NIEUWS     VERKEER      CULTUUR      WEER     SPORT     CONTACT         

maandag 30 maart 2009

ANDERMANS HOND - JOKE VAN LEEUWEN


Ik ging niet wandelen met de hond,
de hond ging wandelen met mij.
Kijk, zei hij, kijk, zo doe je dat:
je snuffelt wat, je kruipt eens
onder groen, je doet daar wat je
daar moet doen, je kwispelt -
nee dat kun je niet - loopt achterna
wat vleugels heeft, je rolt je op je
ene zij, je andere zij, je ene zij,
je mond staat op de tocht, je zoekt
in woorden naar een geur, bij grenzen
naar vreemd vocht, hoort woest geroep
van groepen mens als blaffen aan,
verstaat alleen je naam
en Lig en Koest en Af.


Uit: Joke van Leeuwen, Wuif de mussen uit (2006)

zondag 29 maart 2009

GEORGE MICHAEL - JESUS TO A CHILD



Kindness In your eyes
I guess You heard me cry
You smiled at me
Like Jesus to a child

I'm blessed I know
Heaven sent And Heaven stole
You smiled at me
Like Jesus to a child

And what have I learned
From all this pain
I thought I'd never feel the same
About anyone
Or anything again

But now I know
When you find love
When you know that it exists
Then the lover that you miss
Will come to you on those cold, cold nights

When you've been loved
When you know it holds such bliss
Then the lover that you kissed
Will comfort you when there's no hope in sight

Sadness In my eyes
No one guessed
Or no one tried
You smiled at me
Like Jesus to a child

Loveless and cold
With your last breath
You saved my soul
You smiled at me
Like Jesus to a child

And what have I learned
From all these tears
I've waited for you all those years
And just when it began
He took your love away

But I still say
When you find love
When you know that it exists
Then the lover that you miss
Will come to you on those cold, cold nights

When you've been loved
When you know it holds such bliss
Then the lover that you kissed
Will comfort you when there's no hope in sight

So the words you could not say
I'll sing them for you
And the love we would have made
I'll make it for two

For every single memory
Has become a part of me
You will always be My love

Well I've been loved
So I know just what love is
And the lover that I kissed
Is always by my side

Oh the lover I still miss
Was Jesus to a child

vrijdag 27 maart 2009

'ECHTE VENTEN' BIS

Dit stukje is geïnspireerd door de column van Jean-Paul Mulders hieronder. Tussen haakjes, deze schitterende column verschijnt iedere woensdag in Weekend-Knack.

Ik heb gisteren aan mijn vrienden op facebook beloofd, mijn versie te geven van wat ik onder een 'echte vent' versta.
Ik hou het nu even, voor het gemak, bij de vrouw-man perceptie.

Na een nachtje slapen vraag ik mij af of ik wel goed geplaatst ben om het profiel te schetsen van een 'echte' vent. Het ligt voor de hand dat deze vraag dient gesteld te worden aan een vrouw of beter nog, aan duizend vrouwen. Hoeveel soorten venten zou je bekomen als je aan duizend vrouwen vraagt: "Aan welke criteria moet een 'echte' vent beantwoorden?" Ik gok op een stuk of tien
prototypes.

Ik ga gewoon een man beschrijven waarvan ik denk dat hij een groot aantal - neen geen percentage - vrouwen zal aanspreken. Voor alle duidelijkheid, ik ga mezelf niet beschrijven maar hier en daar zullen er wel raakvlakken zijn. Als ik denk dat mijn stelling controverse zal veroorzaken zet ik een sterretje (*). Tenslotte, het is een beetje om te lachen, een 'Spielerei' maar toch meen ik wat ik schrijf.

Een echte man is steeds zichzelf en heeft niet de behoefte zich constant te bewijzen.

Hij is uiteraard niet perfect, maar is zich bewust van zijn gebreken.

Hij hoeft geen adonis te zijn, maar wel proper op zichzelf en lekker ruiken.

Een echte man is zelfstandig en wil alles kunnen, koken, afwassen, strijken*, poetsen*, tuinieren, kassementen maken en vloeren.

Hij beschikt over een gezonde dosis passie en mag zich kwetsbaar* en gevoelig opstellen.

Hij heeft veel gevoel voor humor, is galant en maakt gebruik van zijn charmes.

Een echte man loopt niet achter zijn pik en behandelt vrouwen als gelijke.

Hij is geen meeloper, heeft een eigen mening en is assertief.

In een relatie zijn respect, trouw*, eerlijkheid, geborgenheid, tederheid, vertrouwen, evenwaardigheid en ruimte geven basisvoorwaarden.

Roken en drinken geven geen toegevoegde waarde.

donderdag 26 maart 2009

ECHTE VENTEN - JEAN-PAUL MULDERS

De gedachte overvalt mij wel eens, als ik met de strijkbout in de aanslag sta : wáár precies is het met mij verkeerd gelopen ? Welke ontsporing in mijn verleden heeft ervoor gezorgd dat ik bonte was van witte kan onderscheiden ?

De meeste van mijn vrienden hoeden zich ervoor te wassen of te strijken. Zij hebben daar iemand voor die ze soms mijn madam noemen, met een lelijke omschrijving. Zij hebben zich veilig in een huwelijk verschanst en moeten er zelf niet voor zorgen dat de toiletverfrissers bijtijds worden ververst. Woman is the nigger of the world is een citaat dat zij begrijpen. Loopt het onverwacht mis, dan trekken zij met hun vuile lorren gezwind terug naar hun moeder, zonder gêne.

Ooit, zo'n jaar of tien geleden, heb ik de roekeloze beslissing genomen alles zélf te willen kunnen. Een beetje man moet zowel een gevoelig gedicht kunnen schrijven als een kalasjnikov in 34 seconden demonteren, is sindsdien mijn credo. Er zijn dingen waarmee ik soms nog sukkel, toegegeven, maar het aannaaien van knopen behoort wel tot mijn basisvaardigheden. Weinig sexy, ik weet het. Het is niet het eerste waarmee je gaat pronken als je de vrouw van je leven ontmoet : "Weet je, ik heb gisteravond zelf een gat in mijn sok dichtgetrokken en dat gaf mij een groot gevoel van tevredenheid." Veel kans dat het bij die ene tête-à-tête blijft.

Tegen het bereiden van gezond voedsel heeft de typische vent in mij zich nog het langst verzet. Dat gedoe met potten en pannen, en vooral het oncontroleerbare gespat van vetten, deed mij al te lang naar kant-en-klaarmaaltijden grijpen, naar pasta waar haastig wat pesto doorheen werd gemengd en naar pizza's van de weergaloze Dr. Oetker. Ook deze onhandigheid behoort echter definitief tot het verleden nu ik mij onlangs een stoomkoker van SEB heb aangeschaft. Vis en verse groenten : ik hoef het maar schoon te maken en in de bakjes te schikken en luttele 25 minuten later is het beetgaar. Boordevol pitamientjes, zoals dochterlief ze noemt.

Die vaardigheden vervullen mij met een zekere trots. Tegelijk voel ik mij soms een vreselijke domoor. Wat heeft mij ertoe gedreven manmoedig deze domeinen te betreden die traditioneel tot het territorium van de vrouw worden gerekend ? Ondenkbaar dat je mijn oude vriend P., om maar iemand te noemen, ooit zou betrappen op het verstellen van een sok. Hij is zo'n typische vent die zich in het bastion van de mannelijkheid heeft ingegraven. Zijn werk bij een farmabedrijf doet hij met veel verantwoordelijkheid. Hij zal er altijd voor zorgen dat er genoeg euri's binnenkomen voor hem en de zijnen. Maar daar houdt het op. Zijn slip zwerft over de badkamervloer tot iemand die achter hem opruimt, en zelfs voor het ophangen van een schilderij geeft hij niet thuis. Twee linkerhanden, kent u dat ? Het heeft lang geduurd voor ik begreep dat er weinig mannen zijn die écht twee linkerhanden hebben, maar des te meer die doen alsof. Zo wordt hun kop met rust gelaten als ze zich 's avonds na gedane arbeid met het clichépilsje op de sofa laten zakken.

Als P. bij mij op bezoek komt, kijkt hij met iets van jaloersheid naar mijn bescheiden koninkrijk waar ik aan niemand verantwoording hoef af te leggen. Aan de lichte schittering in zijn ogen zie ik dat hij zelf ook wel eens droomt van een vrij en vrank leven, waarin hij kan doen en laten wat hij wil. De aanblik van mijn droogrekje houdt hem echter tegen. Nooit zal hij die stap wagen. Want de was. En de plas. En het lekkere eten dat op de tafel staat waar je je voetjes maar hoeft onder te schuiven. In ruil daarvoor is hij bereid tot een leven vol compromissen. Voor het seksuele vertier heeft hij al jaren een geheime minnares. Hij is niet true to himself, en ik wel. Maar of ik daar zo blij mee ben, als ik aangekoekte etensresten van een pan sta te schrobben of worstel met de kreukels van een tergend weerbarstig hemd ? Zou Pieter De Crem zich hier ooit toe verlagen, vraag ik mij dan af. Jeff Hoeyberghs of Jan Hoet ?

Vast niet, want zij zijn zeker echte venten.

woensdag 25 maart 2009

dinsdag 24 maart 2009

ANTONY AND THE JONHNSONS IN ANTWERPEN



Antony and the Johnsons stonden gisteravond in een uitverkochte Elisabethzaal in Antwerpen. De Britse New Yorker wist met met zijn breekbare nummers een intieme sfeer te creëren. Helaas brak hij die sfeer in de loop van het concert zelf door net iets te veel te preken.

Het begin van het concert was nogal bevreemdend. Hegarty kwam samen met zijn Johnsons op, maar tijdens het eerste nummer werden enkel zijn muzikanten uitgelicht en zat de opvallende zanger volledig in het donker. Het leek alsof hij een statement wilde maken: "Het gaat niet om mij, maar om mijn stem en om de muziek."

Die stem van Hegarty, met een opvallend hoog bereik, roept bij mensen erg uiteenlopende emoties op. Ofwel ben je dan ook een grote fan ofwel haat je hem. Tijdens het concert werd trouwens duidelijk dat bij die stem ook wel degelijk een grote persoonlijkheid hoort. In Antwerpen kwam Hegarty zijn derde album "The crying light" voorstellen voor een zaal die duidelijk vol fans zat.

Hegarty, die zelf heel de tijd aan de piano zat, werd subtiel begeleid door zijn muzikanten en vooral tijdens de sfeervolle intro's en outro's van nummers kon je een speld horen vallen.

Hij begon met enkele nieuwe nummers zoals "Her eyes are underneath the ground" en "Epilepsy is dancing". Daarna volgde een ritmische versie van "Kiss my name".

Hegarty last een preek in

Uit zijn vorige album "I am a bird now" bracht Hegarty de nummers waarin hij de thematiek van het transgenderisme verwerkte. Hegarty heeft immers zelf lang geworsteld met zijn seksuele geaardheid en met zijn man-zijn. Hij zag er met zijn lange, zwarte krullende haren en gekleed in een uitwaaierende tuniek en een wijde broek trouwens erg vrouwelijk uit.

In "For today I'm a boy" en "You are my sister" (op het album een aangrijpend duet met zijn voorbeeld Boy George) ging hij dieper in op de twijfels en de angsten die met het transgenderisme gepaard gaan.

Hegarty stak ook een lang pleidooi af over het nut van meer vrouwelijke kracht in de maatschappij. Hij deed dat tijdens een intermezzo waarbij de zaallichten aan waren en waarin hij zijn fans de kans wilde geven om te vertellen wat er op hun lever lag. Maar omdat het Belgische publiek nogal timide is (en niet veel verder geraakte dan enkele politiek getinte opmerkingen), lukte dat niet echt. Hegarty begon dan zelf maar aan een lange monoloog.

Boeiend, dat wel, maar misschien geen slimme zet als je net 1,5 uur lang een eigen universum hebt opgebouwd met je muziek. Het geroezemoes in de zaal gaf dan ook aan dat de fans hun idool eigenlijk liever hoorden zingen dan preken.

Cover van "Crazy in love" van Beyoncé

Gelukkig waren er ook lichtvoetige momenten. Hegarty bracht bijvoorbeeld a capella een cover van "Crazy in love" van Beyoncé, maar omdat hij daar zelf niet tevreden was, besliste hij meteen het nummer van zijn setlist te schrappen. Hij verklapte het publiek dat ze net de dood van een coversong hadden meegemaakt. Ook het nummer "Shake that dog", waarin zelfs blues- en jazzinvloeden zaten, was een hoogtepunt.

Het optreden van Antony and the Johnsons was zeker een voltreffer. De groep kreeg dan ook een staande ovatie en kwam nog terug voor één bisnummer: "Hope there's someone".

Fans die een van de felbegeerde kaartjes hebben voor het uitverkochte optreden in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel op maandag 13 april mogen op hun beide oren slapen. (De redactie.be - Ellen Maerevoet)

maandag 23 maart 2009

TEGEN HET KRAKENDE HEK - RUTGER KOPLAND



Zo stonden wij tegen het krakende hek,
zo buiten de wereld als paarden.

Het was weer aarde, gier en soir de
paris, een avond van waar en wanneer.

In mij kwamen vergeten regels omhoog,
zachte op nacht rijmende landerijen,

maar jij fluisterde: hier, hier is het
het fijnste, waar je nu bent, waar je nu

bent met je handen. Zo lagen we tegen
de aarde en tegen elkaar, terwijl het hek

kraakte tegen de opdringende paarden.


uit: 'Wie wat vindt heeft slecht gezocht', z.j.

zondag 22 maart 2009

DE ASIELZOEKER - ARNON GRUNBERG - ROMAN

'Vrienden had hij niet, niet meer in elk geval; ook de vriendschap had hij ontmaskerd, blootgelegd, geanalyseerd en geridiculiseerd. De beproevingen die hij mensen oplegde, kleine, bescheiden beproevingen deden hen niet besluiten terug te vechten, ze deden wat hij nu wilde doen, ze losten op. Zo waren zijn vrienden verdwenen, zijn kennissen, zijn familieleden, gestorven, of opgelost in de zee van zijn ontmaskeringwerkzaamheden.' (Uit De asielzoeker.) Even getalenteerd als in het schrijven is Arnon Grunberg (1971) in het genereren van publiciteit. Steeds opnieuw weet Grunberg de aandacht te trekken. Is het niet als matig kunstschilder, dan is het als Marek van der Jagt, is het niet als grote afwezige tijdens een prijsuitreiking, dan is het wel als verloofde van een hoogbejaarde Amerikaanse dame. Ook de promotie van zijn roman De asielzoeker ging gepaard met een typische Grunberg-activiteit. De schrijver nam een geit mee op tournee. En hij reisde per boot, wat ook niet erg gebruikelijk is.

Toch is al het ongebruikelijke geoorloofd om De asielzoeker aan de man te brengen omdat het een bijzonder boek is. Het gaat over Christian Beck, voormalig schrijver, Nederlander van geboorte, ex-inwoner van de badplaats Eilat, maar thans vertaler van gebruiksaanwijzingen en woonachtig te Göttingen. Van de ene op de andere dag zit hij opgescheept met een Algerijnse asielzoeker. De Algerijn is getrouwd met Becks vriendin om aan een verblijfsvergunning te komen. Zo lijkt het althans. In het begin. Want later blijkt het toch nog anders in elkaar te zitten, maar dan is de roman intussen een goed eind op streek en heeft het niet langer prioriteit de feitelijke verhoudingen tussen deze mensen te peilen, maar hun motivaties. Die van Beck en zijn vriendin zijn tegengesteld: vriendin, niet anders dan de vogel genoemd, wil graag goed doen. Ze zamelt kleding in, geeft allerlei spullen weg aan mensen die het nodig hebben en wat de overspelige Beck betreft is ze allerminst bezitterig of nieuwsgierig. Zodra ze weet dat ze zal overlijden, trouwt ze op de valreep een asielzoeker, zodat zij de mensen, in elk geval dat ene mens, toch nog van nut kan zijn. Beck daarentegen handelt vanuit het idee dat er niets bestaat om werkelijk in te geloven. Geen nut. Geen liefde. Geen ambitie. Geen passie. Niets. Hij heeft alles afgelegd. Je zou het haast een experiment kunnen noemen: wat blijft over, wat is de essentie van het mens-zijn als je alle illusies hebt afgeschud. Beck reikt naar de verlichting, maar dan vanuit een negatief perspectief. Geen misselijke thematiek. Een voorzetje voor deze richting gaf Grunberg in Fantoompijn. Daarin lazen we over de schrijver Robert G. Mehlman met wie Beck de illusieloosheid deelt. Maar, probeerde Mehlman nog enigszins een illusie in stand te houden door schrijver te zijn, of dat in elk geval te ambiëren, Beck heeft zelfs zijn schrijverschap opgegeven. Het enige wat van hem rest is de totale illusieloosheid, de lege inhoud van het volstrekte ongeloof. In alles. Toch laat hij zich daarop voorstaan. Meent zelfs dat het iets is om na te streven. Zag je in Blauwe maandagen en Figuranten het gebrek aan illusies als resultaat van een ontwikkeling, in De asielzoeker is het een basisgegeven, het uitgangspunt. Om die reden valt er misschien ook minder hardop te lachen dan in Grunbergs vorige romans. Hoewel er ook in De asielzoeker veel absurde en komische momenten bestaan, maar ze zijn gecompliceerder, dubbelzinniger en meer vermengd met het tragische, het allerdiepste trieste.

Voorbeeld daarvan is het moment waarop Beck de lelijkste hoer van Eilat een oog uitsteekt, met een schroevendraaier. Dagenlang, wekenlang wacht Beck op enige voortgang van zijn proces, maar het is Kafka op z'n kop. Hoe Beck ook smeekt, zeurt en leurt, op het politiebureau willen ze hem en zijn halfbakken daad het liefst zo snel mogelijk vergeten. Het is vreselijk en hilarisch en tegelijkertijd hoeft Beck zich zelfs over zijn rol als misdadiger geen illusies meer te maken. Hij is niets. Zelfs geen crimineel. Hij is ontmenselijkt.

Grunberg overtreft zichzelf doorlopend in dit nieuwe boek, omdat hij verschillende registers gelijktijdig en op hoogst originele wijze bespeelt. De asielzoeker is daardoor alles tegelijk, zowel een pleidooi als een fel protest tegen de illusie van het leven. Zowel iets waarom we moeten lachen als iets waarover we ons zeer ongelukkig kunnen voelen of zouden moeten schamen.

En wat nog het mooiste is: Grunberg weet diepe sympathie op te wekken voor een uiterst ongebruikelijk en eigenlijk afschuwelijk mens. Kom daar eens om in het echte leven. Dat lukt niet zonder literatuur. Daarom alleen al is De asielzoeker onmisbaar. Het biedt een ervaring die op geen enkele andere manier te krijgen is, tenzij we Becks hellevaart nabootsen. Maar dat is niemand aan te raden. Beter is het dit boek te lézen en je te laten louteren. Minder dan een meesterwerk is het niet. (Daniëlle Serdijn - Het Parool)

Koen Tachelet bewerkte het boek voor theater (NTGent) in samenwerking met dramaturg Paul Slangen en regisseur Johan Simons. De hoofdrol is voor Wim Opbrouck. Hij speelt Christian Beck, een uitgeblust schrijver die nu nog alleen gebruiksaanwijzingen vertaalt.

zaterdag 21 maart 2009

VIOOLCONCERT - L. VAN BEETHOVEN - JOSHUA BELL




Als je je oriënteert in de literatuur over het Vioolconcert van Beethoven, kom je eigenlijk overal dezelfde anekdotes tegen die door Beethovens biograaf Czerny zijn opgetekend. Ze zijn ook te aardig om ze u te onthouden.

Het vioolconcert is in 1806 in zeer korte tijd (5 weken, terwijl het stuk de ongeëvenaarde lengte van drie kwartier heeft!) gecomponeerd voor Franz Clement, vioolvirtuoos en dirigent van het Theater an der Wien. Nu was de planning echt wel een beetje te krap geweest, zodat in elk geval het orkest de muziek voor het eerst zag tijdens het premièreconcert. Clement vond het stuk misschien ook wel een beetje lang, want tussen het eerste en tweede deel speelde hij een compositie van hemzelf, een stuk op één snaar dat hij op de ondersteboven viool speelde.

Het publiek was enthousiast over Beethovens vioolconcert, maar de kenners wisten het beter: “Er zit veel schoonheid in dit stuk, maar de samenhang wordt voortdurend verbroken, en de oneindige herhaling van sommige gewone passages kan makkelijk vermoeiend worden.” Het stuk verdween van het repertoire, om eigenlijk pas weer in 1844 geïntroduceerd te worden door de 13-jarige Joseph Joachim, die later de beroemdste vioolvirtuoos van de 19e eeuw zou worden, met Mendelssohn op de dirigentenbok. Sinds dat moment is Beethovens vioolconcert niet meer uit de concertzalen weg te denken. (VU-Kamerorkest)

Het concert opent met vijf zachte paukenslagen gevolgd door een zachtmoedige blazersmelodie. Uit de lange introductie waarin de openingspuls van de pauken in alle instrumentgroepen voorkomt zet de soloviool toch nog min of meer onverwacht in. Een prachtige dialoog tussen solist en orkest ontspint zich. Het tweede deel, Larghetto, heeft een veel ingetogener karakter. De lieflijke melodie die de soloviool op diverse wijzen tot klinken brengt, wordt pas aan het slot onderbroken door een korte cadens. Het vrolijke, speelse en opgetogen Rondo is het glanzende sluitstuk van dit schitterende vioolconcert.

donderdag 19 maart 2009

TIEN VINGERS EN TIEN TENEN - JEAN-PAUL MULDERS



Soms kom ik op wildvreemde plaatsen, waar ik op de namen van de straten let. Maagdenput, kwam ik onlangs tegen, Smokkelpotstraat en Lusthuizenlaan. Om van De Knok nog maar te zwijgen. Zelfs een Straatje zonder einde sloeg ik in, maar de moed ontbrak mij om het uit te lopen. Als door de wol geverfde spotter van straatnamen valt mij op dat er vooruitgangsoptimisme in ligt besloten, en ook schijnheiligheid van een onschuldige soort. Zo zul je wel de Trooststraat tegenkomen en ook de Avenue de l'Optimisme, maar naar de Mislukkingsdreef kun je blijven zoeken, zoals ook naar de Vermoeidheidslaan of het Okselvijverplein. Terwijl die dingen in het echte leven evengoed aanwezig zijn.

Soms ga ik op zo'n wildvreemde plek een magazijn binnen, zoals grote winkels in elegantere tijden werden genoemd. Daar neem ik dan een roltrap. Roltrappen vind ik zeer opmerkelijke dingen. Daar hangt het speelse van de jeugd aan vast, het enthousiasme van het kind dat je was en dat graag op roltrappen speelde - al was het maar om een neerwaartse roltrap in de omgekeerde richting te beklimmen om te zien of je hem kon overwinnen. De jonge held die zijn vlag op de Mount Everest plant. Tegelijk is de roltrap het summum van vadsigheid, een symbool van tijden waarin alles mogelijk was en mensen zich opeens te goed voelden om hun kuiten nog te spannen. Een maatschappij met roltrappen is een maatschappij in verval.

Voor het eerst valt mij op dat roltrappen een typische geur hebben, die veeleer aantrekkelijk dan afstotelijk kan worden genoemd : een mengsel van rubber, smeerolie en metaal, doorspikkeld met schilfers van duizenden mensen. Hij voert mij terug naar de tijd toen ik voor de allereerste keer een roltrap zag. We leken een toekomst tegemoet te rollen waarin er geen honger of kanker meer was. Hoezeer hebben we ons daarin vergist. De wereldproblemen van toen zijn gebleven, andere hebben zich daar knus bovenop genesteld. De grote wetenschappelijke doorbraken laten daarentegen op zich wachten - de uitvinding van speculoospasta buiten beschouwing gelaten.

Soms ook stap ik in zo'n wildvreemde stad een drankgelegenheid binnen. Een bruine kroeg met oude filmspots aan het plafond en boven mijn hoofd zelfs een haaks verzaagde deur waarop een plakkaat is aangebracht met de woorden : Kontrole der belasting HAACHT. Opmerkelijk toch, die gewoonte om cafés te versieren met de vreemdste attributen, van buiten gebruik gestelde parkeermeters over frames van oude fietsen tot bustehouders in alle soorten en maten. Het is voor zo'n horecabaas een hele klus iets te bedenken dat nog origineel zou kunnen zijn.

Ik nestel mij in de hoek, tegen roodgesausde muren, want een oud instinct gebiedt mij voor rugdekking te zorgen. Ik bestel een espresso, laat het toefje slagroom terzijde liggen en doe waar ik goed in ben : dromen en de mensen gadeslaan. Ik kijk graag naar de mensen, als neutrale waarnemer, alsof ik zelf een wezen from outer space ben dat hier voor spionagedoeleinden is gedropt, in een matglanzende en krasvrije capsule. Bij het beschouwen van de menselijke soort bekruipt mij niet zelden een ontzaglijk gevoel van vervreemding. Maar ook van verwantschap, vermits ik zelf tien vingers en tien tenen heb en nog wat attributen die doorgaans met mensen worden geassocieerd.

Soms steken de mensen mij danig tegen, met altijd weer die twee ogen, die neus en die mond waar dan woorden uitkomen, onzin al te vaak. En dan dat haar op hun kop, dat de meest verbazingwekkende verschijningsvormen kan hebben.

Soms ook, de laatste tijd vaker, word ik door onbenulligheden zo onverwacht getroffen dat het aan ontroering grenst.

Door een grijze man in het zwembad, die proestend boven water komt en naar mij lacht.

Door een oude dame in de kapsalon, die zegt dat ze weer voor onderzoekingen naar het ziekenhuis moet, maar dat de zon vandaag zo mooi schijnt.

Door alles wat de mensen blij maakt, ondanks alles wat hun wacht.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

woensdag 18 maart 2009

dinsdag 17 maart 2009

GRAN TORINO **** - DRAMA

Als de gepensioneerde Walt Kowalski iets ziet wat hem niet bevalt - en er is heel veel in de wereld dat hem niet bevalt - komt er een ingehouden gegrom uit zijn binnenste, als een valse waakhond die op het moment wacht dat hij van de ketting mag.

Hij heeft veel meegemaakt en we geloven hem onmiddellijk, want Walt Kowalski wordt gespeeld door de 78-jarige Clint Eastwood, die uit alle rollen uit zijn vijftigjarige acteercarrière wel iets meeneemt naar dit portret van een Koreaveteraan, arbeider van een Fordfabriek en recente weduwnaar.

Zoals Walt Kowalski daar op zijn eigen veranda, door de spleten van zijn ogen naar het verval van de buurt zit te kijken, naar de gazons die niet meer onderhouden worden, de afbladderende verf bij de buren en de jeugdbendes die door zijn straat cruisen, alsof hij er niet zit, zou je kunnen denken dat hij Dirty Harry is, of één van die vele andere ijzervreters uit zijn cv die hun Magnum hebben ingeruild voor een mager pensioentje.

Van zijn familie hoeft hij het niet te hebben; hij heeft slecht contact met zijn zonen en hij vermoedt dat zijn schoondochter achter zijn huis aanzit. In zijn garage staat het enige waar hij nog waarde aan hecht. Het is een Ford Gran Torino uit 1972, die hij zelf nog heeft gebouwd in de fabriek, een glanzend symbool van vervlogen dagen.

De oude buren van Walt zijn allang verdwenen en hij woont nu temidden van de Hmong, een kleine minderheid uit de heuvels van Laos, die tijdens de Vietnamoorlog de kant van de Amerikanen kozen en na de oorlog moesten vluchten. Maar dat soort historische nuances lijken Walt niet te interesseren. In zijn bittere wereldbeeld is er slechts ruimte voor gooks (spleetogen); daar moet worden bij gezegd dat geen enkele groep er goed van afkomt bij Walt.

Eastwood heeft aangekondigd dat Walt zijn laatste rol is en je krijgt de indruk dat hij deze rol heeft gekozen omdat hij samen met Walt afscheid kan nemen van veel rollen die hij heeft gespeeld. De woedende ijzervreter wordt langzaam geraakt door de gebeurtenissen om hem heen als hij kennis maakt met een broer en zus (Bee Vang en Abney Her) die naast hem komen wonen. Hij ziet hoe de jongen onder druk komt te staan om tot een bende toe te treden en hoe de jonge vrouw wordt lastiggevallen door weer een andere bende. Hij grijpt in en wordt, tegen zijn wil een held in de buurt.

Eastwood, die zichzelf hier regisseerde in zijn bekende sobere en effectieve stijl, maakt er geen makkelijke sentimentele transformatie van. Zijn Walt blijft een weerbarstig karakter die weliswaar een oorlogstrauma meedraagt, maar dit wordt nergens als een wit konijn uit een hoed gehaald.

Net als in zijn meesterwerk Unforgiven maakt Eastwood in Gran Torino uiteindelijk een einde aan de wraakmythe, die in zoveel films verlossing brengt. Alles lijkt te worden opgezet voor een finale afrekening van de veteraan met de jongens die zijn buurt en zijn nieuwe vrienden terroriseren, en niet te vergeten voortdurend op zijn gras komen, maar de film heeft een verrassing in petto.

Geen grote, wereldschokkende ontmaskering van onze eigen bloeddorst, maar het werkt, omdat Walt wordt gespeeld door Clint, de laatste der ijzervreters en wordt geregisseerd door Eastwood, de regisseur die op zijn minst ouderwets degelijke films maakt. Als deze film een auto was, dan was het vermoedelijk een 1972 Ford Gran Torino. (Parool.nl - MARK MOORMAN)

maandag 16 maart 2009

IN DE SCHEMER - JULES DEELDER


In de schemer buiten
op een tuinbank gezeten

van de geluidloze vlucht
van de vleermuis omgeven

werkt het gestage knagen
van het geweten

ons méér op de zenuwen
dan binnen

op de bank gelegen met
de televisie aan -

vandaar dat in zo weinig
tuinen banken staan



uit: 'Het lot van de Eenhoorn', 1997

zondag 15 maart 2009

RELAX - FRANKIE GOES TO HOLLYWOOD - BODY DOUBLE




Fantastische film van Brian De Palma uit ... 1984 met een schitterend nummer Relax.

zaterdag 14 maart 2009

SOS PIET - CARL DEVOS


De Fortiscommissie zoekt conclusies. Nog voor de eerste letter van het verslag op papier staat, heeft de buitenwacht die alvast getrokken: de commissie is een flop. Het feitelijke relaas, schitterend samengevat door Tim Pauwels elders op deze site (zie "Fortisproces...een simpele uitleg" klik hier), is ondertussen bekend. De commissie is al 189 keer tegen het licht gehouden. Een Piet Huysentruyt-moment dringt zich op. Wat hebben we vandaag geleerd?

Dat een onderzoekscommissie instellen over de eigen, politieke wereld in de aanloop naar verkiezingen geen verstandige beslissing is. De timing zat dubbel tegen: de commissie kreeg onvoldoende tijd om haar werk te doen, wegens nakende verkiezingen. Die wierpen desondanks hun schaduw ver vooruit, waardoor cruciale instrumenten – het opvragen van sms- en telefoonverkeer, confrontatie van getuigen – in de kast bleven.

Het ging deze keer niet over Sabena, verdwenen meisjes of Rwanda, maar over ministers en hun kabinetten, van wie de meeste spelers nog in actieve dienst zijn. Dat is werken in een mijnenveld. De onderzoekscommissie was een regeringsinitiatief om verdachtmakingen over ongeoorloofde inmenging in een voor die regering sleuteldossier te "onderzoeken", lees te weerleggen. De oppositie zag er een middel in om schade aan te brengen.

Het ware een wonder geweest mocht dat allemaal goed zijn gegaan. Temeer omdat er naast dit onderzoek nog tucht- en strafrechtelijke onderzoeken liepen die de commissie ook juridisch sterk inperkten. Zoals is gebleken. Toch hebben de vier experts die de commissie eerst adviseerden zich vergist: de commissie kon de politieke kant wel degelijk onderzoeken. Dat dat onvoldoende gelukt is, komt omdat ze niet ver genoeg is gegaan. Wat ze ook zal concluderen, steeds blijft een ongemakkelijk gevoel boven de commissie hangen. De resultaten zullen de twijfel en het ongeloof nooit doen verdwijnen.

Daarmee is niet gezegd dat het bewijs voor de schending van de scheiding der machten niet geleverd is omdat ze nu eenmaal niet goed genoeg zochten. Er is misschien simpelweg geen direct bewijs – de smoking gun – te vinden. En over de betekenis van het indirecte bewijs zal nooit consensus bestaan. Zelfs indien de commissie nog maanden verder werkt en allerlei "bewijs" à charge of à décharge vindt, dan blijft dat op het einde wellicht ten hoogste "circumstantial evidence": de samenloop van een reeks feiten die een vermoeden van schuld opwekken, aldus de believers. Maar vermoedens zijn geen bewijzen, klinkt het bij de non-believers.

Wat in de ene wereld een courante praktijk is – "bel even om te zien wie dat is en wat hij zal zeggen" – wordt aan de overkant van de lijn aangezien als een manifeste poging tot beïnvloeding. In die twee werelden worden dezelfde feiten behoorlijk anders geïnterpreteerd en aangevoeld. Één waarheid bestaat niet.

Bovendien had de commissie ook te weinig ruggengraat: een magistraat schrijft een brief dat er misschien gelogen werd (zijn tuchtonderzoek verloopt niet met getuigenissen onder ede, dus zit het probleem vooral daar, eerder dan in de commissie) en oeps, meteen gaat heel die commissie tegen de grond.

Dat komt door het electorale klimaat dat de gespannen zenuwen nog meer onder druk zet. Dat komt ook omdat de commissie heel beducht was voor een oorlog tussen de politiek en de rechterlijke macht. Want wie het schouwspel bekeek, mag vele vragen stellen over de politieke wereld, bij de rechters – of ze nu zitten of staan – is het blijkbaar niet veel beter. Meer nog dan de politieke malaise kwam de miserie in de rechterlijke macht naar boven. Maar niet in de berichtgeving erover.

De commissie is mislukt, maar dat is geen verrassing: ze heeft ook nooit een kans gekregen. Niet van de meerderheid, die de commissie voor eigen gebruik installeerde, niet van de oppositie, die er van dag één al niet in geloofde. Niet van de pers, die er alleen slecht theater in zag. Geliefkoosd onderwerp van spot was de voorzitter die als lijsttrekker wel bekendheid mee kreeg, maar vooral als een zwakke leider de geschiedenis in mag. Spectaculaire incidenten – het dossier lag op het kabinet Vandeurzen, de tegenspraak Henin/Reynders versus de rest van deze planeet – werden overbelicht. Omdat er niet veel anders te vinden was?

Als de commissie straks een deftig rapport wil of kan afleveren, dan is haar bestaan geen maat voor niets geweest, al is dat een magere troost. Stel dat ze verstandige dingen voorstelt over de positie van het openbaar ministerie, o.a. als behoeder van de goede procesgang (het befaamde art. 1088 van het gerechtelijk wetboek), over de detachering van magistraten naar kabinetten, over de verhouding tussen de minister en zijn kabinet (die ministers weten blijkbaar zelden wat er aan de hand is en steken zich daar ook achter weg), over de deontologie (los van het strafrechtelijke) in contacten tussen kabinetten en de rechterlijke macht over lopende zaken, … dan valt er nadien toch nog iets goeds over deze commissie te vertellen. Daarbij is even interessant om na te gaan wat er niet als wat er wel in het rapport mag verschijnen.

Hopelijk trekt de commissie ook lessen over het ultieme instrument dat een parlementaire onderzoekscommissie is. Namelijk dat ze in die omstandigheden nooit meer mag opgericht worden.

Kende Reynders’ kabinetschef Henin, en daarmee de rest van de regering, de strekking van het negatief advies (dat niet gevolgd werd) van substituut Paul Dhaeyer, of niet? In maart 2009 is dat even relevant. Een maand later niet meer. Wat telt de komende maanden wel? Er is tegen Leterme en Vandeurzen, de twee ministers die ontslag namen na het schandaal over de vermeende poging tot beïnvloeding van de Fortis-rechtsgang, geen sluitend bewijs gevonden. Dat zal door CD&V vertaald worden als "Leterme en Vandeurzen zijn door de onderzoekscommissie vrijgesproken". Reynders is subtiel beschadigd omdat hij, samen met zijn kabinetschef, alleen stond met de versie dat die Henin niet op de hoogte was van de strekking van het advies van Dhaeyer. Reynders stuurde die beeldvorming bij via de vuile truc met Christian Van Buggenhout. De advocaat van de regering mag niet onder ede getuigen van zijn stafhouder, maar ondertussen zet Reynders de hele commissie te kakken door de niet-beëdigde getuigenis van Van Buggenhout de wereld rond te sturen.

Of er ook na de campagne van de komende maanden nog iets anders zal blijven hangen van de commissie, hangt van de kracht van haar conclusies af.

Ondertussen heeft de ultieme brokkenpiloot Reynders in de Fortiscommissie weer laten zien dat hij het niet waard is om federaal minister te zijn. Vlaamse kiezers kunnen Reynders niet afstraffen. We kunnen ons alleen uitspreken over diegenen die Reynders in de regering tolereren. Als de leden van de Vlaamse meerderheid ’s morgens voor de spiegel staan, mag alleen schaamte, diepe schaamte, hen overvallen. Reynders nog langer tolereren is de kiezer minachten.

Gisteren besliste de federale regering dat ze geen geld heeft voor een tweede groot relanceplan. Daarmee is een van de weinige redenen verdwenen om op 7 juni geen samenvallende verkiezingen te organiseren. (bron: deredactie.be)

vrijdag 13 maart 2009

STEVE ROWLAND & THE FAMILY DOGG - SYMPATHY


Now when you climb into your bed tonight
And when you lock and boult the door
Just think of those out in the cold and dark
'Cause there's not enough love to go 'round

Now half the world hates the other half
And half the world has all the food
And half the world lies down and quitely starves
'Cause there's not enough love to go 'round

And sympathy is what we need my friend


Deze schitterende song dateert van 1970. Hij is nog altijd aktueel

donderdag 12 maart 2009

EN BOEM! - JEAN-PAUL MULDERS

Daar sta ik dan met mijn kind, bij dat graf. Hoog in de lucht jagen wolken voorbij en het blijft venijnig koud, en de kaars die ik de vorige keer op de deksteen heb achtergelaten, is gedoofd. Er is water ingesijpeld dat tot een ijsklont bevroor. Ik besef dat de vrouw onder de steen voorgoed is verhuisd, naar gebieden waarvan wij ons geen voorstelling kunnen maken. Ik besef dat die vrouw zelfs geen krimp meer zou geven mocht het kind dat ze zo heeft bemind, worden aangevallen door wolven.

Dat kind is pas twee geworden. Het beseft nog niet wat het betekent, begraven te zijn. Wel wijst het naar de foto op het graf en zegt mémé. Ingetogen, lijkt het, hoewel ik mij dat misschien maar verbeeld. Gemakshalve heb ik het kerkhof een park genoemd, wat spontaan pajkje werd, omdat het kind de r nog niet machtig is en van alle dingen een verkleinwoord maakt, papaatje en huisje en olifantje, wellicht om de wereld beheersbaar te houden en veilig, nog even. Racistisch moordje, foltercentrumpje, klimaatopwarmingetje... al die dingen die het kind nog niet kent maar waarover het vroeg of laat zal horen. Soms benijd ik zijn onaangetastheid en enthousiasme. Soms ook denk ik aan de teleurstellingen die onvermijdelijk wachten.

Voor we het pajkje verlaten, staan we nog even bij het graf van een meisje dat maar acht geworden is. Het is bezaaid met knuffels en met speelgoeddieren. Er ligt ook een kaartje dat degenen die al tot drie keer toe iets van het graf hebben geroofd, oproept dat voortaan te laten, asjeblieft. Het kaartje is ondertekend met de naam van het dode kind en bovendien geplastificeerd, opdat het netjes zou blijven, wat des te treuriger is.

Het is tijd dat we andere horizonten verkennen ; we kunnen niet blijven verwijlen bij hen die verleden zijn. De toekomst zit op mijn schouders en klampt zich met roze handjes vast aan mijn oren. Zo'n kind mag dan nog veel moeten ontdekken, er zijn ook dingen die het je kan leren. Dingen die je zelf vergeten was. De saaiste voorwerpen tovert het om tot pretpaleizen. Mijn simileren bureaustoel bijvoorbeeld, waarop het gaat zitten om op onweerstaanbare wijze djaaien te commanderen, waarop ik de stoel om zijn as moet doen wentelen tot ik een lamme arm heb, tot groot geduizel en geschater. Op dezelfde manier groeien verkeersdrempels uit tot kermisattracties. Er is een straat waar wij er vijf op een rij weten liggen. Daar rijden wij over, telkens opnieuw, en als wij de drempel op- en weer afrijden doen wij boem !, om ter hardst. En prettig dat het is. Na de laatste drempel roept het kind "Nog ! Ennog !" en ik kan het niet over mijn hart krijgen met het spelletje te stoppen, zodat ik mijzelf de auto zie keren om nogmaals en nu tegen hogere snelheid alle vijf de drempels te nemen, tot ongenoegen van mijn autovering. BOEM ! En kraaien dat wij doen.

Dat er overal vrolijkheid schuilt, zelfs in de dingen die ons doorgaans frustreren, dat is wat zo'n kind je kan leren. Tegelijk sluipt een donkere gedachte als een roofdier door mijn hersenpan : hoe wreed elke verkeersdrempel op slag zou worden, mocht het kind er niet meer zijn. Onmenselijk zou het worden je in dit land vol verkeersdrempels te verplaatsen en bij elk bultje te moeten denken : boem ! Je zou nog begrijpen waarom sommigen zich aan niemand meer durven te hechten.

"De wereld is de hel", zei een vriendin mij onlangs, in een mismoedig moment. "Al die mensen die je leert kennen, waarvan je gaat houden en waarvan je dan toch, vroeg of laat maar altijd, onherroepelijk, weer afscheid moet nemen..."

"Je komt alleen, je bent alleen, je gaat alleen", beaamde ik, de woorden van Jan Cremer ten overvloede citerend. Ik doe dat graag, dat zo stoer zeggen, alsof ik alles allang gezien heb en uitgevorst. Alsof niets mij nog kan deren. Terwijl ik in werkelijkheid erg bang kan worden soms, als ik durf door te denken op de dingen. Zo bang dat levenloze voorwerpen bedreigend worden en dat zelfs het zwijgen van de sterren boven café Nachtvlucht mij bevriest.

woensdag 11 maart 2009

dinsdag 10 maart 2009

DE SM-RECHTER EN DE ... KONING

Zware sm, een magistratuur die de nestbevuiler kwijt wil en een bevolking die voor privacy pleit. Dat is het verhaal van de rechter Koen Aurousseau en zijn vrouw.

Hof van beroep in Antwerpen, 30 september 1997. Voorzitter Willy Bijl kijkt de verzamelde pers aan: 'Nu zullen jullie eindelijk te weten komen wat er echt is gebeurd.' De voorzitter begint het arrest voor te lezen. Alle smeuïge details en gruwelijke feiten van de sadomasochistische praktijken van het echtpaar Aurousseau worden breed uitgesmeerd. Een van de bijzitters leest luidop mee, alsof ze haar afschuw niet kan verbergen. De raadsheren willen duidelijk maken dat sm in dit geval niet wat gezwaai met een zweep was. Na 43 bladzijden valt het verdict: de rechter Koen Aurousseau wordt tot één jaar celstraf met uitstel veroordeeld wegens slagen en verwondingen en voor het aanzetten tot ontucht én hij wordt voor vijf jaar uit zijn burgerrechten ontzet. Vooral dat laatste is de genadeslag: hij kan geen rechter meer zijn.

Als Aurousseau het hof van beroep verlaat en de radio de uitspraak meedeelt, stopt een chauffeur van De Lijn zijn bus en stapt uit om de rechter zijn sympathie te betuigen. De verontwaardiging bij Jan Modaal is groot. Er was geen slachtoffer, geen klacht, de sm gebeurde op uitdrukkelijk verzoek van de vrouw. Dit is een inbreuk op de privacy. Krantencommentatoren denken er precies hetzelfde over: heeft justitie niets beters te doen? Criminologen kraken het sm-arrest af. Ze hebben het over een laakbare morele veroordeling. (Inge Ghijs - De Standaard)

Als er iets is waar je in je leven moet leren mee omgaan is het 'machteloosheid'. Je ziet dingen gebeuren, staat erop te kijken maar je kan er, met de beste wil van de wereld, niets aan doen. Ik heb mijn kinderen beslissingen zien nemen waar ik vooraf, honderd procent, zeker van wist dat het verkeerd zou aflopen. Het hoort bij het leven.


Bij de SM-rechter is het schrijnender. Je moet je het volgende eens voorstellen: je wordt veroordeeld voor iets waar niemand zaken mee heeft, je privéleven wordt breed uitgesmeerd in de media, je verliest je job, je kinderen worden meegesleurd in de hele hetze en verbreken alle contact. Het ergste vind ik dat de rechter ook zijn recht op pensioenuitkering verliest. Mijn vraag is tweeledig: "Wat hebben die mensen misdaan om zo gestraft te worden?" en "Waar blijft de publieke verontwaardiging bij zoveel onrecht?"

Stel dat iemand, uit de entourage van het Hof, met bewijzen komt dat er zich een (geheime) SM-kamer bevindt in het paleis van Laken. Toegegeven, de aanwezigheid van een SM-kamer binnen de muren van het paleis bewijst nog niks. Maar is het zo ondenkbaar dat leden van een koninklijke familie fervente aanhangers zijn van SM?
Een koning kunnen ze uiteraard zijn pensioen niet afnemen want hij krijgt er geen!

Ik heb een groep gesticht op facebook om de heer Koen Aurousseau in eer te herstellen en hem te geven wat hem toekomt, namelijk zijn pensioen.

maandag 9 maart 2009

WIT - GIL VANDER HEYDEN



Je brief gekregen
een beetje kapot
van het stukje wit
tussen twee zinnen.

Hier stokte je stem
begaf je adem
zat ik naast je.

Het mooiste in je brief
is het stukje zwijgen
tussen twee zinnen.

zondag 8 maart 2009

PATRICIA DE MARTELAERE OVERLEDEN

Schrijfster en filosofe Patricia De Martelaere is overleden, meldt VRT-radio. Ze leed al een tijd aan een slepende ziekte. De Martelaere werd 51.

Patricia De Martelaere werd bij het grote publiek vooral bekend toen ze in 2005 bij de Gouden Uil de publieksprijs kreeg voor haar boek 'Het onverwachte antwoord'.

Patricia De Martelaere werd geboren in Zottegem op 16 april 1957 en studeerde in Leuven waar ze in 1984 ook promoveerde tot doctor in de wijsbegeerte, op een proefschrift over het scepticisme van David Hume.

Ze was hoogleraar bij de afdeling wijsbegeerte aan de K.U.Brussel en verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de K.U.Leuven. Als hoogleraar doceerde ze onder meer de vakken Geschiedenis van de Hedendaagse Continentale Wijsbegeerte, Grondige Studie van Wijsgerige Teksten (Hedendaagse Tijd), Taalfilosofie en Wijsgerige antropologie.

Essays en romans

Maar De Martelaere is vooral bekend voor haar essays en haar romans. Op 14-jarige leeftijd debuteerde ze al met het jeugdboek: 'Koning der wildernis'. In 1988 verscheen haar eerst werk als volwassene. 'Nachtboek van een slapeloze' werd al meteen bekroond met de Prijs voor het beste debuut.

Haar laatste roman, 'Het onverwachte antwoord', werd in 2005 gelauwerd met De Gouden Uil Publieksprijs. Het stond ook op de shortlist van de Ako en Libris Literatuurprijs.

Tussendoor schreef ze nog drie essaybundels: 'Verrassingen', 'Wereldvreemdheid' en 'Een verlangen naar ontroostbaarheid', dat bekroond werd met de Jan Greshoffprijs. In 2000 kreeg De Martelaere de Vlaamse Cultuurprijs voor essay en kritiek.

In 2002 publiceerde ze ook een poëziebundel, met als titel 'Niets dat zegt'. (De Standaard)

vrijdag 6 maart 2009

MISTER MICHEL

Michel Verschueren heeft het ziekenhuis mogen verlaten en is na één maand opnieuw thuis. De ex-manager van Anderlecht was opgenomen in het UZ van Jette met nierproblemen. "Ik ben blij dat ik naar huis mag. Ik zal het de eerste weken nog rustig aan moeten doen. Ik heb heel wat voorschriften mee naar huis. Daar ga ik me ook aan houden", aldus de 77-jarige Verschueren. "Ik heb in het ziekenhuis veel tijd gehad om na te denken. Als ik weer ga leven zoals vroeger, ben ik na 14 dagen dood.

Verschueren gaat ook meer tijd doorbrengen met zijn vrouw. "Marie-Louise wil graag 14 dagen samen weggaan, we zullen eerst beginnen met twee dagen", lachte hij. "Iedereen vraagt zich af wanneer ik terug op Anderlecht zal opduiken. We zien wel, maar het zou wel eens vroeger kunnen zijn dan je denkt." (adv - HLN)

Zijn ontslag uit het ziekenhuis was gisteravond een item in 'Ter Zake'! Hebben ze daar een chronisch tekort aan interessante onderwerpen misschien?
Je kon direct zien dat Mister Michel een serieuze dreun had gekregen, letterlijk en figuurlijk. Heel wat minder machogehalte en 'slap' op de benen. Zijn kenmerkende strijdvaardigheid is nog intact, alsook zijn idee dat hij onmisbaar is op Anderlecht. Zoals steeds liet hij de kans niet liggen om de kijkers eraan te herinneren dat hij zijn hele leven, tot nu toe, heel hard had gewerkt. Zesendertig jaar lang was hij iedere dag van 's morgens acht uur tot twaalf uur 's nachts op Anderlecht. Ook op zaterdag en zondag. Nooit nam hij vakantie.' Waarom? Omdat hij het zo graag doet!

Volgens mij, omdat het weinig te maken heeft met 'hard werken', maar alles met het bevredigen van zijn persoonlijke ambities. Zijn vrouw deed nog een poging om even zijn egoïsme in herinnering te brengen. Het was rap gedaan en ze mocht tevreden zijn met zijn 'cerebrale' aanwezigheid. Of toch niet, hij heeft haar beloofd twee dagen vakantie te nemen. Twee dagen is voor hem een geweldige inspanning want hij moet progressief aanleren om vakantie te nemen.

Zijn vrouw, die ik enorm respecteer, verdient een standbeeld. Waarom? Terugkomen na een verschrikkelijk verkeersongeval en tientallen jaren samen leven met een van de grootste ego's en hardstwerkende Belgen. Om het met de woorden van Mister Michel zelf te zeggen: "Il faut le faire!"

Vorig jaar waren we allebei te gast op hetzelfde evenement. Hij zat daar in vol ornaat. Ik was alleen lichtjes onder de indruk van zijn imposante (in gewicht dan) verschijning.
Het zal Michel Verscheuren worst wezen, maar ik heb geen hoge pet van hem op. Ik vind hem zielig. Zijn uitspraken: 'Stakers zijn luierikken' en 'Vrouwen zijn onbetrouwbaar' hebben op mij een onuitwisbare indruk gelaten. Bij mijn vrouw is het nog erger, zij heeft er een blijvende aversie (het is eigenlijk meer) tegen RSC Anderlecht aan overgehouden.

P.S.: Heel Europa heeft van zich laten horen: Bayern München, Real Madrid, Barcelona, de Hollandse clubs en alle leden van ECA (European Club Association) waar hij in het bestuur zit. Joan Laporta (president van FC Barcelona) heeft hem persoonlijk opgebeld. Ze belden om hem te zeggen: We fight with you. (Knack)

Zou ik dan toch een klein beetje jaloers zijn.

donderdag 5 maart 2009

HOOP - JEAN-PAUL MULDERS

"Sommige plannen kunnen niet wachten", lees ik op PC Banking van Fortis, waar ik ondanks al het slechte nieuws nog altijd klant ben. "Realiseer ze met het ballonkrediet." Ballonkrediet, de ironie van het woord. Waarschijnlijk bedacht lang voor de crisis losbarstte. Of anders heeft de uitvinder van dit fijne productje de afgelopen zes maanden in een ondergrondse bankkluis opgesloten gezeten.

Het blijft nog altijd onwezenlijk, dat het ooit zo solide Fortis tegenwoordig de kredietwaardigheid heeft van rommel. En elke dag komen er economische onheilstijdingen bij, van het slag dat je een halfjaar geleden nog in het dolhuis had doen belanden als je ze hardop durfde voorspellen. "General Motors overweegt bankroet." "Verkiezing Schoonste Boerin uitgesteld door crisis."

"Begrijp jij nog alles wat er tegenwoordig aan de hand is ?" vraagt een collega. Ik moet bekennen dat zulks niet het geval is. Ergens hebben mensen met hun vette handen in de kassa gezeten, dát weet ik wel. Ze hebben de bestaanszekerheid van miljoenen scrupuleloos op de helling gezet, met wat je gerust misdaden tegen de menselijkheid mag noemen. Waar zitten de gangsters die dit mogelijk hebben gemaakt ? Ze zijn verdwenen met de noorderzon. Ze hebben zich in paleizen en limo's verschanst, waar zij met afstotelijke smakgeluiden hun onrechtmatig toegeëigende luxeprakje opschransen.

Cineast Michael Moore (die van Fahrenheit 9/11 en Bowling for Columbine) werkt aan een documentaire over de financiële crisis. Hij zoekt insiders die dapper genoeg zijn om te getuigen over wat hij "de grootste oplichterij uit de geschiedenis" noemt. Komt er ooit een proces waarop deze lieden publiekelijk zullen moeten terechtstaan, een soort financieel Neurenberg ? Erg onwaarschijnlijk. Daarvoor is dit soort misdaden te ondoorzichtig, te gelaagd en omfloerst.

In een vergruisde, bange wereld lopen wij thans met zijn allen rond. Een wereld waarin mensen een baantje bij de Staat proberen te bemachtigen en de knip op hun portefeuille houden. Die knip vind ik geeneens zo erg, ik heb altijd al verstoord staan kijken naar al te arrogant geklater van geld. Er schuilt waarheid in het cliché dat de mooiste dingen in het leven gratis zijn. Haar lach bijvoorbeeld, waarin weemoed schuilt en ook een snuifje stoutheid. Of de pocketroman die ik onlangs kocht omdat ik kaft en titel onweerstaanbaar vond : Een korte geschiedenis van de tractor in de Oekraïne. 6,98 euro voor 334 pagina's, het opwindende aroma van lijm en drukinkt inbegrepen. Een verhaal waarin je kunt schuilen voor - ik heb het uitgerekend - 0,0007 euro per zin.

Dat het met de menselijke soort niet echt iets zal worden, lijkt intussen stilaan duidelijk. We bederven onze intelligentie telkens weer met hebzucht, corruptie en kortzichtig gegrabbel. Zo delven we dapper ons eigen graf. Of zijn er toch twee soorten mensen, de asociale egoisten en de mensen van goede wil ? Je zou het haast denken, want van die laatste kom ik er dagelijks een heleboel tegen. Kunnen zij het tij nog keren ?

Soms durf ik te geloven dat het roer nog om kan, bijvoorbeeld als ik met kloppend hart zit te kijken naar een toespraak van Obama, en zie hoeveel andere mensen ook met kloppend hart naar een toespraak van Obama kijken. De man heeft charisma, een eigenschap waar je doorgaans niet veel goeds van moet verwachten. Toch is hij de eerste politicus die in mij iets doet ontvonken dat lijkt op enthousiasme, en zelfs op ontroering. Nu al lijkt Bush iets uit een verre en sinistere wereld, vol stinkende moerassen waarin met wratten overdekte schubdieren huisden.

Belangrijker dan de persoon Obama, vind ik misschien nog het waarom van zijn aantrekkingskracht. Het lijkt erop dat we stilaan met velen zijn die genoeg hebben van gesjoemel, onrechtvaardigheid en stuitend eigenbelang. Van Paris Hilton en vette bonussen. De roep naar integriteit wordt sterker.

Ondanks de economische indigestie hebben talloos veel mensen een niet te stillen honger naar hoop.

Reacties : jp.mulders@skynet.be

woensdag 4 maart 2009

dinsdag 3 maart 2009

CHAMPAGNE - AMÉLIE NOTHOMB - ROMAN

Vorig jaar verwende Nothomb haar lezers met het subtiele, autobiografische De verloofde van Sado. Ontroering was hier belangrijker dan panache en ze bleef langer hangen dan een treinrit. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen dit jaar: zou Amélie vuurwerk uit haar mouw schudden, een spannende strijd tussen goed en kwaad als in haar vroege romans, of werd het weer een autobiografisch pareltje?

Champagne!, de cru van dit jaar, laat in zijn eerste hoofdstuk alvast het beste vermoeden. Geen persoonlijke mijmeringen deze keer, de intrige lijkt vintage Nothomb en de held van dienst heet Baptiste Bordave.

Al is Baptiste geen held: hij bestaat nauwelijks. Hij is een kantoorklerk, die zich zonder enthousiasme ophoudt in een Parijse flat en banale dagelijkse handelingen stelt. 'Wie was ik? Die vraag was zo vaag dat niemand ze zou kunnen beantwoorden, maar zelfs als ik de kwestie op de eenvoudigste manier bekeek, kon ik niets bedenken.'

Als op een zaterdag een zekere Olaf Sildur aan de bel hangt, betekent dat zoveel als Baptistes wedergeboorte. Sildur, een rijke Zweed met motorpech, valt dood neer terwijl hij vanuit de flat probeert te telefoneren. Hij is even oud, even lang en heeft dezelfde haarkleur als Baptiste. Waarschijnlijk heeft hij zelfs een leven. Het existentieel vacuüm dat Baptiste heet, twijfelt niet: hij laat zijn dode 'ik' achter en verlaat Parijs als Olaf Sildur. Op naar een toekomst, op naar de vrijheid: 'Is vrijaf nemen van jezelf niet de meest ontspannende vakantie die er is?'

In Olafs villa in Versailles wacht Baptiste een verrassing: hij wordt er ontvangen door een serene blondine die hem voor een collega van haar man houdt en geen vragen stelt. Ze leeft op winkelen en champagne, en is als het diapositief van de vroegere Baptiste: 'Ik vind het fijn dat mijn leven, net als mijn persoon, volstrekt zinloos en gewichtloos is.' Zinloos en gewichtloos, tussen twee glazen Veuve Clicquot en een hazenslaapje in kan Baptiste daarmee leven. Hij heeft zijn zusterziel gevonden, en daarmee ook zichzelf. (De Standaard - Aude Vanlathem)

Het is zeker niet haar beste boek maar ik blijf houden van Amélie Nothomb en haar boeken verslinden. Meer nog: stel dat de kans zich voordoet om te kiezen met wie ik een lange treinreis wil maken dan twijfel ik geen moment en kies ik voor Amélie Nothomb. Ik zie me al zitten in de TGV richting Nice.

De kans is bijzonder klein, wellicht onbestaande, dat mijn wens in vervulling gaat, maar een goede tweede in de rij is Herman Brusselmans. In die droom blijf ik geloven: met de trein van Gent naar Lyon en onmiddellijk terug want reizen is niet aan Herman besteed.

maandag 2 maart 2009

PLEINVREES - TOM LANOYE



geniet op mijn banken
vergader op mij ja voetbal
betoog verlies in de massa
mekaar uit het oog -
maar geef dat ik niet
met mijzelf overschiet

kietel mijn flanken met
de rankste der skaters versier
mij met kruiden & kramen
voor uw gulzigste eters -
maar geef dat ik niet
hier alleen wortel schiet

sta op mij in de rij om
ter meest om ter langst
maar laat mij niet liggen
& vergeef mij die angst -
ik ben maar lijk gij
en gelijk ieder mens:

van mijn essentie -
de leegte - ben ik
zelf nog het bangst


gedicht voor het Thaterplein
in Antwerpen, wieg van de Vogelenmarkt.
uit: 'Stadsgedichten', 2005.

zondag 1 maart 2009

FLAT EARTH NEWS - NICK DAVIES

An award-winning reporter exposes falsehood, distortion and propaganda in the global media

"Finally I was forced to admit that I work in a corrupted profession." When award-winning journalist Nick Davies decided to break Fleet Street's unwritten rule by investigating his own colleagues, he found that the business of truth had been slowly subverted by the mass production of ignorance.

Working with a network of off-the-record sources, Davies uncovered the story of the prestigious Sunday newspaper which allowed the CIA and MI6 to plant fiction in its columns; the daily newsroom where senior reporters casually refer to 'nig nogs' and where executives routinely reject stories about black people; the respected quality paper which was so desperate for scoops that it hired a conman to set up a front company to entrap senior political figures. He found papers supporting law and order while paying cash bribes to bent detectives and hiring private investigators to steal information.

Davies names names and exposes the national news stories which turn out to be pseudo events manufactured by the PR industry and the global news stories which prove to be fiction generated by a new machinery of international propaganda.

He shows the impact of this on a world where media consumers believe a mass of stories which, in truth, are as false as the idea that the Earth is flat - from the millennium bug to the weapons of mass destruction in Iraq, tainting government policy, perverting popular belief.

He presents a new model for understanding news. With the help of researchers from Cardiff University, who ran a ground-breaking analysis of the contents and sources for our daily news, Davies found most reporters most of the time are not allowed to dig up stories or check their facts - a profession corrupted at the core.

Read All About It. The news will never look the same again.


‘Journalistiek dreigt uit te sterven’

De Britse onderzoeksjournalist Nick Davies (55) was een aantal weken geleden in Nederland om te spreken over de crisis in de journalistiek. Hij schreef vorig jaar het geruchtmakende boek Flat Earth News, over het falen van de journalistiek, die in handen is gevallen van de commercie. Davies kent vooral de Britse situatie, maar die is volgens hem exemplarisch voor de hele westerse wereld.

Hoe staat de journalistiek ervoor, een jaar na uw boek?

‘Het beroep zit in heel ernstige problemen en er is een duidelijk risico dat de journalistiek uit gaat sterven. Wat me zorgen baart, is dat mensen dat niet zien, en als ze het wel zien, dat ze niet inzien dat het gestopt moet worden.’

De journalistiek dreigt uit te sterven?

‘De journalistiek sterft uit door de commercie. De belangrijkste taak van journalisten is te proberen mensen de waarheid te vertellen. Maar keer op keer maken we verhalen die verdraaid zijn en onwaarheden bevatten, of die propaganda zijn. O, zeggen mensen dan, dat moeten jullie zeker schrijven van jullie rijke bazen. Maar dat was vroeger.

‘Het echte probleem is de nieuwe generatie krantenbazen die niet uit is op propaganda, maar op winst. Deze eigenaren hebben verschrikkelijke schade toegebracht aan de redacties. Ze hebben hun kosten verlaagd door te bezuinigen, en hun inkomsten verhoogd door steeds meer pagina’s en bijlagen te eisen.

‘Journalisten hebben dus geen tijd meer om hun werk te doen. Ze praten niet meer in het café met politieagenten en leraren. En vooral: ze hebben geen tijd meer om de feiten te checken, de basis van het vak.’

Wat betekent dat?

‘Je ziet gebeuren wat ik morele paniek noem: als de emoties bij het volk hoog oplopen, passen journalisten zich aan. Bij oorlog moeten we onze jongens steunen. Je ziet het ook bij Obama. De belangrijkste politieke vraag van dit moment is of hij echt het verschil kan maken. Het antwoord is dat we dat niet weten, maar: waarschijnlijk niet.

‘Maar The Guardian, volgens mij de beste krant ter wereld, had tien pagina’s over de inauguratie waarin geen journalistieke vraag werd gesteld. Omdat mensen alleen willen horen over hoop en verandering’.

Heeft uw boek al iets veranderd?

‘Het is een heel agressief boek geworden, omdat ik vond dat iemand eindelijk eens de waarheid moest vertellen over ons vak. Daardoor heb ik weinig kunnen nadenken over oplossingen.

‘In elk geval moeten we weer trots worden op ons vak. We moeten steun eisen van publiek en politiek. We zouden eigenlijk een soort Gay Pride moeten organiseren: wij zijn blij en trots dat we journalisten zijn!

‘Want de meeste journalisten zijn fatsoenlijke mensen, maar een paar bad guys hebben onze reputatie verknald. We moeten werken aan de wedergeboorte van het eerzame vak journalistiek.’

De kredietcrisis maakt het er niet beter op.

‘Geld is het grootste probleem. Nieuwsbedrijven kunnen zichzelf niet meer bedruipen. Eerst zijn onze lezers weggelopen, vervolgens heeft internet alles gratis gemaakt en adverteerders weggehaald. De kredietcrisis verergert die problemen.

‘Veel mensen denken dat de papieren krant verdwijnt, wat geweldig scheelt in de kosten. Maar kunnen we dan genoeg geld verdienen op internet? We moeten een nieuw verdienmodel vinden, maar ik weet ook nog niet hoe.’

Keren lezers en adverteerders terug als kranten beter worden?

‘De lezers wellicht wel. De website van The Guardian trekt maandelijks 26 miljoen bezoekers, onder wie 10 miljoen Amerikanen. Die vertrouwen hun eigen media niet meer, vooral door Irak. Die willen geen junk news meer, die willen het echte werk. Dat is hoopgevend.’

Helpt staatssteun, of moeten kranten dat niet willen?

‘Ik zou geld aannemen van iedereen, op twee voorwaarden: geen bemoeienis met de inhoud en geen eisen dat redacties nog verder moeten inkrimpen. Als de overheid zo een fonds kan opzetten, waarom niet?

‘Ik vrees alleen dat het er niet van komt zolang journalisten worden gezien als enge wezens, in plaats van fatsoenlijke mensen die hun werk goed willen doen, maar daar geen kans voor krijgen.’ Wilco Dekker (de Volkskrant)

Het boek is te koop bij Bol.com voor € 11,99 en bij FNAC voor € 14,85