NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

zaterdag 26 juli 2008

MET ANGST EN BEVEN - AMELIE NOTHOMB - ROMAN

In 1990 begeeft Amélie san zich op de Japanse arbeidsmarkt. Ze vindt een baan als tolk in Tokyo en maakt kennis met een meedogenloze bedrijfscultuur. Bij Yumimoto, een firma met een onwrikbare hiërarchie, wordt van de werknemers een kadaverdiscipline verwacht.
Haar superieuren beschouwen de westerse dadendrang en ondernemingslust van Amélie san als het toppunt van subversie. Ze slaagt er niet in zich te plooien naar de absurde logica van het Japanse bedrijfsleven, wordt herhaaldelijk weggepromoveerd en eindigt haar carriére twaalf hilarische maanden later als toiletjuffrouw. (bol.com)

Amélie Nothomb is iets speciaals, is men al gniffelend geneigd te zeggen. Moet je haar altijd ernstig nemen? Ze is in ieder geval een frisse wind met een aantrekkelijke stem in de literatuur. Ze brengt interessante ideeën aan en presenteert ze op een charmante, literaire manier. Een amusante, boeiende en intelligente auteur, die misschien niet de grootste literatuur produceert, maar wel erg goede en zeker de moeite waard. (The Complete Review)

Nothombs romans vertellen over manipulerende en destructieve processen, vooral tussen vrouwen. De verhalen worden meestal verteld vanuit het perspectief van de zwakkere partij. Haar verhalen bewegen tussen een klinische analyse van wreedheid en een niet al te subtiel pleidooi voor medeleven en medelijden van de lezer. Nothombs manier van schrijven vraagt van de lezer dat hij sympathiseert met de verteller, wat zij ook doet. (Ingrid Wassenaar – The Times)


[Fragment Met angst en beven]

Op een morgen liet mijnheer Saito me weten dat de vice-directeur in zijn kantoor een aanzienlijke delegatie van een handelspartner op bezoek had: ‘Koffie voor twintig personen.’
Ik kwam bij mijnheer Omochi binnen met mijn grote dienblad en was de perfectie in persoon: ik schonk de kopjes in met een nadrukkelijke nederigheid, terwijl ik de meest subtiele formules prevelde, de ogen neersloeg en buigingen maakte. Als er voor de ôchakumi een orde van verdienste bestond, dan had ik die zeker gekregen.
Uren later vertrok de delegatie. De stentorstem van de moddervette mijnheer Omochi bulderde: ‘Saito san!’
Ik zag mijnheer Saito opspringen, lijkbleek worden en naar het hol van de onderdirecteur snellen. Het gebrul van de dikzak weergalmde achter de wand. We konden niet verstaan wat hij zei, maar het klonk niet bepaald vriendelijk.
Mijnheer Saito kwam terug met een gezicht als een oorwurm. Ik kreeg domweg met hem te doen toen ik bedacht dat hij drie keer minder woog dan zijn agressor. Precies op dat moment riep hij me, ziedend van woede.
Ik volgde hem naar een leeg vertrek. Hij voer zo heftig tegen me uit dat hij over zijn woorden struikelde: ‘U hebt de delegatie van onze handelspartners hevig ontstemd! U hebt koffie geschonken met beleefdheidsformules die de indruk wekten dat u het Japans perfect beheerst!’
‘Ik spreek het ook lang niet slecht, Saito san.’
‘Zwijg! Hoe durft u zich te verdedigen! Mijnheer Omochi is razend op u. U hebt de sfeer op de bijeenkomst vanmorgen grondig verziekt: hoe konden onze handelspartners zich nou op hun gemak voelen, in het bijzijn van een blanke die hun taal verstaat? Van nu af aan spreekt u geen Japans meer.’
Ik keek hem verbaasd aan: ‘U zei?’
‘U kent geen Japans meer. Is dat duidelijk?’
‘Kom nou, Yumimoto heeft me juist in dienst genomen om mijn kennis van uw taal!’
‘Mij een zorg. Ik gebied u om voortaan geen Japans meer te verstaan.’

Geen opmerkingen: