NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

vrijdag 31 december 2010

donderdag 30 december 2010

STRIJKIJZER MET KOGELGAATJE - JEAN-PAUL MULDERS


Mijn vriendin het Weergaloze Meisje is een weekend naar andere oorden en wat een man alleen dan uitvoert, dat wilt u niet weten. Praten met de telescoop bijvoorbeeld, die op een veel te zware driepikkel in de living staat opgesteld en tegenwringt als ik hem een meter verderop wil slepen. "Gaan we lastig doen of wat is 't kameraad ?" hoor ik mijzelf in plat Vlaams dreigen om vervolgens - did he fire six shots or only five ? - naar Dirty Harry te kijken en naar een sensatiezuchtige documentaire die wil bewijzen dat vadertje Stalin probeerde mannetjesapen en Russische vrouwen te kruisen om een soort supersoldaat te kweken, wat gelukkig voor de wereld is mislukt.

Ik besluit de televisie uit te zetten en mij te wijden aan creatievere activiteiten, zoals de zoektocht naar het perfecte brood, waar onder meer zuurdesem aan te pas komt of gist, pompoenpitten en maanzaden, verse tijm (enkel de blaadjes) en rozemarijn. Sommigen zullen allicht opwerpen : "Brood bakken, wat voor vent houdt zich daarmee bezig ? Hij zou beter naar de Buffalo's gaan kijken en een Bicky Burger eten." Maar het is sterker dan mijzelf, ik kneed en strooi kwistig zaden uit om die te verwerken tot stevig en waarachtig brood, niet van dat flutjesbaksel dat je aan een koordje om je pols moet binden of het stijgt op en drijft af naar overluchtse oorden.

Terwijl het deeg staat te rijzen, bestudeer ik aandachtig de wandvullende zwart-witfoto van New York die ik enkele jaren geleden bij Ikea gekocht heb in een moment van zwakte. Ik besefte nog niet dat ik daarmee krek dezelfde wandversiering in huis haalde als honderdduizend andere mensen, van Malmö tot Bahrein en verder, die ook voor die poster zijn gevallen en er nu dagelijks op kijken. Geen erg vrolijke gedachte, want als er iets is waar ik niet goed tegen kan, dan zijn het kudden en zwermen, sprinkhanenplagen en pinguïnkolonies en, bovenal misschien, te veel mensen die op hetzelfde ogenblik hetzelfde doen. Daar word ik mottig van, of die mensen nu chakra's openzetten, wulken eten of headbangen met het hoofd in de richting van Mekka.

Het blijft een prachtfoto niettemin, afgedrukt op canvas en gespannen op een kader van enkele vierkante meters groot. De fotograaf heeft gefocust op de Flatiron, het beroemde strijkijzervormige gebouw op de hoek van Broadway waarvan men ooit bang was dat het zou instorten door de luchtwervelingen die het met zijn scherpe constructie veroorzaakte. Uiteindelijk viel dat nogal mee en werden alleen de rokken van passerende vrouwen naar omhoog geblazen, zodat de plaats berucht werd om haar toevloed van glurende mannen. In zediger tijden werd er daarom, naar verluidt, extra politie ingezet.

Nu pas zie ik dat er, helemaal in de linkerbovenhoek van de foto, een mooi rond gaatje zit omkringd door barsten en scheurtjes. Van een opspringend steentje kan het niet komen, aan de omringende torengebouwen te zien bevinden we ons op meer dan honderd meter hoogte. Het gat kan haast alleen maar veroorzaakt zijn door een verdwaalde kogel. Beneden afgevuurd wellicht, in een van die morsige straten, waarna de inslag van het projectiel gereproduceerd werd op ontelbare exemplaren die nu wereldwijd in appartementjes en studentenhuizen hangen. Het beroemdste anonieme kogelgat ter wereld, misschien wel veroorzaakt door dat ene schot dat John Lennon heeft gemist - al zie ik dat ongetwijfeld weer veel te romantisch.

Van het nepuitzicht beweeg ik mij naar het echte uitzicht daartegenover, mijn kneuteriger stad waarin zonneschijn na regen komt en vieze smurrie als het dooit. In de verte bewegen de lichtjes van het grootste reuzenrad met open gondels ter wereld. Ik zie de vertrouwde skyline van middeleeuwse torens en jammer genoeg veel dichterbij : de grijze daken uit de verhalen van duizend-en-één garages. Als ze van die stenen woestijn nu eens een lusttuin zouden maken, of een park vol fabeldieren en fonteinen die klateren. Het zal niet voor morgen zijn, vrees ik, gezien de neiging van het lelijke om het schone te verdrijven. Groter nog is de kans dat er onverwacht een ruimtetuig aan mijn raam zal verschijnen, van waaruit ruimtemannen mij vriendelijk toezwaaien en mij een half pond verse vijgen aanreiken.

Ik mis de lach van het Weergaloze Meisje. Het is tijd dat zij weer thuiskomt, met de bolle kant van een lepel behendig de pitten uit een granaatappel klopt en dan, in het halfduister, stoutmoedige plannen tegen mij fluistert.

jp.mulders@skynet.be

dinsdag 28 december 2010

DE KOLDERBRIGADE - CARL DEVOS


Op de achtergrond passeert er nog wel wat volk bij Vande Lanotte, maar zonder die gesprekken als compleet overbodig af te doen, is duidelijk dat die er vooral toe dienen om de bevolking niet te moeten zeggen dat de Wetstraat even vakantie neemt. Officieel gaat de formatie deze week aan een ijzeltempo verder, maar alleen omdat de regeringsmakers het politiek niet verkocht krijgen de waarheid te zeggen: het is nu even genoeg geweest. Op 3 januari wordt de nota-Vande Lanotte, waaraan hij nog steeds sleutelt, aan de voorzitters overhandigd, op 5 januari moeten zij laten weten of ze ‘bereid zijn om op basis van deze tekst verder te onderhandelen’. Een formule die ondertussen al aardig versleten is.

Dit was 2010

En dus kunnen we nu reeds zeggen: dit was 2010. Politiek gezien zonder twijfel: een ‘annus horribilis’. Niet zozeer omdat we het nationaal record formatie braken, niet zozeer omdat we straks ook het Europees record halen, en wie weet zelfs een nieuw wereldrecord vestigen. Jaaroverzichten en gehuppel met records zijn even cliché voor een eindejaarsperiode als zot nieuws in de zomerse komkommertijd. Ze klinken veelzeggend maar vertellen weinig over de werkelijkheid die ze in een historisch feit opsluiten.

Ziek, doodziek

Dat records sneuvelen wijst erop dat het Belgisch politiek systeem ziek, doodziek is. En dat ligt niet eens aan de protagonisten. Zij moeten functioneren in een zeer volatiele kiesmarkt, waar een akkoord of het gebrek daaraan, grote stemmenverschuivingen kan opleveren. De kiezers zijn hun partij niet of veel minder trouw, partijvoorzitters kunnen zoals dertig jaar geleden geen deal accepteren, wetende dat ze daarmee hoogstens drie procentpunt zullen verliezen. En wie nu drie procentpunt verliest, maar het kan veel meer zijn, kan in de rangschikking van dit versnipperd partijlandschap verschillende plaatsen in de ranking zakken, wat meteen ook de eigen carrière alvast tijdelijk afblokt.

Door de ‘24/7’ nieuwseconomie worden alle uitspraken uitvergroot en alle gebeurtenissen over- en overontleed. De vrij jonge voorzitters van de partijen die nu de moeilijkste staatshervorming uit de recente geschiedenis moeten sluiten zijn relatief onervaren en hebben maar beperkte federale netwerken. Ze zijn opgegroeid en gesocialiseerd in een land waarin je de top in je eigen taalgroep kon bereiken zonder ooit een voet in de andere te zetten. De verwijdering der geesten is sterk en invloedrijk. Het ‘smeergeld’ waarmee vroeger communautaire akkoorden werden geregeld, is op. De kwesties die op tafel liggen zijn zeer symbolisch, uiterst cruciaal en delicaat of technisch bijzonder ingewikkeld. Het gaat bovendien om centen en de herverdeling ervan in de komende twintig jaar. Door voorbije hervormingen is ons staatsbestel dichtgeslibd met overcomplexe besluitvorming en beheersmechanismen. Voor het eerst is een Vlaams-nationalistische partij de grootste van het land, dat wakkert in het Noorden de verwachtingen en in het Zuiden de angst aan.

Zelfs al wil elke individuele onderhandelaar, en daar is uw dienaar nog steeds van overtuigd, gaarne en graag een akkoord sluiten, stelt ieder zich vanuit de eigen invalshoek, vanuit het eigen referentiekader, constructief op, verkiest iedereen een akkoord boven verkiezingen of een noodregering, dan nog lukt het niet omdat de omstandigheden en de structurele kenmerken van dit land dat zo moeilijk maken. En toch zal het ooit moeten gebeuren.

Weinig bestuurd

2010 is ook het jaar waarin we maar weinig bestuurd werden. Na zes moeilijke maanden regeren diende Leterme II op 26 april 2010 haar ontslag in nadat enkele dagen voordien Open VLD de ultieme BHV-onderhandeling had verlaten. ‘Alea jacta est’ twitterde Vincent Van Quickenborne. Daarmee werd de boulevard geopend voor de zegerit van dé latinist van de Wetstraat: Bart De Wever. In die uren na het fatale nekschot, in april, werd geschreeuwd en dat een akkoord niet meer veraf was. Dat het een kwestie van dagen was. Dat alle stukken op tafel lagen, die enkel nog in elkaar gepast moesten worden. Dat het een kwestie van verantwoordelijkheid en vertrouwen was. En zie, dat is net wat ook vandaag te horen valt, acht maanden later. Al acht maanden is dezelfde mantra te horen, tot vervelens toe. Woorden, maar geen daden.

In 2010 hadden we slechts gedurende een kleine vier maanden een federale regering met volle bevoegdheden. En dus ook een volksvertegenwoordiging die vooral met de vingers zit te draaien. Jazeker, in theorie is daar vanalles mogelijk, in de praktijk daarentegen niet.

Nog een geluk, klinkt het niet onterecht, dat we in een federale staat nog zoveel andere regeringen hebben. De Vlaamse regering was er het hele jaar met volle bevoegdheden. En toch. En toch heeft Peeters II met de handrem op gereden. In niets, of toch heel weinig, lijkt ze op Peeters I. De Vlaamse regering heeft sinds ze in de zomer van vorig jaar het leven zag, nooit veel enthousiasme opgewekt. Zelfs niet bij de partijen die de meerderheid leveren. Het is niet duidelijk wat het ‘project’ van Peeters II is. Niet dat regeringen dat per se moeten hebben, want het is doorgaans toch maar marketing, maar een enthousiasmerende ambitie helpt vaak om het beleid en de teamgeest te versterken.

Een besparingsregering

Eind maart nam Peeters II haar befaamde dubbelbesluit, waarmee ze tijdelijk de Vlaamse tegenvoeter van BHV – de BAM – ontmijnde. Zes maanden later, op 22 september, werd de Oosterweelknoop dan eindelijk doorgehakt. Maar dat werd geen compromis waar iemand warm van werd. Integendeel, het leek alsof iedereen verloor en vooral het gezicht probeerde te redden.

Bovendien moest de Vlaamse regering voor het eerst sinds lang (relatief) fors besparen. Peeters II koos ervoor om de inspanningen vroeg in de legislatuur te plannen, zodat er nadien meer budgettaire ruimte ontstaat. Maar dat vooruitzicht wordt doorkruist door de federale formatie, waar in de schaduw van een nieuwe financieringswet ook de regionalisering van de Belgische schuldafbouw op de achtergrond hangt. De federale formatie concentreert zich doorgaans op herverdeling van de inkomsten, maar het debat over de herverdeling van de schulden is onvermijdelijk. De kans bestaat dus dat de Vlaamse budgetruimte ook de komende jaren nogal kortademig zal zijn. De kaasschaafmethode waarmee de Vlaamse regering, op enkele uitzonderingen na, overal evenveel bespaart, geeft aan dat partijpolitieke evenwichten belangrijker lijken dan de situatie op het terrein. Ook in haar besparingsbeleid toont Peeters II geen grote visie. Toen dat beleid na het einde van het begrotingsdebat in het Vlaams Parlement gestemd moest worden was de meerderheid zelfs niet voltallig. De Minister-President was zoals bekend al lang naar het buitenland vertrokken. Hoe kan het Vlaams Parlement nu verwachten dat kiezers die volksvertegenwoordiging respecteren en ernstig nemen?

Spanning N-VA-SP.A

Die federale formatie heeft nog op een andere manier het werk van Peeters II bemoeilijkt. Op de verkiezingsavond van 13 juni 2010 noemde Caroline Gennez tijdens het voorzittersdebat in de VRT-studio’s Bart De Wever nog haar ‘vriend’. Maar sindsdien groeiden de spanningen tussen beide partijen, tot op het niveau van wederzijds wantrouwen en snijdende verwijten. De wederzijdse kritiek in de federale formatie sloeg ook over naar het Vlaams niveau.

De huidige regeringsploeg Peeters II kan ook niet meteen als de sterkste in jaren omschreven worden. Zo wegen bijvoorbeeld de drie SP.A-excellenties ongeveer de helft van Frank Vandenbroucke. Enzovoort.

Geen geld, geen sterke equipe, geen grootse of visionaire ambities, geen sterke samenhang. De Vlaamse regering viel in 2010 tegen.

2010 is het jaar waarin de Vlamingen weinig bestuurd werden. Niet door de federale, weinig door de Vlaamse regering. De Wetstraat leek in 2010 op een kolderbrigade. (bron: deredactie.be)

Carl Devos

(Carl Devos is politoloog aan de Gentse universiteit.)


woensdag 22 december 2010

dinsdag 21 december 2010

STRANGE WEATHER - MARIANNE FAITHFULL



De legendarische Marianne Faithfull, nu nog meer dan ooit geliefd als chansonière. Haar stem is een uitzonderlijk instrument. Dat weten we al sinds die fenomenale comeback cd van 81 met ondermeer 'The Ballad Of Lucy Jordan'. Weg was het tienersterretje dat alles deelde met The Rolling Stones, ook hits als 'As Tears Go By'. In de plaats daarvan staat hier voortaan een wreed wijze vrouw die geleefd heeft.

En dat hoor je, zoals nu ook weer in de aangrijpende 'Easy Come, Easy Go' cd (op het Naïve label). Covers van Dolly Parton, Duke Ellington, Brian Eno, Randy Newman, Merle Haggard... En op cd eveneens medewerking van Antony, Rufus Wainwright, Nick Cave, Teddy Thompson, Sean Lennon, Keith Richards, en vooral producer Hal Willner (ook bekend van zijn Strange Weather productie met mevrouw Faithfull en zijn Kurt Weill project). (Bron - AB)

Download here her new song: 'WHY DID WE HAVE TO PART'.


zondag 19 december 2010

KERSTRECEPT - JOSEPHINE BANENS



Neem het licht van een ster
schijn er mee in het rond
zie hoe dichtbij en dagreizen ver
de tol van vernieling en oorlog, alles
kapotmaakt wat mensen ooit bond.

Ga mee met de wind
diep in de woestijn
en bekijk daar tienduizenden sporen;
stappen van hen die verdwenen zijn
of als vluchteling alles verloren.

Drijf dan weg op de zee
hoor hoe eb en vloed gaan,
en de golven maar eindeloos spoelen
als de kinderen die, gewond of verdrukt,
levenslang doodsangst zullen voelen.

Is dit alles gebeurd, kom dan mee in de nacht
om samen het kerstfeest te vieren.
Laat de boom en het eten dit jaar maar staan,
je gedachten naar al die anderen gaan,
en medeleven de kerstnacht versieren.


donderdag 16 december 2010

MET RADERTJES & ANKERS - JEAN-PAUL MULDERS


De nieuwjaarsbrief is op sterven na dood, bio-scoopbezoek kan je oren blijvend beschadigen en jonge vrouwen laten steeds vaker Latijnse spreuken tatoeëren ter hoogte van hun staartbeen. Dat alles zegt althans de krant, en zij kan het weten.

In een lade bots ik, verborgen achter likdoornpleisters en een pakje condooms van het merk Trojan Magnum Lubricated (meegebracht uit NY om aan een vriend cadeau te geven), op het polshorloge van mijn vader. Zijn trouwe Longines, waarvan hij op zijn sterfbed vroeg of het nog niet was stilgevallen. In dat soort bijgeloof geloofde mijn vader - alsook een beetje in de maagd Maria, die hij in een zilveren doosje in zijn broekzak bewaarde, verborgen achter een geheimzinnig rood micaatje. Papa stierf, maar zijn horloge tikte voort. Als ik het opwind, blijkt het nog vlekkeloos te lopen en even weeg ik het in mijn hand, niet goed wetend of ik blij moet zijn met die dartele tiktak of hem respectloos moet vinden tegenover mijn vader. Ik besluit tot het eerste, omdat met positieve gevoelens meestal meer valt aan te vangen dan met naargeestige. Het goud is rozig uitgeslagen, het lederen bandje versleten. Ik besluit het klokje vakkundig te laten restaureren en het af en toe opnieuw te dragen.

De jongeman in de chique juwelenzaak die ik heb uitgekozen valt mij op het eerste gezicht een beetje tegen, wegens te gestroomlijnd en te opzichtig welvarend, wegens een te sleeke glans van zijn naar achteren gekamde zwarte haren. Maar hij spreekt met liefde over de Longines van mijn vader. Dat hij opnieuw verguld kan worden, zegt hij, dat hij mij de prijs daarvan zal laten weten vóór wij verder praten. Het glas kan ook vervangen worden, maar dat raadt de jongeman mij af. "Oppoetsen, ontkrassen, nieuw bandje en je zult een heel ander horloge hebben", zegt hij. "Met behoud van de emotie."

Ik heb het gevoel dat hij mij begrijpt, over kloven heen als emplooi en leeftijd. Hij draagt zelf een Longines, zie ik nu, een sportief model met zwarte wijzerplaat en chronometer. "Gekregen voor mijn 31e verjaardag", zegt hij, met iets dat het midden houdt tussen trots en bedeesdheid. Voor ik de winkel verlaat, vergaap ik mij nog even aan de Omega's en de Patek Philippes, aan de Baumes & Merciers die achter gewapend glas de volmaaktheid liggen na te streven. Ik heb de neiging mijn neus op te halen voor alles waar een batterij in zit. Na het scheren met het open mes heeft een nieuwe passie bezit van mij genomen : het mechanische horloge, bij voorkeur automatisch aangedreven door mijn polsbewegingen. De dappere, altijd wat onmachtige manier waarop zo'n uurwerk met radertjes en anker en een onderdeeltje dat de onrust wordt genoemd, probeert zoiets machtigs als de Tijd bij te houden, krijgt mijn opperste waardering.

Tegelijk heeft het iets utterly onnozel, ingewikkelde constructies met volmaakt overbodige tourbillons voor de prijs waarvan je een drieslaapkamerappartement kunt kopen - en die toch altijd minder nauwkeurig lopen dan een kwartsklok van vijf euro. Nergens vloeien waanzin en vernuft, platte status en pure schoonheid surrealistischer samen dan in de wereld van de haute horlogerie. Als het op status aankomt, dan pas ik. Te veel mensen weten doodgaan om met wat dan ook de praalhans uit te hangen.

Mijn vriendin begrijpt er niets van. Zij ziet het aan met lede ogen, ongeveer op dezelfde manier waarop ik met een half oog loer naar So you think you can dance, waaraan zij zich af en toe kan laven. Intussen gaat mijn voorkeur almaar sterker uit naar klokjes die geleefd hebben, naar polshorloges die al tikten voor ik werd geboren, aan de polsen van mannen van wie ik de identiteit nooit meer kan achterhalen, maar die ontegensprekelijk hebben bemind en geademd en op hun horloge gekeken om tijdig op afspraken te verschijnen waarvan het belang nu is verdampt. Die horloges mogen sporen van gebruik vertonen. Ze mogen bolle glaasjes hebben en priegelige letters. Ze mogen van Tsjechische makelij zijn en per etmaal zelfs een paar minuten voorlopen (nooit achter, natuurlijk), want ik hou van de charme van dingen die slechts ternauwernood lukken. Ze mogen zozeer de sfeer van 1958 of 1976 uitademen dat ik ervan duizel. Ze mogen in het doffe ochtendlicht op nachtkastjes hebben gelegen in gebouwen waar dingen werden gefluisterd in talen die ik niet ken. Maar altijd moeten het dappere eilandjes zijn, die in de stuwing der tijden hebben standgehouden en mij de toekomst intikken, onverzettelijk en ontwapenend enthousiast.

jp.mulders@skynet.be


woensdag 15 december 2010

OVERLEVER - YVES DESMET - DE MORGEN


Het is erg in een land te leven dat er na zes maanden niet in slaagt een regering op de been te brengen. Maar het kan erger. Je kunt ook leven in een land dat bestuurd wordt door Silvio Berlusconi, politiek overlevingskunstenaar. Hij slaagde er weer in een bijzonder nipte meerderheid bij elkaar te krijgen. Romeinse roddels willen dat hij voor sommige stemmen een paar honderdduizend euro betaald zou hebben, en in zijn geval ben je geneigd dat ook onmiddellijk te geloven.

Buitenstaanders breken zich er het hoofd over. Een man die tegenstanders uitscheldt voor kampbewakers of geestelijk gehandicapten, die rechters die hem onderzoeken beschouwt als een kankergezwel dat weggesneden dient te worden, die president Obama "gebruind" noemt en tegen de slachtoffers van aardbevingen zegt dat ze hun tentenverblijf als een kampeervakantie moeten beschouwen. De lijst is niet eens exhaustief, en elk van de uitspraken zou in een ander land goed zijn voor een instant regeringscrisis of regeringsval. Berlusconi overleeft het.

Veroordelingen wegens fraude, corruptie en belangenvermenging botsen stuk op zijn zelfverworven onschendbaarheid. Talloze zedenaffaires met meisjes, op of onder de grens van de minderjarigheid, raken hem niet of nauwelijks. Berlusconi is de Tefalman, van wie alles afglijdt.

Dat de man in zijn eentje de meest dominante machtspositie in de Italiaanse media heeft, die het volk met brood en spelen en ook met zijn versie van de feiten bestoken, helpt hem een handje, maar volstaat niet als verklaring. Zelfs al is Italië inmiddels slechts het 77ste land in de wereld qua persvrijheid, iedereen die het wil weten, ook in Italië, kan weten welk vlees men met hem in de kuip heeft.

Een andere, minder mooie verklaring lag in de geste van zijn fractie, die na haar overwinning in het parlement woest met Italiaanse vlaggen begon te zwaaien. In een economisch zwaar getroffen land waarin dorpsmeisjes om aan het plattelandsbestaan te ontsnappen vooral dromen van een carrière als bimbo in een Berlusconi-tv-show, en waar veel van de mannen eigenlijk jaloers zijn op de welstand, de onaantastbaarheid en de vrouwenaandacht van en voor de übermacho, zou Berlusconi voor een groot deel van de bevolking wel eens kunnen gelden als hét rolmodel voor de Italiaanse identiteit.

Yves Desmet
Politiek commentator

dinsdag 14 december 2010

maandag 13 december 2010

MENSENRECHTENPRIJS VOOR VZW TOUCHÉ


De Vlaamse Liga voor Mensenrechten geeft haar jaarlijkse prijs aan de vzw Touché, die (ex-)gedetineerden leert om te gaan met hun agressie. 'Die mensen zijn mijn tweede ouders.'

'Ik wil meer rust en geduld.' 'Ik wil meer controle over de situatie.' 'Ik wil rust in mijn leven.' 'Ik wil niet zo impulsief reageren, maar eerst nadenken over wat ik wil zeggen.' De vier zinnen staan op evenveel vellen papier op de vloer van de fitnesszaal in de gevangenis van Oudenaarde. Elk blad ligt aan het uiteinde van een strook witte plakband, een paar meter lang. Aan de andere uiteinden telkens een gedetineerde.

De zinnen zijn hun antwoorden op een vraag van Marjan Gryson, psychologe bij Touché. De vzw organiseert sinds september 2008 sessies agressiebeheersing voor (ex-)gedetineerden. Voorlopig is Oudenaarde de enige gevangenis waar ze actief zijn - er is geen geld, luidt het elders vaak.

Touché telt vijf begeleiders. In Oudenaarde geven ze om de twee weken een sessie van drie uur, voor kleine groepen. Gesprekken, ademhalingsoefeningen, vragenrondes. Eén traject bestaat uit tien sessies. Instappen gebeurt bijna altijd vrijwillig.

Hoe ver ze al staan op de weg naar die rust en controle, wil Gryson ook weten van de vier. Hassan (28), klein en scherp, gaat een stuk voorbij halfweg op de kleefband staan. Meer dan vijftig sessies heeft hij intussen gevolgd, in anderhalf jaar tijd. 'Niet om over naar huis te schrijven', noemt hij zijn vroegere gedrag. Een understatement. Weerspannigheid, roepen tegen zijn 'chefs', vechten met andere gedetineerden, het was dagelijkse kost. 'Ik aanvaardde mijn lot niet en daardoor aanvaardde ik ook geen gezag.'

'Veel mensen hier zijn opgefokt omdat ze geen hoop meer hebben', zegt Hassan. Hij spreekt uit ervaring. Tien jaar zit hij hier al. 'En ik heb nog een hele tijd te gaan. Maar ik ben nu geduldiger. En ik geloof dat alles op een dag goed zal zijn.'

In afwachting loopt hij netjes in het gareel: om 7 uur opstaan om in de kleermakerij te gaan werken, luisteren naar zijn chefs, vechtende collega's laten begaan in plaats van mee te meppen. 'Ik heb geleerd dat er iets anders bestaat dan roepen en kloppen.' Tekenen en gitaar spelen, bijvoorbeeld. En allemaal dankzij de mensen van Touché, die hij zijn 'tweede ouders' noemt. 'Als je zoals ik nooit iets anders hebt gekend dan criminaliteit, weet je niet wie je bent of wat je kunt.' Dief, moordenaar, verkrachter: veel misdadigers vinden maar één woord om zichzelf te omschrijven, denkt Hassan. Intussen telt zijn profielschets een aantal meer flatterende termen, zegt begeleidster Katrien Dalle. Moed en doorzettingsvermogen, bijvoorbeeld. 'En hij kan zo grappig zijn.' Ze vindt dat Hassan zijn eigen verdiensten minimaliseert. 'Die inspanningen, die investering doet hij helemaal zelf. Wij zijn maar een middel.'

Sinds 2008 hielpen Dalle en haar collega's enkele tientallen gedetineerden in Oudenaarde, plus een aantal ex-gevangenen. Ze hopen dat de Mensenrechtenprijs die ze gisteren kregen, op termijn kan leiden tot structurele maatregelen. Ons huidige strafuitvoeringssysteem is veel te repressief, vindt Touché. 'Terwijl haast alle criminologische, psychologische en sociale onderzoek toont aan dat een louter repressieve aanpak de problemen alleen versterk.'

De ontslagnemende minister van Justitie, Stefaan De Clerck (CD&V), juicht toe wat Touché doet (zie ook inzet). Onze strafuitvoering moet 'persoonsgebondener' worden, zei hij gisteren in Oudenaarde. Touché speelt daar perfect op in. Maar first things first, aldus nog de minister: om de strafuitvoering te optimaliseren, moet de materie eerst naar de gemeenschappen overgeheveld worden. En dat vergt politieke actie. (Jan Desloover -De Standaard)


zaterdag 4 december 2010

VOOR ARI - J.A. DEELDER



Lieve Ari
Wees niet bang

De wereld is rond
en dat istie al lang

De mensen zijn goed
De mensen zijn slecht

Maar ze gaan allen
dezelfde weg

Hoe langer je leeft
hoe korter het duurt

Je komt uit het water
en gaat door het vuur

Daarom lieve Ari
Wees niet bang

De wereld draait rond
en dat doettie nog lang


uit RENAISSANCE GEDICHTEN 1944 - 1994

donderdag 2 december 2010

MOOI HE ... ALLES! - JEAN-PAUL MULDERS


"Ken je dat," vraagt Tommy, "zo'n gesluierde vrouw die tergend langzaam het zebrapad overschonkt en je een giftige blik toewerpt, met een air alsof jou koejoneren een daad is van islamitisch verzet ?"

Mijn fietsenmaker is kwaad op de ministers, op het asielbeleid, op de Rondetafels van de Interculturaliteit en op zo nog een paar dingen. "Vijfhonderd euro per dag als de overheid geen opvang vindt", zegt hij, de steen des aanstoot uit zijn bak met schroefjes opvissend. "Dat is toch niet ernstig ? Verdien jij vijfhonderd euro per dag ? Ik niet. Ik moet van zeven uur 's ochtends velo's vermaken om mijn sociale lasten te kunnen betalen, als kleine zelfstandige die in het zweet zijns aanschijns zijn boterham verdient."

In het zweet zijns aanschijns, zo zegt hij dat. Tommy is een gesjeesde student economie. Op de muren van zijn atelier staan spreuken van Marx en van Toon Hermans, ik weet mijn handwerkslieden te kiezen. De laatste jaren zijn hem echter de schellen van de ogen gevallen. "Ik ben geen racist", zegt hij. "Ik ben zelfs niet het soort dat zégt geen racist te zijn om vervolgens racistische praat te kunnen uitslaan. Mijn lief is Nigeriaans en het klopt wat ze beweren : once you go black you never go back. Maar Adoara spreekt vlot Nederlands en denkt hetzelfde als ik : je hebt mensen nodig die mee hun schouders zetten onder het systeem. Geen leger nooddruftigen die wachten op alweer een volgende 'eenmalige' regularisatie."

Hij geeft een nijdige ruk aan het wiel van mijn fiets, die aan solide kettingen aan het plafond bengelt. Het doet hem plezier dat mijn voorlamp weer werkt. "Onlangs zag ik, in het portaal van een gebouw, een zee van schoenen. Katholieke Universiteit Leuven, stond op het bordje aan de gevel, Studentenmoskee. Maar de k van katholiek staat ter discussie. Het is ronduit masochistisch, de nonchalance waarmee wij onze waarden in de uitverkoop zetten."

Bij onze waarden denk ik aan tomatensoep met balletjes en aan luxeauto's die op zondagochtend met een lauw sopje worden vertroeteld. Maar ik begrijp wat Tommy bedoelt. Het is verbijsterend premiers en presidenten opeens te horen verkondigen waarvoor Jan met de pet jarenlang is verketterd : dat de multiculturele samenleving scheitert, om het in goed Duits te zeggen. Hoopte ik nog stiekem dat alles kaderde in een Groot Plan dat de regeerders te gepasten tijde zouden ontvouwen, dan is die illusie nu toch ver te zoeken.

"In Brussel is Mohammed allang de populairste naam voor pasgeboren jongens", zegt Tommy. Nog een jaar of tien en wij hebben niets meer te piepen. Nu al durven banken geen spaarvarkens meer af te beelden. Onreine dieren, weetjewel ? Wat zal het volgende zijn : kerstbomen op straat die beledigend worden bevonden ?

Mijn fiets is klaar, ik ben blij aan de beklemming van de werkplaats te kunnen ontsnappen. De straten van de voorstad geuren naar soep, wat mij aan huisvrouwen met engelenhaar doet denken en zonder zichtbare samenhang aan Roy Orbison. Op een muur staat in koeien van letters gekalkt : MOOI HE... ALLES ! Het doet mij glimlachen dat iemand het risico genomen heeft die boodschap zo groot op zo'n opvallende plek aan te brengen. Enige tellen lang vraag ik mij af op de kalker zijn bericht ironisch zou hebben bedoeld (*).

Op weg naar huis zoek ik de troost op van de Aldi om er - grondig schoon in elk hoekje dankzij speciaal spleetmondstuk ! - een 'Zuigfix voor stofzuiger' te kopen. Properheid zal ons redden, waarschijnlijker dan goden of sterke mannen. In mijn enthousiasme laat ik het kartonnen doosje vallen dat een glazen theekop bevat. De blonde werkneemster die de rekken bijvult, hoort het gerinkel. "Dat zult u moeten betalen, mijnheer", merkt ze nijdig op. "Want u hebt geen winkelkar genomen. U bent verplicht een winkelkar te nemen, dat staat bij de ingang op het uithangbord. Zoniet bent u aansprakelijk voor aangebrachte schade."

Nènènènènèèè-nèh
, zegt ze er nog net niet bij. Ik besluit mij niet te laten kennen, maar begeef mij lijdzaam naar de kassa, met de Zuigfix, zes rollen toiletpapier en de kapotte theekop. "Ik heb die laten vallen", beken ik met hangende pootjes aan de caissière die Khadija heet. Ze glimlacht weemoedig en zet het doosje opzij zonder het aan te rekenen. "Nog een fijne dag voor u mijnheer."

Op de parking moet ik aan Tommy denken. Veel prettiger inderdaad, door eigen volk gekoejoneerd te worden.

(*) Bij nazicht blijkt het hier, helaas, geen individuele verzuchting te betreffen maar een slogan van Loesje (www.loesje.nl).

jp.mulders@skynet.be


woensdag 1 december 2010

IK HAAL JE OP, IK NEEM JE MEE - NICCOLÒ AMMANITI - ROMAN

Niccolò Ammaniti (1966) is een van de grote sterren van de hedendaagse Italiaanse literatuur. Zijn werk is vertaald in zevenendertig landen.

Een klein fictief dorp, Ischiano Scalo, aan de Italiaanse Rivièra, is het toneel voor twee adembenemende liefdesverhalen. Graziano Biglia is een veertigjarige playboy – met geblondeerd haar, zonnebankteint en strakke leren broek – die het buitengewoon met zichzelf heeft getroffen. Hij speelt gitaar en is een groot fan van de Gipsy Kings. Na veel gereis en talloze affaires is hij naar Ischiano teruggekeerd om zich te settelen met zijn ‘geliefde’ Erica, die alleen maar op zijn geld uit is.


Gloria en Pietro zitten in dezelfde klas: zij is van goede komaf, woont in een villa in de heuvels, is mooi en zelfbewust. Hij is een schuchtere, onzekere en dromerige jongen, die lijdt onder het explosieve karakter van zijn vader – een verknipte herder – en is het mikpunt van de treiterijen van andere jongens uit zijn klas. Wanneer Pietro door drie van zijn kwelgeesten gedwongen wordt in te breken in de school, en later, onder andere omstandigheden, ook thuis bij zijn lerares Flora – die een geheime verhouding heeft met Graziano – raken alle hoofdpersonen op dramatische wijze met elkaar verbonden.
(niccoloammaniti.nl)


Quotes

'In mijn persoonlijke top-10 kwam dit boek vijf jaar geleden van niets binnen op de eerste plaats.Daar staat het nog steeds' - Herman Koch


‘Simpelweg de beste roman die ik ooit heb gelezen. Ammaniti is mijn idool, zijn karakters mijn helden. Al zijn ze soms nog zo slecht, ik ben van ze gaan houden’ - Saskia Noort

‘Er is geen boek waar ik de laatste vijf jaar zo van heb genoten als van deze roman. Ammaniti is mijn favoriete schrijver van dit moment en is de beste schrijver van Europa’ - Kluun

'Het Italiaanse woord voor talent is: Ammaniti' - The Times

‘Bij het blootleggen van de psychologie van zijn karakters gaat Ammaniti virtuoos te werk een onthutsend verhaal’ - Arie Storm, Het Parool

'Dit boek is grappig (mooi-grappig, lief-grappig, treurig-grappig), ontroerend en gedetailleerd. Het is vooral heel menselijk. Echt menselijk.' - Renske de Greef


KIM & VANMOL