Als je je oriënteert in de literatuur over het Vioolconcert van Beethoven, kom je eigenlijk overal dezelfde anekdotes tegen die door Beethovens biograaf Czerny zijn opgetekend. Ze zijn ook te aardig om ze u te onthouden.
Het vioolconcert is in 1806 in zeer korte tijd (5 weken, terwijl het stuk de ongeëvenaarde lengte van drie kwartier heeft!) gecomponeerd voor Franz Clement, vioolvirtuoos en dirigent van het Theater an der Wien. Nu was de planning echt wel een beetje te krap geweest, zodat in elk geval het orkest de muziek voor het eerst zag tijdens het premièreconcert. Clement vond het stuk misschien ook wel een beetje lang, want tussen het eerste en tweede deel speelde hij een compositie van hemzelf, een stuk op één snaar dat hij op de ondersteboven viool speelde.
Het publiek was enthousiast over Beethovens vioolconcert, maar de kenners wisten het beter: “Er zit veel schoonheid in dit stuk, maar de samenhang wordt voortdurend verbroken, en de oneindige herhaling van sommige gewone passages kan makkelijk vermoeiend worden.” Het stuk verdween van het repertoire, om eigenlijk pas weer in 1844 geïntroduceerd te worden door de 13-jarige Joseph Joachim, die later de beroemdste vioolvirtuoos van de 19e eeuw zou worden, met Mendelssohn op de dirigentenbok. Sinds dat moment is Beethovens vioolconcert niet meer uit de concertzalen weg te denken. (VU-Kamerorkest)
Het vioolconcert is in 1806 in zeer korte tijd (5 weken, terwijl het stuk de ongeëvenaarde lengte van drie kwartier heeft!) gecomponeerd voor Franz Clement, vioolvirtuoos en dirigent van het Theater an der Wien. Nu was de planning echt wel een beetje te krap geweest, zodat in elk geval het orkest de muziek voor het eerst zag tijdens het premièreconcert. Clement vond het stuk misschien ook wel een beetje lang, want tussen het eerste en tweede deel speelde hij een compositie van hemzelf, een stuk op één snaar dat hij op de ondersteboven viool speelde.
Het publiek was enthousiast over Beethovens vioolconcert, maar de kenners wisten het beter: “Er zit veel schoonheid in dit stuk, maar de samenhang wordt voortdurend verbroken, en de oneindige herhaling van sommige gewone passages kan makkelijk vermoeiend worden.” Het stuk verdween van het repertoire, om eigenlijk pas weer in 1844 geïntroduceerd te worden door de 13-jarige Joseph Joachim, die later de beroemdste vioolvirtuoos van de 19e eeuw zou worden, met Mendelssohn op de dirigentenbok. Sinds dat moment is Beethovens vioolconcert niet meer uit de concertzalen weg te denken. (VU-Kamerorkest)
Het concert opent met vijf zachte paukenslagen gevolgd door een zachtmoedige blazersmelodie. Uit de lange introductie waarin de openingspuls van de pauken in alle instrumentgroepen voorkomt zet de soloviool toch nog min of meer onverwacht in. Een prachtige dialoog tussen solist en orkest ontspint zich. Het tweede deel, Larghetto, heeft een veel ingetogener karakter. De lieflijke melodie die de soloviool op diverse wijzen tot klinken brengt, wordt pas aan het slot onderbroken door een korte cadens. Het vrolijke, speelse en opgetogen Rondo is het glanzende sluitstuk van dit schitterende vioolconcert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten