Korsakov stamde uit een aristocratische familie van Tichwin in Novgorod. Hij werd er op 18 maart 1844 geboren. Toen al heel vlug bleek dat hij muzikaal erg begaafd was, waren zijn ouders er als de kippen bij om voor hem een eerbaarder loopbaan uit te stippelen: een carrière als marine-officier was voor hem weggelegd.
Het is wel merkwaardig te noemen dat de Russische nationale componisten allen als musicus eigenlijk de amateursstatus genoten: alleen Balakirev was allround musicus. Moessorgsky was eerst officier en daarna ambtenaar; Borodin dokter, professor in de scheikunde en staatsraad; Cui ingenieur en genie-officier. Rimski-Korsakov zag echter de kans naast zijn studies aan de Marineschool van Sint-Petersburg tevens in het geheim cello te studeren. Zijn clandestiene leraar bracht hem in contact met Balakirev. Op die manier behoorde hij plots tot het "machtige hoopje" op een ogenblik waarop hijzelf nog alles van het vak te leren had. Zijn eerste symfonie, overigens de allereerste symfonie van Rusland, componeerde hij zonder noties van contrapunt of harmonieleer. Pas als hij compositieleraar aan het nieuwe Conservatorium van Sint-Petersburg werd en merkte dat hij zelf nog alles te leren had, ging hij de boeken van Cherubini, Bellermann en Tschaikovsky doornemen. Ook ging hij allerlei werken die vaak veel belangrijker waren dan de zijne, bewerken.
Zijn grootste slachtoffer werd de origineelste van de groep, Moessorgsky, met wie hij een tijdje samenwoonde. Rimski-Korsakov was dirigent van verschillende operagezelschappen en trad ook in het buitenland op als gastdirigent. Hij verliet de marine, en omdat hij voor meer zelfstandigheid van het Conservatorium pleitte, werd hij ontslagen. Als die autonomie er dan toch komt, neemt directeur Glazunov (een oudleerling) hem terug in dienst.
Geregeld had hij last van acute angina pectoris. Hij stierf bij een van die crisissen op zijn landgoed Ljubensk bij Sint-Peterusburg op 21 juni 1908. (Componisten.net)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten