Wij liggen uitgepraat met onze hoofden
Naast elkaar gekeerd.
Ik leg een sjaal van shantoengzijde
Over haar gezicht.
Haar blik verdraagt geen hevig middaglicht.
Ik pak mijn riem en snoer haar borsten in.
Ik span haar tepels op
Tot ze gaan zwellen, klem ze tussen wijs-
En middenvinger, slijp ze
Lang en zachtjes met de nagel van mijn duim.
Ik vlij haar rechterbeen over mijn linkerzij
En streel de natte bloedkop
Van haar vulva met mijn knie, zij gonst
En mag niets doen vandaag.
Ik wil haar in de verte blind en schreeuwend
Horen komen straks, alleen, alleen en wild
Schreeuwend en blind en van ver
Als kwam zij zonder ons opnieuw ter wereld.
Ik steek. En snokkend rukt zij de sjaal
Van haar gezicht en gooit me van zich af.
(Uit: Een fractie van een kus, Leonard Nolens - Querido’s Uitgeverij BV, 2007)
5 opmerkingen:
Moet er nog shantoengzijde zijn...?
Vlug, een drankske om dit gedicht door te spoelen!
:-))
christel, nu we weten wat er door zijn hoofd gaat raad ik je aan om hem niet meer in je bureau te laten als je er alleen bent!!
Rik, je bezorgdheid is aandoenlijk.
Een reactie posten