NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

zaterdag 30 augustus 2008

RIVIER VAN VERGETELHEID - PHILIPPE CLAUDEL - ROMAN

Philippe Claudel (1962) wordt beschouwd als een van de beste Franse hedendaagse schrijvers. Hij heeft verschillende romans op zijn naam staan zoals Grijze zielen, Prix Renaudot 2003, Het kleine meisje van Meneer Linh, De wereld zonder kinderen en Rivier van vergetelheid (debuutroman).
Behalve scenarist en schrijver, is hij ook docent aan de Universiteit van Nancy en aan het Institut Européen du Cinéma et de l’Audiovisuel.

Veel gebeurt er niet in dit schrijnende, sobere relaas. De verteller, een man van vermoedelijk een jaar of dertig, blikt terug op zijn liefdesrelatie met de mooie Vlaamse Paule, die hij heeft leren kennen in de tuinen van het plaatsje Lochristi. Met haar bezocht hij de kroegen van Gent, Brugge, het strand van Oostende, de antiquairs aan het Brusselse Zavelplein, en bedreef hij veelvuldig hartstochtelijk de liefde. Totdat bij haar een ongeneeslijke vorm van kanker werd vastgesteld en zij in een paar maanden tijds wegkwijnde.

Na haar dood trekt hij zich een winter lang terug in het imaginaire stadje Feil, aan de Maas in de Belgische Ardennen. In 'Rivier van vergetelheid' wordt verhaald hoe de verteller langzaam leert de dood van Paule - en daarmee ook weer het leven - te aanvaarden. Daarbij vindt hij troost in het tijdloos verglijdende bestaan in het verstilde stadje en in zijn beschroomde contacten met de vriendelijk-afstandelijke bevolking: zijn zorgzame hospita mevrouw Outsander, de doodgraver met wie hij lange gesprekken voert, de klaverjassers in café Het Anker. (Ger Leppers -Trouw)

[Fragment]

Ze klappertandde, zowel van het lachen als van de kou, december vol in je gezicht; enorme golven die ons geselden als scherpe vuurstenen. Dronken van heel veel drank en verlangen zwaaide ik met haar memmen naar de brullende zee, ik trok eraan, hield ze omhoog, drukte mijn handpalmen tegen hun warmte. Paule lachte, verkleumd, en ik schreeuwde: 'Snoeverij, snoeverij... Hoor je me noorderling!' - Want dat was de bizarre en verwerpelijke naam die ik de zee die avond gaf - 'Haar borsten zijn van snoeverij!'

Het is mijn eerste kennismaking met de auteur. Ik heb een aantal zinnen moeten herlezen. Maar het is meesterlijk hoe hij het verlangen naar de ander (Paule) en het gemis verwoordt.

Geen opmerkingen: