Hij weegt nog 79 kilo, dat is in twintig jaar niet meer vertoond. Doorzichtig dwaalt hij door het huis, dat trekjes heeft gekregen van een spookkasteel. Niet dat er doodshoofden in te voorschijn springen, of rammelende sarcofagen. De onbeweeglijkheid van de boeken en kranten op tafel is akeliger dan dat.
Waarom verandert liefde zo gemakkelijk in gejongleer met jankende kettingzagen? Bij alles wat hij doet of ziet, vraagt hij zich af : wat zou Zij hiervan denken ? Zij, dat is het wonderwezen dat in zijn leven is verschenen. Hij dacht dat hij niet meer verliefd kon worden, maar toen nestelde Zij zich onder zijn huid, absoluut als een onthoofding. Zij heeft hem zoete verhalen verteld, aandachtig geluisterd. Hem rond haar vinger gewonden, niet met de kwaadwilligheid die in die uitdrukking ligt vervat, maar zomaar, vanzelfsprekend als het spleetje tussen haar tanden. Zij straalden als zij samen waren, zo intens dat iedereen keek en jaloers op hen was. Hij voelde weer dat hij lééfde.
Toen bleek : zij had nog een ander. Een ander die zij had voorgesteld als vriendelijk maar onbeduidend. Iets uit het verleden, wat zij plotseling toch niet bleek te kunnen lossen.
De geur van benzine.
Het nijdige gejank.
Getande schakels wieken frenetiek in het rond.
Daar staat Zij tussen, met grote ogen. Haar valt niets kwalijk te nemen. Zij ziet hen allebei graag. Zij kan alleen niet kiezen. Het oude liedje. Hij vervloekt zichzelf omdat hij een acteur wordt in zo'n ouderwetse vaudeville, met minnaars die zich op kousenvoeten verstoppen in kasten. Belachelijk, als je het vanuit helikopterperspectief bekijkt. Als nuchtere buitenstander.
Hij zit er middenin, en de weldaden van de moderne techniek zijn niet van aard zijn lijden te verzachten. Hij ligt in bed met laptop en gsm. To send or not to send, that is the question. Zij zalft en zij slaat hem in korte berichten. Hij bezoekt de website van zijn rivaal, die blogs schrijft vol herkenbare gedachten. Een mens met wie hij bevriend zou kunnen zijn, was daar niet het simpele feit dat ze in andere loopgraven liggen. Verzengd door de liefde voor Haar. Kussen als obussen. Wimpers waarvoor je zou moorden. Hij vervloekt zichzelf omdat hij geen computer is die zichzelf probleemloos naar een vorig systeemherstelpunt terug kan brengen. Naar de tijd vóór hij Haar kende.
Ziek word je als je het gevoel hebt dat niets ter wereld Haar kan vervangen. Als je in andere vrouwen gaat zoeken naar trekken van Haar. Als je jezelf erop betrapt zoals haar te willen doen, te kijken, te lachen. Als je je niet meer genoeg kunt concentreren om zelfs maar de grappen van The Simpsons te vatten. Pangs of love, wordt deze toestand genoemd. Chagrin d'amour. Liebeskummer. Alleen in het Zweeds klinkt het nog koddig : Kärlekens kval.
Het is niet zo erg, maakt hij zich sterk, als leverkanker. Als je huis te zien afbranden. Maar dat is niet wat hij voelt. Met plezier stak hij zijn hebben en houden in de fik voor één dag met Haar in Lampernisse.
Betoverd, bezeten, behekst : nu pas leert hij de volle toedracht van deze woorden kennen. Hij bezweert en belooft, hij jammert en vloekt. Hij bidt zelfs tot de maagd Maria. Het jongleren met kettingzagen gaat hem steeds beter af. Zijn linkerarm is hij al kwijt, twee vingers aan zijn rechterhand zijn herleid tot bloedige stompjes. Hij kan zich niet voorstellen dat dit nog ooit zal overgaan. In het telefoonboek zoekt hij koortsachtig naar een ontwenningskliniek voor liefdesverdrietigen. Als dat niet bestaat, dan moet het spoedig worden uitgevonden. Met filialen in 83 landen. Starbucks for the soul.
"Kies in bed een houding die jou het minst intiem lijkt, of die haar niet siert", maant de Romeinse dichter Ovidius hem met eeuwenoude wijsheid aan. "En wat je ook moet doen : de luiken openzetten, zodat het daglicht al haar lichaamssmetten toont. Richt dan je blik maar goed op alles wat haar lelijk maakt, en prent dat in je hoofd."
Hij heeft dat geprobeerd maar zag alleen streelzachtheid en één enkel schoonheidsvlekje, dat niets anders vermocht dan ontroering te wekken. De drang haar met zijn leven te beschermen.
En nog kan Zij niet kiezen.
Waarom verandert liefde zo gemakkelijk in gejongleer met jankende kettingzagen? Bij alles wat hij doet of ziet, vraagt hij zich af : wat zou Zij hiervan denken ? Zij, dat is het wonderwezen dat in zijn leven is verschenen. Hij dacht dat hij niet meer verliefd kon worden, maar toen nestelde Zij zich onder zijn huid, absoluut als een onthoofding. Zij heeft hem zoete verhalen verteld, aandachtig geluisterd. Hem rond haar vinger gewonden, niet met de kwaadwilligheid die in die uitdrukking ligt vervat, maar zomaar, vanzelfsprekend als het spleetje tussen haar tanden. Zij straalden als zij samen waren, zo intens dat iedereen keek en jaloers op hen was. Hij voelde weer dat hij lééfde.
Toen bleek : zij had nog een ander. Een ander die zij had voorgesteld als vriendelijk maar onbeduidend. Iets uit het verleden, wat zij plotseling toch niet bleek te kunnen lossen.
De geur van benzine.
Het nijdige gejank.
Getande schakels wieken frenetiek in het rond.
Daar staat Zij tussen, met grote ogen. Haar valt niets kwalijk te nemen. Zij ziet hen allebei graag. Zij kan alleen niet kiezen. Het oude liedje. Hij vervloekt zichzelf omdat hij een acteur wordt in zo'n ouderwetse vaudeville, met minnaars die zich op kousenvoeten verstoppen in kasten. Belachelijk, als je het vanuit helikopterperspectief bekijkt. Als nuchtere buitenstander.
Hij zit er middenin, en de weldaden van de moderne techniek zijn niet van aard zijn lijden te verzachten. Hij ligt in bed met laptop en gsm. To send or not to send, that is the question. Zij zalft en zij slaat hem in korte berichten. Hij bezoekt de website van zijn rivaal, die blogs schrijft vol herkenbare gedachten. Een mens met wie hij bevriend zou kunnen zijn, was daar niet het simpele feit dat ze in andere loopgraven liggen. Verzengd door de liefde voor Haar. Kussen als obussen. Wimpers waarvoor je zou moorden. Hij vervloekt zichzelf omdat hij geen computer is die zichzelf probleemloos naar een vorig systeemherstelpunt terug kan brengen. Naar de tijd vóór hij Haar kende.
Ziek word je als je het gevoel hebt dat niets ter wereld Haar kan vervangen. Als je in andere vrouwen gaat zoeken naar trekken van Haar. Als je jezelf erop betrapt zoals haar te willen doen, te kijken, te lachen. Als je je niet meer genoeg kunt concentreren om zelfs maar de grappen van The Simpsons te vatten. Pangs of love, wordt deze toestand genoemd. Chagrin d'amour. Liebeskummer. Alleen in het Zweeds klinkt het nog koddig : Kärlekens kval.
Het is niet zo erg, maakt hij zich sterk, als leverkanker. Als je huis te zien afbranden. Maar dat is niet wat hij voelt. Met plezier stak hij zijn hebben en houden in de fik voor één dag met Haar in Lampernisse.
Betoverd, bezeten, behekst : nu pas leert hij de volle toedracht van deze woorden kennen. Hij bezweert en belooft, hij jammert en vloekt. Hij bidt zelfs tot de maagd Maria. Het jongleren met kettingzagen gaat hem steeds beter af. Zijn linkerarm is hij al kwijt, twee vingers aan zijn rechterhand zijn herleid tot bloedige stompjes. Hij kan zich niet voorstellen dat dit nog ooit zal overgaan. In het telefoonboek zoekt hij koortsachtig naar een ontwenningskliniek voor liefdesverdrietigen. Als dat niet bestaat, dan moet het spoedig worden uitgevonden. Met filialen in 83 landen. Starbucks for the soul.
"Kies in bed een houding die jou het minst intiem lijkt, of die haar niet siert", maant de Romeinse dichter Ovidius hem met eeuwenoude wijsheid aan. "En wat je ook moet doen : de luiken openzetten, zodat het daglicht al haar lichaamssmetten toont. Richt dan je blik maar goed op alles wat haar lelijk maakt, en prent dat in je hoofd."
Hij heeft dat geprobeerd maar zag alleen streelzachtheid en één enkel schoonheidsvlekje, dat niets anders vermocht dan ontroering te wekken. De drang haar met zijn leven te beschermen.
En nog kan Zij niet kiezen.
Reacties : jp.mulders@skynet.be