Herman leefde alleen nog van de ene ontmoeting met Anja naar de andere. Ze zagen elkaar wekelijks en als hij haar zag was het precies alsof hij in een andere wereld stapte. Hij kwam ontspannen over, vol zelfvertrouwen. Anja gaf hem het gevoel dat hij speciaal was. Hij kreeg sterk de indruk dat ze naar hem opkeek. Overal waar ze kwamen vielen ze op en de mensen staarden hen na. De verliefdheid straalde van hen af. Ze praatten en lachten veel en gingen speels en plagerig met elkaar om.
Toch was het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Hij herinnerde zich een uitstap naar zee. Het was een prachtige zomerse avond. Na een wandeling langs de waterlijn rustten ze even uit op het terras van een verlaten houten strandhuisje. Ze hadden een schitterend uitzicht op de ondergaande zon. Er hing romantiek in de lucht, het gesprek viel stil en er werd met volle teugen genoten van dit unieke moment. Het was te mooi om waar te zijn. Op de terugweg langs het strand werd over de toekomst gepraat. Bij het verder zetten van hun relatie zouden bepaalde keuzes onvermijdelijk zijn. Anja zou haar ouders op de hoogte moeten brengen. Herman zou afscheid moeten nemen van zijn vrouw, zijn drie kinderen teleurstellen en tekort doen. Een relatie uitbouwen met Anja en bij zijn vrouw en kinderen blijven was uitgesloten. Herman kon geen twee vrouwen dienen.
Na anderhalve maand was Herman nog steeds als een magneet tot Anja aangetrokken. Het was zalig om in Anja's gezelschap te vertoeven. Maar het afscheid bracht steeds meer tranen. Het verdriet had ook deels te maken met het uitzichtloze van de relatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten