik probeer me zo weinig mogelijk te ergeren en te anticiperen op wat zal komen. Maar hoe anticipeer je op een gek die, in een bocht op een tweebaansweg, met een rotvaart op je afkomt?

De oplossing om die wegpiraten tot bezinning te laten komen moet ik helaas schuldig blijven. Daar ik denk dat het veel te maken heeft met machogedrag, het zichzelf overschatten, doe ik toch een poging.
Leg, op een veilige plaats, een circuit aan met een hoge moeilijkheidsgraad. Voorzie het circuit van betonnen palen die (liefst) ontweken moeten worden, giet op onvoorziene momenten olie op het wegdek en laat de snelheid vrij, kwestie van de echte piloten eruit te halen. Laat maximum één rijder toe op het circuit en laat de competitie spelen. De winnaar krijgt een gratis 'enkele' reis naar een ruimtestation naar keuze. Vraag, het is maar een voorstel, € 100.00 per poging en schenk de opbrengst van het hele gebeuren aan verkeersslachtoffers. Wijs er tevens de deelnemers op, dat bij een eventueel ongeval, de medische kosten niet door de mutualiteit gedekt worden.


In Nederland bestaat de mogelijkheid om waaghalzerij van bestuurders door te geven aan een meldpunt van de politie onder het motto: Haal de wegpiraat van de straat.

WAT DOET DE POLITIE?

Na een melding van wegpiraterij, neemt de politie opnieuw contact op met de melder. Ze trekken na of de melding wel echt is en verzamelen aanvullende informatie. Daarna bellen ze de wegpiraat, die ze aan de hand van het kenteken kunnen vinden. Ze confronteren hem of haar met de melding en geven aan hoe ernstig de gevolgen van zijn/haar roekeloze rijgedrag kunnen zijn.
Bij andere politiekorpsen is gebleken dat de meeste wegpiraten hun rijgedrag na zo’n telefoontje aanpassen. Mocht dit niet zo zijn, dan neemt de politie hardere maatregelen.
Echte verkeershufters kunnen rekenen op een prent, een bezoekje van de politie of zelfs intrekking van hun rijbewijs.

Het is een uitstekend initiatief. Ik twijfel of ze de echte 'die-hards' op die manier op andere gedachten kunnen brengen.

maandag 6 oktober 2008

IRON MAN **** - ACTIE

De stripheld Iron Man is voor het grote publiek een van de minder bekende striphelden uit de stal van Marvel Comics, hoewel hij een van hun populairste karakters is. Hij is in ieder geval niet zo algemeen bekend als bijvoorbeeld Spider-Man of X-men.

Tony Stark (Robert Downey Jr.), een steenrijke ondernemer en uitvinder, wordt ontvoerd in Afghanistan waar hij gedwongen wordt om een massavernietigingswapen te bouwen. In plaats daarvan bouwt hij een hypermodern harnas om aan zijn gevangenschap te ontsnappen. Na terugkomst in de VS ontdekt Tony een complot dat ernstige gevolgen kan hebben voor de wereldbevolking. Hij besluit om met het speciale Iron Man harnas de wereld te gaan redden.

Iron Man is een spektakelfilm met veel mooie visuele beelden van actie en techniek. Het wordt nog leuker gemaakt doordat er achter Iron Man een markant persoon schuilt, waardoor de film persoonlijk en menselijk wordt. Dit maakt het allemaal weer iets realistischer, voor zover dat mogelijk is als je daarna een man van ijzer door de lucht ziet vliegen. Afijn, Iron Man brengt ijzersterk vermaak in de bios, hij spettert met z'n roodgouden ijzeren pak van het doek af.
(Lycos)

Ik ben op mijn hoede als het verfilmingen betreft van striphelden. Maar de kritieken die ik las waren bijna unaniem lovend zodat ik mijn scepsis aan de kant schoof. Bij deze actiefilm volledig terecht. Schitterend acteerwerk, spectaculaire 'special effects' en boeiend van begin tot einde.

Hoofdrolspeler Robert Downey Jr., nog niet zo heel lang geleden hét enfant terrible van Hollywood, steelt op indrukwekkende wijze de show. Een aantal jaren geleden zou hij voor dit soort cinema zijn neus hebben opgehaald, vandaag zet hij als de licht arrogante grapjas Tony Stark zijn beste rol in jaren neer. En nu we het toch over sterke rollen hebben: let ook op Jeff Bridges, die de zakenpartner ( Obadiah Stane) van Tony Stark vertolkt, de verpersoonlijking van het kwaad. Het oude verhaal van nietsontziende hebzucht.


zondag 5 oktober 2008

ENGELENGEDULD - JEROEN SWAAN



soms
doet luisteren
meer pijn
dan ik wil dragen
zijn mijn antwoorden
korter
dan jouw vragen
mijn wensen
groter
dan wat werkelijk kan
is liefde
meer
dan houden van

soms
doet praten
minder pijn
dan ik had verwacht
zijn jouw antwoorden
positiever
dan ik dacht
jouw wens
niet dat
wat je mist
is liefde
groter
dan je wist

soms
doet zwijgen
meer pijn
dan alles bij elkaar
zijn antwoorden
snel
maar nog lang niet klaar
blijken wensen
onverwachts
te worden vervuld
is liefde
een zaak van
engelengeduld

vrijdag 3 oktober 2008

SEASICK STEVE - BLUESMAN



Seasick Steve ziet er niet alleen opmerkelijk uit, ook het verhaal van deze zonderlinge bluesman is er een dat erom smeekt verfilmd te worden. Na veertig jaar in de obscuriteit belooft deze derde cd hem bij een breed publiek te introduceren.

Steve Wold - want zo heet hij eigenlijk - was al jaren een cultfiguur toen Jools Holland hem twee jaar geleden uitnodigde op de nieuwjaarsspecial van Later... en hij na jaren aanmodderen in de marge haast van de ene dag op de andere een ster werd. Geen enkele platenfirma die dat had kunnen verzinnen: een oude, baardige bluesman die zichzelf begeleidde op een gebricoleerde gitaar met drie snaren, en daar een rauw, brutaal geluid mee voortbracht dat de andere gasten - onder hen Paul Weller - perplex deed staan.

Sindsdien is het "Genie uit Mississippi" - zoals Holland hem toen afkondigde - aan een forse klim begonnen, en I Started out with Nothing and I Still Got Most of It Left is zijn eerste plaat voor een grote firma. In tegenstelling tot wat dat doorgaans impliceert is zijn brute, wat viscerale geluid daar niet gepolijster door geworden.

De songs vertellen nog steeds over zijn vorig leven als ongetemde vagebond, roemen wijn die bij gebrek aan een glas rechtstreeks uit de fles wordt gedronken, en beschrijven een bestaan waarin - met een slaapmatje in de rugzak - van hot naar her wordt getrokken. Aan inspiratie geen gebrek, alvast. Als kind van vier zag Steve zijn ouders uit elkaar gaan, een paar jaar later ging hij op de vlucht omdat hij door zijn stiefvader mishandeld werd, en nadien volgde een leven vol honger, aanvaringen met de wet, gevangenisstraffen en muziek.

De voorbije vijfentwintig jaar is hij naar eigen zeggen zevenenvijftig keer verhuisd, maar sinds zijn hartaanval is hij wat honkvaster geworden, al blijkt hij zopas toch alweer van Noorwegen naar Groot-Brittannië verhuisd. De nieuwe songs werden bijgevolg in heel andere - lees: comfortabelere - omstandigheden opgenomen, maar afgezien van het goed volk op de guestlist - zowel Nick Cave als KT Tunstall komen langs - schetsen de nummers nog steeds een beeld van een mythisch Amerika. In 'Prospect Lane' bootst hij het stuwende ritme van een stoomlocomotief na die door het uitgestrekte Wild West sjokt, en in 'Thunderbird' gaat de reis naar de Liquor Shack want 'if you gonna sing a song about drinking wine, you gotta drink some wine'.

Een man die zijn pappenheimers kent, quoi. In de titelsong, waar hij twee gospelzangeressen om zich heen schaart, giert de gitaar slidegewijs als een sirene, en op het akoestische 'Fly By Night' dient Steve zich aan als de ontbrekende schakel tussen John Lee Hooker en Keb' Mo'. Elders - in 'St. Louis Slim', bijvoorbeeld - wordt de toon iets funkier, en in het broeierige 'Just Like a King' - waar Cave de hilarische zin "I'm a prizefighter, baby, when I step inside your ring" uit zijn mouw schudt - wordt de toon zelfs iets lichtvoetiger.

Het valt af te wachten of zijn nieuwe, iets minder tot de verbeelding sprekende leven in Groot-Brittannië Seasick Steve aan scherpte zal doen verliezen. Het is een kwestie die de zanger zelf overigens aankaart in 'My Youth', het donkere, wat aan Ry Cooder verwante slotnummer op deze plaat. "I got my memories, and that's something no man can steal", besluit hij. En inderdaad: Seasick Steve heeft naast elf uitstekende songs datgene waarmee hij het verschil maakt op het gros van zijn collega's: authenticiteit. Iets wat geen enkele platenfirma - groot of klein - je aan de hand kan doen. (Warner) (Bart Steenhaut) (****)
Met dank aan Ivo

donderdag 2 oktober 2008

UGLY BUSINESS - JEAN-PAUL MULDERS


Zo'n parkeerboete achter een ruitenwisser, al dan niet verregend, dat is nu iets waar ik treurig van word. Ergens op dat biljet staat dan de naam van de m/v die je heeft geklist, Piet Deschampeleire in mijn geval. Zo'n in gezagsvol hesje gehesen type dat de godganse dag straten afloopt om door voorruiten van auto's te spieden, op zoek naar automobilisten die zo snood zijn geweest geen parkeerticket te kopen. Het lijkt me een van de meest afstompende baantjes die een mens kan hebben. Veel frisse lucht, dat wel, en voldoende strekking van de benen. Maar in je dromen zie je, in plaats van herfstige bladeren, bontgekleurde parkeerbonnen van de bomen waaien.

Nu ben ik niet iemand die aan zijn verplichtingen als goede burger tracht te ontsnappen. Mij zal je niet inderhaast op een zebrapad zien parkeren. Liever rijd ik, tot ergernis van minder wetvrezende vriendinnen, vier keer het blokje rond op zoek naar een legaal plekje. Ik ben een modelchauffeur, op het saaie af. De boetes die ik in de loop der jaren heb verzameld, zijn dan ook op één hand te tellen. Het zal wel niet sexy zijn, maar ik ben zelfs nog nooit geflitst voor overdreven snelheid. Wat het verkeer betreft, ben ik een gezagsgetrouwe en voorzichtige vent.

Waarom heb ik dan zo'n afkeer van parkeerbiljetten ? Ik voel mij zelfs ronduit vernederd als ik in de gutsende regen weer eens op zoek moet naar zo'n armloze bandiet die briefjes uitspuwt om op je dashboard te leggen. Dat gedoe met kleutergeld, met protonkaarten. Terwijl ik niet inzie waarom ik moet betalen om mijn voertuig langs de openbare weg te mogen stallen.

Het is de afgelopen jaren trouwens altijd maar erger geworden. Was de pakkans vroeger relatief klein, dan heb je het nu praktisch met zekerheid aan je been als je je auto ergens achterlaat zonder ticket. Er zijn geen politieagenten meer nodig om dergelijke 'vergrijpen' vast te stellen. Daartoe zijn allang jan-met-de-petten ingehuurd, die voor commerciële bedrijven werken. In sommige buurten, bijvoorbeeld aan de Gentse Decascoop, moet je de parkeerautomaat zelfs al voeden tot 1 uur in de nacht. Een goedgeoliede machine die geen ander doel heeft dan de brave burger uit te schudden.

"In Leuven is het ook zo erg geworden", zegt een collega mij. "Je kunt daar geen drie minuten je auto meer achterlaten of je hebt het al zitten." "Zelfs in een kleine gemeente als Bornem is het van dat", voegt iemand anders toe. "Ze hebben maar één winkelstraat en tot in de zijstraten daarvan staan overal meters."

Pesterij van overheidswege, zo kun je dit noemen - daarover zijn mannen en vrouwen uit alle delen van Vlaanderen het roerend eens. De wildgroei aan parkeermeters en -boetes mag dan op het eerste gezicht banaal lijken, hij draagt meer bij tot de verzuring dan je zou denken. Parkeerboetes zijn ugly business geworden, een bedrijfstak die qua omzet de banksector naar de kroon kan steken. Het zou interessant zijn mocht een krant eens becijferen, of mocht iemand de parlementaire vraag stellen, wat het totale parkeermeterpark in België per dag/uur/minuut aan euro's oplevert. Euro's die mensen ophoesten, simpelweg om hun wagen niet op hun rug te moeten meeslepen. Mochten die parkeerwachters dan ook nog de voorruit schoonmaken, ik zou ermee kunnen leven. Of mocht de overheid de opbrengst van al die parkeerbiljetten aan Greenpeace of het WWF doneren. Maar zoals het nu is, is het gelegaliseerde diefstal. Plat geldgewin.

Dat we het zover hebben laten komen. Als ik aan die wildgroei aan parkeermeters denk, dan komt de rebel in mij weer even tot leven. Ik zou zelfs voor burgerlijke ongehoorzaamheid durven pleiten. Het zou interessant zijn te zien wat er gebeurt mocht opeens niemand meer zo'n dwaas papiertje achter zijn voorruit leggen.

Een vriend, iets sluwer van aard dan ikzelf, adviseerde mij de parkeerboete van iemand anders te roven en die onder mijn eigen ruitenwisser te klemmen. "Zo laten de minder snuggere parkeerwachters je alvast met rust." Ik weet niet of het werkt, want ik heb ook al ruitenwissers gezien waar twee of zelfs drie van die vrolijke briefjes achter staken. Dat is pas tristesse in het kwadraat - vooral als het dan ook nog eens motregent en je zopas in de smeuïge drol van een middelgrote hond hebt getrapt.

woensdag 1 oktober 2008