Het geeft een raar gevoel om vijftig jaar terug in de tijd te kijken. Een halve eeuw, niet te geloven. Er heeft me ooit een bejaarde mevrouw gezegd: 'Hoe ouder je wordt hoe vlugger de tijd gaat.' Ik kan niet anders dan het beamen.
Ik ben een zondagskind en tevens een 'ongelukje'. Mijn ouders hadden niet echt meer gerekend op mijn komst. Mijn moeder was bijna negenendertig en mijn vader vierenveertig. Het was dubbele pech: als ze dan toch nog gezegend moesten worden met een kindje hadden ze op een dochter gehoopt. Een meisje is altijd interessanter in de commerce, in die tijd toch.
Soit, mijn zesennegentigjarige moeder is nu heel blij dat ik er ben. Ze zei het deze week nog: 'Marc, je zied e fraie joengne dai zo goed vo mie zorgt en ton te weten dai eigenlik niet gewild was.' Mijn Izegems is niet meer wat het geweest is, ik ben er te lang weg.
Wat herinner ik me nog van de jaren vijftig? Een van mijn vroegste herinneringen is de trap die leidde naar de ingang van een Kortrijks ziekenhuis. Ik was geboren met een wijnvlek op mijn rechter wang. Daar pasten ze een revolutionaire techniek toe: met een hete naald zouden ze de wijnvlek wegbranden. Het resultaat is te vergelijken met wat er over blijft als je je wang eventjes tegen de gloeiende pot van een Leuvense stoof houdt! De aanblik van die trap deed me in tranen uitbarsten.
Wat ik me ook nog goed herinner is dat ik de zes jaar van mijn lager onderwijs iedere dag naar de Mis ben geweest. Vanaf het derde leerjaar bleef ik 's avonds in 'de studie' tot zes uur dertig.
Het was de tijd dat de meesters losse handen hadden en altijd gelijk. Er was een meester die sloeg met twee houten regels (liniaal) en wel op een heel speciale manier: je moest voor hem gaan staan, voorover bukken en je hoofd tussen zijn knieën duwen. Voor straf kreeg je dan een soort tromgeroffel op je zitvlak. Het is je vergeven meester Deblauwe.
Toen ik een jaar of zes zeven was, hielp ik op zondag afwassen met mijn zeven jaar oudere zus. Ik kreeg er vijf Frank voor. Ik denk er met plezier aan terug want we luisterden altijd naar de Top 5 op Radio Luxemburg: Fats Domino, Bill Haley & the Rockets, Paul Anka, Brenda Lee, Franky Avalon, Fabian... Het was een leuke tijd.
P.S.: De dochter van mijn coiffeur in die tijd, Noë, was getrouwd met een Waal en die reed met een Renault 4 chevaux als op de foto bovenaan. De motor bevond zich achteraan en de motorkap kreeg bij ons de bijnaam 'de vertrekdeure'. (Het 'vertrek' was in Izegem een buitentoilet met schuine latjes in de deur)
Ik ben een zondagskind en tevens een 'ongelukje'. Mijn ouders hadden niet echt meer gerekend op mijn komst. Mijn moeder was bijna negenendertig en mijn vader vierenveertig. Het was dubbele pech: als ze dan toch nog gezegend moesten worden met een kindje hadden ze op een dochter gehoopt. Een meisje is altijd interessanter in de commerce, in die tijd toch.
Soit, mijn zesennegentigjarige moeder is nu heel blij dat ik er ben. Ze zei het deze week nog: 'Marc, je zied e fraie joengne dai zo goed vo mie zorgt en ton te weten dai eigenlik niet gewild was.' Mijn Izegems is niet meer wat het geweest is, ik ben er te lang weg.
Wat herinner ik me nog van de jaren vijftig? Een van mijn vroegste herinneringen is de trap die leidde naar de ingang van een Kortrijks ziekenhuis. Ik was geboren met een wijnvlek op mijn rechter wang. Daar pasten ze een revolutionaire techniek toe: met een hete naald zouden ze de wijnvlek wegbranden. Het resultaat is te vergelijken met wat er over blijft als je je wang eventjes tegen de gloeiende pot van een Leuvense stoof houdt! De aanblik van die trap deed me in tranen uitbarsten.
Wat ik me ook nog goed herinner is dat ik de zes jaar van mijn lager onderwijs iedere dag naar de Mis ben geweest. Vanaf het derde leerjaar bleef ik 's avonds in 'de studie' tot zes uur dertig.
Het was de tijd dat de meesters losse handen hadden en altijd gelijk. Er was een meester die sloeg met twee houten regels (liniaal) en wel op een heel speciale manier: je moest voor hem gaan staan, voorover bukken en je hoofd tussen zijn knieën duwen. Voor straf kreeg je dan een soort tromgeroffel op je zitvlak. Het is je vergeven meester Deblauwe.
Toen ik een jaar of zes zeven was, hielp ik op zondag afwassen met mijn zeven jaar oudere zus. Ik kreeg er vijf Frank voor. Ik denk er met plezier aan terug want we luisterden altijd naar de Top 5 op Radio Luxemburg: Fats Domino, Bill Haley & the Rockets, Paul Anka, Brenda Lee, Franky Avalon, Fabian... Het was een leuke tijd.
P.S.: De dochter van mijn coiffeur in die tijd, Noë, was getrouwd met een Waal en die reed met een Renault 4 chevaux als op de foto bovenaan. De motor bevond zich achteraan en de motorkap kreeg bij ons de bijnaam 'de vertrekdeure'. (Het 'vertrek' was in Izegem een buitentoilet met schuine latjes in de deur)
1 opmerking:
Melancholie (in de juiste dosis uiteraard)... ik hou ervan.
Herinneringen van anderen lezen, in een ander leven binnenkijken... ik hou ervan.
(al heb ik dan weer een misselijkmakende afkeer van die realitydinges op tv, met uitzondering van 'voorbij de grens')
Een reactie posten